Maar hoe zit het eigenlijk met onze verbeelding? Ik citeer hieromtrent het volgende:
Iedere keer als wij een voorwerp zien, blijft er in onze herinnering iets hangen van zijn vorm en kleur. Deze vage herinnering aan bezielde en onbezielde dingen die de naam ‘zichtbare verbeelding’ draagt, houdt verschillende geesten in onderling verschillende mate geboeid. Sommige mensen zijn zich van wat zij waarnemen en de aard daarvan nauwelijks bewust, buiten een voor dat moment noodzakelijke interpretatie van wat zij zien. Anderen kunnen, wanneer zij dat willen, zo precies beelden oproepen, dat deze beelden op hun beurt emoties opwekken van het soort en met iets van de scherpte zoals ze door de voorwerpen zelf opgewekt worden. Weer anderen hoeven alleen maar hun ogen te sluiten, om in de geest vormen te zien, met de levendigheid en de warmte van directe netvliesindrukken.
Ieder persoon verschilt van de ander in de rijkdom van zijn zichtbare verbeelding.
Van de eersten zeggen we dat ze iets slecht aanschouwelijk kunnen maken, van de tweede groep dat ze dit tamelijk goed kunnen doen, van de derde dat ze dit perfect kunnen.
De meeste mensen behoren tot de tweede groep, tot die mensen, die een middelmatige verbeeldingskracht hebben, wanneer voorwerpen genoemd worden, zweeft hen hiervan een of ander beeld voor de geest. Dat is echter zo vaag en vluchtig, dat het eerder verlangen opwekt dan bevredigt.
Als iemand echter in staat is om ons een beeld te verschaffen dat vaagheid omzet in helderheid en vluchtigheid in een definitieve vorm, dan is er sprake van een goede illustratie. Einde citaat.
Een illustrator is dus iemand die moet beschikken over verbeeldingskracht, het vermogen om naar aanleiding van b.v. een tekst, beelden op te roepen en die beelden vervolgens vorm te geven door middel van zijn vaardigheid en techniek.
De individualiteit van de kijker brengt echter altijd een persoonlijke projectie van de werkelijkheid teweeg. Deze persoonlijke projectie noemt men de visie van de kunstenaar.
De vormgeving van de visie d.m.v. een techniek is op zijn beurt weer een gevolg van de visie en een pakket van persoonlijke eigenschappen, zoals b.v. de mate van vaardigheid, talent, temperament.
Sprookjes spreken in beelden.
Anders gezegd: sprookjes roepen beelden op. Nog anders: sprookjes roepen om beelden- illustraties in de ware betekenis van het woord. Wat betekent een illustratie in en voor het boek? Wat is haar functie? Ik heb er een aantal op een rij gezet: een illustratie kan dienen als rustpunt; verdieping; aanleiding tot bezinning en beter begrip; verrijking; verfraaiing; informatie; lichtpunt; tegenwicht, zelfs contrast. Ze deelt het boek in, licht de tekst toe.
Allemaal functies die het lezen kunnen verlichten, veraangenamen, verdiepen, en ze onmisbaar maken b.v. voor het kind dat nog magisch en in beeld denkt. Dat volwassenen het beter of líever