Onzichtbaarheid
‘Ik tel tot tien, wie niet weg is, is gezien...’ Alle kinderen spelen verstoppertje en weten dat het leuker is jezelf te verstoppen dan te moeten zoeken. Onzichtbaar zijn is leuker dan de confrontatie met een ander die onzichtbaar is. De middeleeuwse ridder Parthonopeus voelt zich ongemakkelijk wanneer bij een eiland bezoekt waar iedereen onzichtbaar is, terwijl omgekeerd Harry Potter - de bekendste onzichtbare van onze tijdzich moeiteloos beweegt onder de mantel die hem aan het oog van anderen onttrekt.
Onzichtbaarheid lijkt in de eerste plaats een fenomeen uit de oude literatuur en uit jeugdliteratuur. Toch speelt het ook in de hedendaagse roman vaak een belangrijke rol, al is de verschijningsvorm anders. Geen helden die door het opzetten van een helm hun gang kunnen gaan - zoals Autolycus, zoon van Hermes en grootvader van Odysseus, die het vermogen bezat zich onzichtbaar te maken en bekendstond als rover en bedrieger. De moderne onzichtbaren zijn vertellers die buiten beeld blijven, lang verdwenen personen die toch even aanwezig lijken te zijn, ingebeelde verschijningen.
Dit dossier toont de onzichtbaarheid in al haar vormen. Liesbeth Eugelink schrijft over recente literatuur, terwijl An Faems twee nauwelijks bekende Middelnederlandse ridderverhalen belicht. En dan is er een lexicon: een verzameling personages, dieren, fantasiewezens, middelen die onzichtbaar maken, engelen en goden. Verre van volledig, onsystematisch en misschien veel te kort. Maar in ieder geval laten we zien dat het zeker geen marginaal thema betreft. De onzichtbaarheid zichtbaar gemaakt.