Literatuur Zonder Leeftijd. Jaargang 3
(1989)– [tijdschrift] Literatuur zonder leeftijd– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |||||||||||
Werkgroep ‘Noord-Zuid ontmoetingen’De kerngroep van deze werkgroep is op 7 juni 1989 te Antwerpen bijeen geweest. Tijdens deze bijeenkomst is gesproken over een huishoudelijk reglement voor deze werkgroep. Eveneens is bekeken in hoeverre er een samenwerking met het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur mogelijk is. In het najaar zal een voorlopig programma voor de derde Noord-Zuid ontmoeting worden opgesteld. Suggesties zijn altijd van harte welkom. Het karakter van deze derde ontmoeting zal afwijken van de eerdere ontmoetingen. Meer aandacht voor de auteurs en illustratoren, minder kinderen en meer contact met uitgevers en critici. Het huishoudelijk reglement zal, na goedkeuring door het algemeen bestuur van het platform, in het documentatieblad gepubliceerd worden. | |||||||||||
Werkgroep Critici van kinder- en jeugdboekenDeze werkgroep heeft regelmatig bijeenkomsten, waarbij dan steeds over inhoudelijke aspecten wordt gesproken. Tijdens de laatste bijeenkomst stond het beoordelen van vertalingen centraal. Dhr. Langeveld gaf een theoretische uiteenzetting. Na de pauze bogen de deelnemers zich over de vertaling van een prentenboek. Hiervoor had iedereen thuis een aantal pagina's vertaald. Samen met Martine Schaap werden deze vertalingen naast de officiële vertaling gelegd. Voor het najaar staan verschillende activiteiten op het programma. Bekeken wordt welke inbreng de werk- | |||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||
groep kan hebben in de eerstvolgende Noord-Zuid ontmoeting. Ook deze werkgroep zal d.m.v. een studiedag verder van zich doen horen. | |||||||||||
Werkgroep Geschiedenis van de kinder- en jeugdliteratuurTijdens een studiedag op 25 april 1987 over de geschiedenis van de kinderen jeugdliteratuur georganiseerd door het Platform Kinder- en Jeugdliteratuur, bleek behoefte te bestaan aan de oprichting van een werkgroep geschiedenis van de kinder- en jeugdliteratuur. Op 18 januari 1988 kwam een voorbereidingsgroepje bestaande uit Gerard Brantas, Toin Duijx en Netty Villerius te Leiden bijeen. Als taken van de werkgroep werden in eerste instantie genoemd: informatie over wederzijdse activiteiten en documentatie, het organiseren van studiemiddagen, het bekijken van in den lande aanwezige kinderboekencollecties. Op 12 maart 1988 werd de eerste studiemiddag gehouden in de Openbare Bibliotheek van Den Haag. Spreker was Peter van Zonneveld, wetenschappelijk medewerker Nederlandse letterkunde te Leiden, over de activiteiten van de werkgroep 19e-eeuwse jeugdliteratuur van de RUL. Hierop volgden nog studiemiddagen op:
Tijdens deze bijeenkomsten werden voor zover de tijd dat toeliet, ter plaatse aanwezige collecties bekeken. Naast een lezing en het bekijken van een collectie bleek behoefte te bestaan aan een lange ‘werkpauze’, waarin de leden van de werkgroep met elkaar van gedachten konden wisselen, aan voortgangsverslagen van de werkzaamheden van subwerkgroepen en aan het verstrekken van een overzicht van activiteiten (lezingen, tentoonstellingen e.d.). Subwerkgroepen ontstonden rond de volgende onderwerpen:
| |||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||
Uit een onder de leden gehouden enquête bleek dat er bovendien belangstelling bestaat voor deelname aan onderzoeksgroepen, het samenstellen van een Nederlandse ‘Who is who in children's books’, de heruitgave van oude kinderboeken en een inventarisatie van artikelen in vaktijdschriften. Tijdens studiemiddagen werden als mogelijke taken van de werkgroep nog naar voren gebracht:
Naast een actieve deelname aan de werkgroep, behoort het ook tot de mogelijkheden alleen studiemiddagen bij te wonen. Verslagen van de studiemiddagen worden voor zover mogelijk opgenomen in het Documentatieblad van het Platform. Inlichtingen over de werkgroep kunnen worden verkregen bij de koördinatrice: Netty Villerius, Gemeentebibliotheek, Hoogstraat 110, 3011 PV Rotterdam, tel. 010-4338315. | |||||||||||
Werkgroep Friese JeugdliteratuurIn mei kwam de werkgroep ‘Nienke van Hichtum’ bijeen om de studiedag van april te evalueren. Voor een verslag van deze studiedag verwijzen wij naar de bijdrage van Afke van der Linden-Bergstra in Leesgoed, 1989/3, pag. 103-104. Tijdens deze bijeenkomst zou de werkgroep opgeheven worden omdat de doelstelling (aandacht besteden aan de herdenking van Nienke van Hichtum) bereikt was. Besloten werd echter om de werkgroep te continueren onder de naam ‘Friese jeugdliteratuur’. Hiermee wordt voldaan aan de wens die reeds tijdens de oprichtingsvergadering werd geuit om in een landelijk platform eveneens aandacht te besteden aan de friese jeugdliteratuur. In het najaar zal deze werkgroep haar plannen openbaar maken. De koördinatie van deze werkgroep is in handen van Jant van der Weg-Laverman. | |||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||
Werkgroep kinder- en jeugdliteratuur in het HBODe werkgroep kinder- en jeugdliteratuur in het HBO (waarover in de eerstvolgende aflevering van het documentatieblad meer informatie) heeft het afgelopen jaar haar werkzaamheden toegespitst op het schrijven van een ‘Basisboek jeugdliteratuur HBO’ (werktitel). Naar verwachting zal dit boek februari 1990 verschijnen bij Wolters Noordhoff. Hieronder volgt een beknopte beschrijving:
Theorie gericht op praktische toepassing, een modulaire opzet en een warm pleidooi voor jeugdliteratuur. Ziehier de karakteristiek van deze leergang. Na het doorlopen ervan moet de student in staat zijn om te werken met kinderen en boeken. In de variëteit aan situaties waarin volwassenen kinderen met boeken in contact brengen, bepalen wij ons tot het basis- en voortgezet onderwijs, het jeugdbibliotheekwerk en het jeugdwelzijnswerk. Het Basisboek Jeugdliteratuur HBO is dan ook bedoeld voor studenten aan PABO's, NLO's en opleidingen HBO-J en kan een belangrijke functie vervullen in de nascholingprogramma's die vanuit BDI's t.b.v. het jeugdbibliotheekwerk worden opgezet. Onze leergang is praktijkgericht. Theorievorming over kinder- en jeugdliteratuur wordt gepresenteerd met het oog op de omgang met kinderen en boeken. Hierbij vervullen uitvoeringsopdrachten voor studenten, zowel ter verwerking van de leerstof op eigen niveau als voor de toepassing in praktijksituaties, een belangrijke rol. De leergang leent zich bij uitstek voor zelfstudie van de student onder begeleiding van een docent in een relatief beperkt aantal contacturen. Het Basisboek Jeugdliteratuur HBO biedt allereerst een scala van mogelijkheden voor het werken met boeken. De student raakt vertrouwd met vaardigheden die zijn gericht op boekpromotie en op het gebruik van boeken in het kader van thematische activiteiten met kinderen. In een apart hoofdstuk wordt inzicht geboden in de beoordeling en selectie van kinder- en jeugdboeken. Voor een adequate beoordelingspraktijk is o.i. kennis van de historische opvattingen over het verschijnsel jeugdliteratuur en anderzijds van het jeugdige lezerspubliek een essentiële voorwaarde. Aan beide aspecten wordt uitvoerig aandacht besteed. Tenslotte wordt, bij wijze van handreiking, een systematische selectie van jeugdliteraire werken geboden, alsmede een overzicht van publicitaire instellingen via welke docenten en studenten zich verder kunnen oriënteren. | |||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||
Elk hoofdstuk vormt een op zichzelf staande, afgeronde module. Ze kunnen los van elkaar en in willekeurige volgorde worden bestudeerd. Zo is in onze opzet gekozen voor een leerweg die loopt vanuit een meer beschouwende invalshoek naar de concrete praktijk. Maar het is ook mogelijk om het laatste als vertrekpunt te nemen en de voorgaande modulen te zien als verdieping van de praktijk. Bovendien kan, afhankelijk van het aantal beschikbare uren, gekozen worden voor een ‘korte leerweg’. Daarin dienen o.i. de modulen ‘Werken met boeken’ en ‘Beoordeling en selectie’ centraal te staan. Elke module heeft eenzelfde opbouw. Eerst wordt het belang en de bedoeling ervan omschreven, dan volgt een theoretisch gedeelte dat is opgebouwd uit duidelijke componenten. Aan deze componenten zijn telkens verwerkingsopdrachten en praktijkopdrachten voor de student verbonden. Bij de theorievorming en de opdrachten is aansluiting gezocht bij recent onderzoek en bij de bestaande leerplannen binnen de diverse HBO-sectoren. Leden van de werkgroep zijn: T. Baudoin, T. Meelis-Voorma, P. Moolenaar, H. Overmeyer, B. Ros. |
|