Wie was Elisabeth Bas?
Digitaal Vrouwenlexicon vult gaten in het biografisch apparaat
Ooit waren het bekende namen: Petronella Johanna de Timmerman, achttiende-eeuws dichteres en amateurgeleerde, of een eeuw eerder: de Groningse arts Elisabeth de Mora. In de hedendaagse standaardwerken vind je ze niet meer terug. Onder leiding van de Utrechtse historica Els Kloek wordt sinds eind vorig jaar gewerkt aan het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. Het beoogde eindresultaat: een verzameling van duizend biografische lemma's over bewonderde, verguisde, illustere en vaak allang vergeten vrouwen.
sasja koetsier
‘Het was al heel lang een droom van mij’, vertelt Els Kloek in haar huis in Amsterdam. ‘Ik heb er jarenlang over gezwegen, omdat ik het beschouwde als iets wat ik waarschijnlijk nooit zou kunnen realiseren. Op een gegeven moment begon ik er in gesprekken met vakgenoten toch af en toe iets over te vertellen, en ze bleken allemaal enthousiast te reageren.’
Toen ze vorig jaar haar ideeën neerlegde in een projectvoorstel, gaf ook de Universiteit Utrecht een fiat, al kon het project, vanwege de encyclopedische aard en de omvang van het benodigde budget, daar niet worden opgestart. En zo werd het een samenwerkingsproject van de universiteit met het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING) in Den Haag. Momenteel bevindt het zich nog in de pilot-fase, in afwachting van de beslissing over een projectsubsidie van NWO. Maar de uiteindelijke bedoeling is om over vier jaar duizend biografieën on line te hebben van vrouwen die in hun tijd een naam hadden vanwege hun verrichtingen op uiteenlopende gebieden: kunstzinnig, filosofisch, literair, religieus, maatschappelijk, crimineel of anderszins. Moordenaressen staan eensgezind naast heiligen - als hun daden maar op zodanige manier tot de verbeelding spraken dat erover werd geschreven. De selectie biografieën die op dit moment op het web is gepubliceerd, geeft naast een levensbeschrijving van de zeventiende-eeuwse geleerde, dichteres en kunstenares Anna Maria van Schurman bijvoorbeeld ook antwoord op de vraag ‘Wie was Elisabeth Bas?’ - bij de lezer mogelijk bekend van het sigarenbandje.
Bij diverse onderzoeken naar vrouwen ondervond Els Kloek dat het vaak veel moeite kost om biografische gegevens boven water te krijgen over vrouwen die tot in de negentiende eeuw nog met enige regelmaat werden aangehaald, maar die daarna in de vergetelheid zijn geraakt. ‘De verwetenschappelijking van de geschiedschrijving in de negentiende eeuw is van grote invloed geweest. Verhalen waarvan in de archieven niets was terug te vinden, zijn toen rigoureus aan de kant geschoven. Daar zaten veel verhalen over vrouwen bij. Toen de wetenschap zich in de twintigste eeuw voor vrouwengeschiedenis ging interesseren, waren die verhalen dus volkomen uit het zicht geraakt. Die kloof moet nog steeds worden overbrugd. Want als je je erin vastbijt, blijken de archieven ook over hen interessante gegevens te bevatten.’
In de biografie van Haesje Claes, een rijke inwoonster van Amsterdam die bekend werd als stichteres van het Amsterdamse Burgerweeshuis en het Oudevrouwen- en Oudemannenhuis, wordt dit mechanisme geïllustreerd. Vanaf de zestiende eeuw gold zij als de weldoenster van de Amsterdamse wezen, maar die reputatie werd in 1886 door de historicus J. Ter Gouw naar het rijk der fabelen verwezen vanwege het feit dat hij er in de archieven van het weeshuis geen bevestiging voor had gevonden. Jammer genoeg is ook de wetenschappelijke overlevering weer taai, want ondanks het feit dat er inmiddels relevante archiefstukken zijn opgedoken die wel degelijk wijzen op betrokkenheid van Haesje Claes bij de stichting van het weeshuis, wordt in sommige recentere publicaties nog steeds vastgehouden aan het oordeel van Ter Gouw.
Daarmee staat het lexicon ook voor een nieuwe kijk op biografisch onderzoek, waarin er meer aandacht is voor de ‘literaire’ overlevering. Een methode waarmee misschien ook nog wel eens wat ‘vergeten mannen’ kunnen worden opgeduikeld? ‘Absoluut! Dat dit een vrouwenlexicon wordt, is een logisch gevolg van mijn wetenschappelijke werk. Maar het is niet bedoeld om vrouwen op een voetstuk te plaatsen. Ik zou bij wijze van spreken graag het NNBW (Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, red.) overdoen. Dat is intussen zwaar verouderd. Wat dat betreft zouden we een voorbeeld moeten nemen aan