Het structureren van leeservaringen, een vorm van boekpromotie.
Voor de cursus jeugdliteratuur die het Platform in 1987 organiseerde, was mij gevraagd een bijdrage te leveren over boekpromotie. Het was op dat moment onbekend welk percentage van de deelnemers uit de bibliotheek of het onderwijs afkomstig was, noch of zij ervaring hadden met boekpromotie voor welke leeftijd dan ook. Toch, dacht ik, zouden allen erop rekenen op een dergelijke cursusavond praktische ideeën en inspiratie op te doen. Het leek mij daarom zinvol een visie op boekpromotie te ontwikkelen waaruit ieder naar eigen mogelijkheden voor de eigen doelgroep zou kunnen putten.
Ik had ooit bij Frank Smith gelezen (Understanding reading, New York, 1978) dat je geen leesonderwijs moet geven door eerst het lezen in een x aantal deelvaardigheden op te splitsen om vervolgens die vaardigheden stuk voor stuk te onderwijzen. In zijn optiek dien je uit te gaan van de geroutineerde lezer, te bekijken wat zijn eigenschappen en attitudes zijn en proberen dat over te brengen op kinderen. Dit is ook voor boekpromotie een geschikte invalshoek. Omdat het bij boekpromotie voornamelijk gaat om verhalende lektuur ga ik uit van de volwassen/ervaren-/enthousiaste romanlezer.
De geroutineerde en enthousiaste lezer heeft vooral veel gelezen. Hij/zij is bekend met wat er op de markt is. Hij leest recensies, praat graag over boeken; niet zozeer over de inhoud, maar over de interessante plot, de stijl die opvalt (of tegenvalt), de verrassende of triviale wending die het verhaal neemt. Door de grote leeservaring weet hij wat en hoe te kiezen en als hij begint te lezen weet hij waarom hij deze tekst leest.
Volwassenen die regelmatig en met plezier lezen beschikken dus over een referentiekader aan de hand waarvan zij hun keuze bepalen. Of een boek hen bevalt hangt samen met wat zij in de loop der jaren als mooi, spannend of onder de maat hebben ervaren. Ook hun kennis van de wereld laten zij meespelen bij het oordeel. Het praten over wat zij gelezen hebben valt hen niet moeilijk omdat zij over begrippen (en dus over woorden) beschikken om hun leeservaring te beschrijving. Iedere roman waaraan zij beginnen heeft voor hen iets bekends: auteur, uitgever, vertaler, gelezen recensie, of advies van vriend, etc. Zelfs als alles aan een boek onbekend zou zijn, dan heeft de lezer na zo'n tien bladzijden het boek al gecategoriseerd, of zich gerealiseerd dat er iets nieuws aan de ervaring wordt toegevoegd. Daarnaast speelt, zoals gezegd de kennis van de wereld een belangrijke rol. Wie geen weet heeft van Jappenkampen, leest Brouwers' Bezonken rood anders dan wie er zelf deel van uitmaakte. En ook: bij het lezen van Het oneindige verhaal (Michael Ende) trekt men onwillekeurig vergelijkingen met Tolkien's In de ban van de ring of met de Earthsea-