ondernam, was een basisfinanciering van f 50.000 per jaar absoluut noodzakelijk om secretariële ondersteuning mogelijk te maken. Het is ons, ondanks vele pogingen, gedurende vele jaren, niet gelukt om deze - bescheiden - basisfinanciering van welke instantie dan ook toegezegd te krijgen.
Dit is vreemd in een tijd waarin grote bedragen voor leesbevordering worden uitgetrokken, het ‘veld’ (waartoe wij ons rekenen) onophoudelijk wordt aangespoord het lezen van boeken door kinderen te stimuleren, tal van groepen en stichtingen formele en informele scholingsactiviteiten met betrekking tot het lezen ondernemen, en pogingen in het werk worden gesteld activiteiten in diverse sectoren binnen een platform te coördineren.
Helaas is het waar dat nergens de bescheiden structurele steun gevonden kon worden. De activiteiten van het Platform zijn zo sterk toegenomen dat het niet meer redelijk was de secretariële ondersteuning op puur vrijwillige basis te laten plaatsvinden. Het had op de duur ook schade berokkend aan de professionaliteit van de ondersteuning.
Hoewel het besluit om het Platform op te heffen ons zeer zwaar valt, zagen wij geen andere weg.
Iedereen die ons geholpen heeft - in wat voor zin ook - betuigen wij onze diep gemeende dank. Wij bewaren uitstekende herinneringen aan de samenwerking.
Hopelijk duidt niemand het ons euvel als wij hier de uitzonderlijke inzet vermelden die onze secretaris, Toin Duijx, voor het Platform heeft getoond. Zonder hem was het Platform nooit zo gegroeid en had het niet zo'n grote bloei beleefd. De zorg en inventiviteit die Toin Duijx zovele jaren aan de dag heeft gelegd zijn voorbeeldig.
Namens het Bestuur van de
Stichting Landelijk Platform
Kinder- en Jeugdliteratuur,
Hugo Verdaasdonk