Om verder te lezen
Bij Liesbeth Eugelink
K. Armstrong, Een geschiedenis van God. Vierduizend jaar jodendom, christendom en islam. Amsterdam: Anthos, 2003. L. Eugelink, ‘Het oog van de verteller: Harry Mulisch en de onzichtbaarheid’, in Mulisch toegesproken. Amsterdam: De Bezige Bij, 2002. N. French, Onderhuids. Amsterdam: Ambo Anthos, 2000. A. Honneth, Unsichtbarkeit. Stationen einer Theorie der Intersubjektivität. Frankfurt am Main: Suhrkamp Verlag, 2003. H. den Hartog Jager, Zelf God Worden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2003. P. Hefting, ‘De picturale, klare lijn en het onzichtbare’, in Fik & Snik. Over Charlotte Mutsaers. Amsterdam: Meulenhoff, 2000. S. Hertmans, Het bedenkelijke. Over het obscene in de cultuur. Amsterdam: Boom, 1999.
H. Mulisch, De Procedure. Amsterdam: De Bezige Bij, 1998. H. Mulisch, ‘Chantage op het leven’, ‘Oneindelijke aankomst’, ‘Oude lucht’, In: Alle verhalen. Amsterdam: De Bezige Bij, 2000. T. Oosterhoff, ‘Octopus’, in: Ook de schapen dachten na. Amsterdam: De Bezige Bij, 2000. W.J. Otten, Specht en zoon. Amsterdam: Van Oorschot, 2004. W.J. Otten, ‘Berlijnse kroniek’, in: De letterpiloot. Amsterdam: Van Oorschot, 1994. C. Palmen, Iets wat niet bloeden kan. Stichting Maand van de Filosofie, 2004. X. Schutte, ‘Ik ben die Palmen niet’, in: De Groene Amsterdammer, 16 december 1998. T. Tellegen, ‘Een man’, in: Miniscule oorlogen (niet met het blote oog zichtbaar). Amsterdam: Querido, 2004. J. Theunissen, De onzichtbare. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.
B. Vervaeck, Het postmodernisme in de Nederlandse en Vlaamse roman. Brussel-Nijmegen: VUB-Press & Vantilt, 1999. C. van Winkel, ‘Koning Midas in Wonderland’, in: De Witte Raaf, nummer 89, januari-februari 2001. J. Zwagerman, ‘De ontdekking van de eeuwigheid’, in: Het vijfde seizoen. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2003.