| |
| |
| |
In 1989 wordt de vijftigste sterfdag van de bekende Friese kinderboekenschrijfster Nynke van Hichtum aangegrepen om opnieuw aandacht te vragen voor leven en werk van deze pionierster op het gebied van de kinderliteratuur.
Het Landelijk Platform Kinder- en Jeugdliteratuur organiseert op 15 april 1989 te Leeuwarden een landelijke studiedag, waarop verschillende aspecten van de figuur Nynke van Hichtum aan de orde gesteld zullen worden.
Wie verschool zich achter het pseudoniem en waaraan heeft deze vrouw het te danken, dat ze vijftig jaar na haar dood nog eens in het middelpunt van de belangstelling geplaatst wordt. Tineke Steenmeijer-Wielenga van het Fries Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, en lid van de platform-werkgroep ‘Nynke van Hichtum’ was bereid om nu al op enkele van deze punten in te gaan.
| |
| |
| |
Nynke van Hichtum 1860-1939.
Tineke Steenmeijer-Wielinga.
Dochter.
Sjoukje Maria Diederika Bokma de Boer was de dochter van Albertus Minderts Bokma de Boer en Dieuwke Jans Klaasesz. Ze werd geboren op 13 februari 1860 te Nes (West-Dongeradeel) als jongste van vijf meisjes in een domineesgezin. Haar vader was hervormd predikant en behoorde tot de vrijzinnige richting. Hij had een groot sociaal gevoel en werd daarom door zijn gemeente ook wel gewaardeerd, maar zijn opvattingen werden door de meeste leden, voornamelijk orthodokse boeren en vissers, te licht gevonden.
De dochters van de dominee kregen een wat andere opvoeding dan de dorpsmeisjes en doordat ze ook anders gekleed gingen, werden ze nog al eens geplaagd. Het gezinsleven was harmonieus en gelukkig, maar niet zonder zorgen. Een van de zusjes was al voor Sjoukjes geboorte heel jong gestorven en toen Sjoukje 10 was, overleed op zestienjarige leeftijd het meisje boven haar, zodat ze van een nakomertje met een leeftijdsverschil van 6 jaar toen echt het ‘kleintje’ werd, dat extra beschermd en verwend werd. Ze werd thuis ‘Pop’ genoemd.
De band tussen de vader en de jongste dochter was hecht, misschien wel doordat de overigens wel flinke en wilskrachtige moeder altijd ontzien moest worden, omdat ze een zwakke gezondheid had. De predikant kon prachtig vertellen en las in de huiselijke kring vaak voor, o.a. uit de boeken van Dickens. Hij leerde Sjoukje ook veel over de natuur en over vreemde volkeren.
| |
Leerlinge.
Behalve van haar vader, die het onderwijs op de dorpsschool aanvulde met huisonderricht, was Sjoukje later de leerlinge van de remonstrantse predikant M.W. Scheltema die in Dokkum een kostschool hield, waarbij de leerlingen in zijn gezin opgenomen werden. Sjoukje verbleef van 1875 tot 1879 bij de Scheltema's en was de jongste van de acht jonge dames die daar toen onderwijs genoten. Er werd veel gelezen en over literatuur gepraat. Voor uitvoeringen schreef Sjoukje soms toneelstukjes. Bij haar afscheid nam de schoolleider het meisje apart en vertelde haar, dat ze naar zijn oordeel schrijftalent had. Hij ried haar aan dat te ontwikkelen
| |
| |
en zich toe te leggen op schrijven. Verlegen met deze lof, die haar natuurlijk toch wel goed deed, reisde Sjoukje weer naar huis om haar moeder bij te staan in het huishouden. Nog tot 1882 woonde ze met haar ouders in de pastorie van Nes. Nadat haar vader met emiritaat was gegaan, verhuisden ze naar Gelderland.
| |
Vrouw.
Sjoukje was al 25 toen ze op een Gronings studentenbal de uit Leeuwarden afkomstige juridisch student Piet Troelstra leerde kennen, die haar via een wederzijdse kennis had uitgenodigd, omdat ze qua leeftijd, milieu en belangstelling zo goed bij hem zou passen. Troelstra zocht na een periode van losbandig leven veroorzaakt door een teleurstelling in de liefde, een meisje dat zijn idealen wilde delen en hem de vastheid van een degelijke verbintenis binnen zijn eigen burgerlijk milieu zou kunnen bieden. Als romantisch Fries dichter hechtte hij aan een Friese afkomst en het feit, dat deze Sjoukje ook literaire ambities had, zal een aanbeveling geweest zijn. In de weken die op hun eerste ontmoeting volgden, beantwoordde ze geheel aan het romantische beeld, dat hij van haar gekregen had door hem een brief met gedroogde maartse viooltjes te sturen. In mei 1885 dwong Pieter Jelles zijn vader er al toe officieel Sjoukjes hand te vragen aan ds. Bokma de Boer voor zijn oudste zoon en hoewel er in de verlovingsjaren al moeilijkheden waren door Sjoukjes zwakke zenuwgestel en haar overgevoelige karakter, zette Troelstra het huwelijk ondanks haar zorgen en twijfels door. Direct na zijn afstuderen vestigde hij zich te Leeuwarden als advocaat en procureur en ging het jonge paar in zijn geboortestad wonen.
| |
Moeder.
Sjoukje Troelsta werd na de huwelijksvoltrekking in oktober 1888 binnen 2,5 jaar twee keer moeder, eerst van een dochter (Dieuwke) en later van een zoon (Jelle). Complicaties bij de tweede bevalling en de weinig tactvolle behandeling daarvan door de huisarts zijn er vermoedelijk de oorzaak van geweest, dat het toch al niet sterke zenuwgestel van de jonge moeder zodanig geschokt raakte, dat zij voor behandeling opgenomen moest worden in een ziekenhuis in Utrecht. Toen zij daaruit ontslagen werd, zonder overigens geheel hersteld te zijn, logeerde ze enige tijd bij haar ouders. Deze hebben met hun schoonzoon toen afspraken gemaakt over het toekomstig gezinsleven. Troelstra had zich ondertussen - ten koste van zijn advocatenpraktijk - gestort in de sociale strijd en was socialist en lid van de Friese Volkspartij geworden. Samen met zijn vrouw trad hij uit de Hervormde kerk. Propaganda voor de
| |
| |
nieuwe socialistische ideeën was zijn sterke kant. Om wille van zijn gezin heeft hij overwogen zich terug te trekken, maar de arts die Sjoukje Troelstra behandelde zag voor zijn patiënte geen heil in een dergelijk offer. Zij wilde graag samen met hem strijden en had een romantisch idee over haar eigen hèeroïsche aandeel in zijn werk.
In de eerste huwelijksjaren stond Sjoukje Troelstra haar man ook bij in de redactie van zijn Friese (culturele) tijdschrift For hûs en hiem. Dat zij voor dat blad, dat vooral literaire, maar ook taalkundige bijdragen bevatte, een kinderrubriek verzorgde, is interessant in verband met haar latere werkzaamheden.
Zij had inmiddels in 1887 haar debuut gemaakt met navertellingen van Duitse sprookjes onder de titel Teltsjes yn skimerjoun. Gebrek aan zelfvertrouwen verhinderde haar met oorspronkelijk werk te komen. In 1901 schreef ze aan Karl Kautsky, met wie ze correspondeerde over het belang van goede kinderboeken bij de sociaaldemocratische opvoeding; ‘Ich habe meine Kraft jetzt in sechs Büchern versucht, und die ist bis jetzt einem so warmen Empfang bereitet worden, dass ich endlich dassjenige bekommen habe was mir anfangs fehlte - nämlich: Selbstvertrauen.’
| |
Schrijfster.
Meer dan het feit, dat ze een domineesdochter was, of de vrouw van een politicus, of de moeder van artistiek begaafde kinderen die ze met de grootste ernst en zorgvuldigheid wilde opvoeden, heeft het schrijftalent, dat Nynke van Hichtum meegekregen had, haar gemaakt tot wie ze geworden is. Gestimuleerd door haar vader, haar leraar en haar levenspartner en ongetwijfeld geinspireerd door haar eigen kinderen is ze begonnen haar schrijversgaven te ontplooien. In de moeilijke jaren van armoe, de negentiger jaren van de vorige eeuw, toen Troelstra als propagandist met journalistiek werk voor de socialistische beweging aan de kost probeerde te komen, leverde Nynkes pen soms een bijdrage op aan het huishoudgeld. Na de scheiding van haar man in 1907 werd het schrijven meer dan een middel van bestaan voor haar, het werd haar leven.
De kinderlectuur uit Nynkes jeugd bestond voornamelijk uit vertalingen van buitenlandse klassieken. Omstreeks de eeuwwisseling nam de aandacht voor het kinderboek toe, o.a. doordat aan het verantwoorde boek een belangrijke rol werd toegekend bij een goede opvoeding. En dat wilde in de kringen van de modernere pedagogen zeggen een opvoeding tot vrije, zelfstandig denkende volwassenen met gevoel voor verantwoordelijkheid. Nellie van Kol was een van de belangrijkste woordvoersters van deze stroming. Vanaf 1896 publiceerde Nynke van
| |
| |
Hichtum regelmatig in Ons Blaadje, het tijdschrift van mevrouw van Kol. Volgens Daalder overtrof Nynke van Hichtum in haar werk de redactrice, omdat ze artistieker was en zich minder liet verleiden tot gemoraliseer. Ze schreef echt en natuurlijk, vanuit een warm kloppend hart en gericht op kinderen van alle leeftijden. Volgens haar eigen uitgangspunten van goede kinderboeken moesten die ook voor volwassenen interessant zijn.
De grootste doorbraak van Nynke van Hichtum kwam in 1903 met de uitgave van Afke's tiental in de door Jan Ligthart opgezette reeks ‘heemkundige’ kinderboeken. ‘Geillustreerde Bibliotheek voor jongens en meisjes van 11-14 jaar’, ,met als ondertitel ‘Een schets uit het Friesche arbeidersleven’. Het boek was gebaseerd op de verhalen van Hiltsje Feenstra, de grote zus Wypke in Afke's tiental, die als dienstmeisje bij de Troelstra's gewoond had in hun eerste Leeuwarder huwelijksjaren. Nynke schreef het in één adem in de maand juli van het jaar 1900 toen haar man een gevangenisstraf uit moest zitten in verband met de Hogenhuiszaak. Het had langzamerhand vorm gekregen in hoofd en hart van de schrijfster en moest er toen uit. Nynke was zo zwak en moe toen het boek af was, dat ze er weinig fiducie meer in had en het aan Nellie van Kol stuurde, omdat ze er zelf niet mee naar een uitgever durfde. Ze was verwonderd, toen die er juichend op reageerde. Afke's tiental heeft inmiddels meer dan veertig drukken beleefd en verschillende vertalingen en het wordt nog steeds graag gelezen. Pas in de dertiger jaren kwam Nynke van Hichtum er toe opnieuw haar jeugdland als achtergrond voor oorspronkelijk werk te kiezen. Ze schreef toen nog Jelle van Sipke Froukjes, Drie van de oude plaats en Schimmels voor de koets, maar aan het grote boek over haar eigen jeugd is ze niet meer toe gekomen. In de tussenliggende jaren was ze werkzaam als recensente, schrijfster over kinderliteratuur en verzamelaarster en navertelster van verhaalstof uit de hele wereld.
| |
Mens.
Sjoukje Bokma de Boer heeft geen gemakkelijk leven gehad. Het lot voerde haar op heel andere paden, dan waarop ze in haar opvoeding was voorbereid. In haar jeugd had ze twee oudere vrouwen gekend die goed konden vertellen, Nynke fan Syds en Nynke fan Foudgum. Naar die voorbeelden koos ze de schrijfstersnaam Nynke van Hichtum. Geholpen door het verteltalent, dat ze van haar vader had meegekregen, de wilskracht van haar moeder en het zelfvertrouwen, dat ze gaandeweg kreeg door het succes van haar werk en de waardering voor haar persoon heeft ze zich ondanks veel ziekten en verdriet door het leven geslagen en
| |
| |
is ze uiteindelijk geworden, wat ze zei te zijn in de bekende dappere brief aan het bestuur van de SDAP, naar aanleiding van de scheiding met Troelstra: ‘een vrije vrouw met een krachtige wil en dito geest’.
In 1989 is het 50 jaar geleden dat Nynke van Hichtum (Sjoukje Bokma de Boer) is overleden. De herdenking van de vijftigste sterfdag is voor de Stichting Landelijk Platform Kinder- en Jeugdliteratuur aanleiding om op 15 april te Leeuwarden een landelijke studiedag aan Nynke van Hichtum te wijden.
| |
Het programma ziet er als volgt uit:
Tineke Steenmeijer-Wielenga: De persoon Sjoukje Bokma de Boer: Portret in woorden.
Aukje Holtrop: De pedagogische inzichten en motieven van Nynke van Hichtum.
Hugo Kingmans: Illustraties in en illustratoren van het werk van Nynke van Hichtum.
Jant van der Weg-Laverman: Het kindbeeld in de kinderboeken van Nynke van Hichtum.
Alex Riemersma: De keuze en de bewerkingen van de kunstsprookjes door Nynke van Hichtum in het Fries.
Wim van der Schaaf: De keuze en de bewerkingen van volkssprookjes (en volksvertellingen) door Nynke van Hichtum in het Nederlands.
Yn 1989 is it 50 jier lyn dat Nynke fan Hichtum (Sjoukje M.D. Bokma de Boer) ferstoarn is. De betinking fan de 50ste stjerdei wie foar de ‘Stichting Landelijk Platform Kinder- en Jeugdliteratuur’ oanlieding om in studzjedei oan har te wijen. De studzjedei sil plakfine op 15 april 1989 yn Ljouwert. De fiertaal is Nederlànsk. It programma sjocht der as folget ut:
Tineke Steenmeijer-Wielenga: De persoan Sjoukje Bokma de Boer: Pertret yn wurden.
Aukje Holtrop: De pedagogyske ynsjoggen en motiven fan Nynke fan Hichtum.
Hugo Kingmans: Yllustraasjes yn en yllustratoaren fan it wurk fan Nynke fan Hichtum.
Jant van der Weg-Laverman: It bernbyld yn de berneboeken fan Nynke fan Hichtum.
| |
| |
Alex Riemersma: De kar en de bewurkings fan de keunstmearkes troch Nynke fan Hichtum yn it Frysk.
Wim van der Schaaf: De kar en de bewurkings fan de folksmearkes troch Nynke fan Hichtum yn it Nederlânsk.
De studiedag zal plaatsvinden op 15 april 1989 te Leeuwarden. De voertaal is Nederlands. Een definitief programma, een routebeschrijving en overige bescheiden worden aan de deelnemers t.z.t. toegestuurd. Men kan zich aanmelden door inzenden van bijgevoegd formulier.
De kosten voor de studiedag bedragen f 40, -. Donateurs van het Landelijk Platform KJL betalen slechts f 25, -; studenten aan het HBO/WO slechts f 15, -. (Een acceptgirokaart wordt t.z.t. toegestuurd).
De kosten foar de studzjedei bedrage 40, -. Stipers fan it ‘Landelijk Platform KJL’ betelje mar 25, -; studinten oan it HBU/WU mar 15, - (In akseptgirokaart wurdt meidertiid meistjoerd). In definityf programma, in rtebeskriuwing en fierdere ynformaasje wurde as it safier is oan de dielnimmers tastjoerd.
|
|