Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 4
(1990)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||||
ScriptiesDe Bijbel als kinderboek, een adaptie-onderzoek naar acht kinderbijbels. (doctoraalscriptie van Hilly Appel, Nijmegen 1989)De scriptie bestaat uit drie delen: I: Terreinverkenning, II: Een methode en III: Het onderzoek. In het eerste deel wordt, na een inleidend hoofdstuk, een korte ontwikkelingsschets gegeven van het verschijnsel kinderbijbel (H.2). Dit gebeurt aan de hand van het in 1972 verschenen kinderbijbelrapport, een rapport van een onderzoek naar kinderbijbels, in opdracht van het N.B.G. en de K.B.S. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de Nederlandse vertalingsgeschiedenis van de bijbel. Veranderende inzichten m.b.t. het ontstaan van de bijbel spelen een belangrijke rol in de vertalingsgeschiedenis, ook als het gaat om vertalingen (/ bewerkingen) voor kinderen. Daarom wordt ook de wordingsgeschiedenis van het Oude TestamentGa naar voetnoot* besproken. In Hoofdstuk 4 komt het begrip adaptie aan de orde. Vijf perioden in de geschiedenis van de jeugdliteratuur laten verschuivingen van het kindbeeld zien, die steeds andere adaptatie-criteria met zich meebrengen. Het tweede deel van de scriptie beschrijft de ontwikkeling van een onderzoeksmethode. Kinderbijbels bevinden zich op een grensgebied van drie disciplines, nl. literatuur, pedagogiek en theologie. In een lijst van vragen aan de acht kinderbijbels komen alle drie deze gebieden aan de orde. Bij het opstellen van de vragenlijst werd de volgende achtergrondliteratuur gebruikt:
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||||||
In Hoofdstuk 5.2 wordt van elk boek / artikel kort de inhoud besproken en vervolgens de bruikbaarheid ervan voor dit onderzoek. Na de vragenlijst met toelichting volgen twee korte paragrafen waarin de keuze verklaard wordt van de acht bekeken kinderbijbels en van een exemplarisch tekstgedeelte (het Abraham-verhaal) waarover wat gedetailleerdere vragen gesteld worden. Het derde deel van de scriptie vormt het eigenlijke onderzoek. Acht kinderbijbels worden onder de loep genomen:
In Hoofdstuk 6 worden vragen gesteld t.a.v. het hele Oude Testament, terwijl in Hoofdstuk 7 specifiek naar het Abraham-verhaal gekeken wordt. Aan de orde komen o.a. de verhalenkeuze, het (godsdienstige) doel van de auteurs, de voorstelling van God, de eigenschappen van verhaalpersonages en een aantal literaire struktuurelementen. In hoofdstuk 8, ‘Conclusies’, worden zowel overeenkomsten als verschillen tussen de uiteenlopende kinderbijbels geconstateerd. Expliciete waarde-oordelen over de afzonderlijke kinderbijbels worden niet gegeven. Wel wordt ongeveer duidelijk welke (geloofs-)overtuigingen uit de verschillende boeken spreken.
bijlagen:
|
|