Boek & Zaak
Lincoln's doctors dog
Je denkt aan een 1-aprilgrap, maar het is waar: uitgeverij Van Oorschot is met een website begonnen. Van Oorschot was altijd de uitgeverij bij uitstek die dwars tegen modieuze trends inging. Zo weigert ze aan de nieuwe spelling (pannenkoeken) mee te werken en keert ze zich ongewoon fel tegen afschaffing van de vaste boekenprijs. www.vanoorschot.nl is informatief, in hoge mate grafisch - zoals de hele Van Oor-schot-vormgeving - en bevat bijna een complete geschiedenis van de uitgeverij en tal van doorklikmogelijkheden. De wet van het wegspurtende nakomertje gaat hier dus helemaal op. En toch roept dit nieuwtje ook een gevoel van weemoed op, omdat je ergens had gehoopt dat Van Oor-schot weerstand zou bieden aan de moderne tijd, zoals een klein Gallisch dorpje aan de Romeinen. Je moet met internet altijd een beetje oppassen met wat je zegt: voor je het weet word je uitgemaakt voor een oude sok die echt niet meer van deze tijd is. Laten we dus eerst vaststellen dat internet geweldig is. Het is een prachtig medium, een uithangbord en knipselmap, een Klazien uit Zalk aan wie je alles kunt vragen, en een vergaarbak voor wat we ‘grijze literatuur’ noemen. Toch word ik een beetje moe van het gedweep met internet, vooral als men het filosofisch denkt te moeten benaderen. Gealarmeerd door een stuk in de Academische Boekengids ‘loadde’ ik een rapport ‘down’ dat wel in alle opzichten grijze literatuur mag heten. Het heet Geëngageerde geesteswetenschappen en is geschreven door W. Bijker en B. Peperkamp voor de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT). Het rapport is een aanbeveling aan geesteswetenschappers - van letterkundigen tot theaterwetenschappers - om in hun onderzoekingen meer aandacht te geven aan ICT-gerelateerde onderwerpen. De samenleving vraagt daarom, dus met het oog op engagement moeten geesteswetenschappers meer nadenken over de invloed en problematiek van de computer en het internet in ons
dagelijks leven. Als de onderzoekers dat niet doen, speelt Nederland geen rol meer in internationale wetenschappelijke debatten.
Er zit iets onechts aan het advies. Zijn de geesteswetenschappen zo al niet geëngageerd genoeg dan? Of draait het om de aloude vraag of de letterkunde wel een wetenschap genoemd mag worden, omdat ze nu eenmaal niet ‘empirisch’ heet te zijn? Onderwerpen als de invloed van digitalisering op leesbevordering hebben misschien een zeker maatschappelijk belang en zien er heel wetenschappelijk uit, maar halen het niet bij een mooie studie naar, ik noem maar wat, het leesgedrag van Willem Kloos. Literatuuronderzoek is juist niet bedoeld om het medicijn te vinden tegen wat voor maatschappelijke kwaal dan ook, maar vormt een doel in zichzelf. Misschien komt het advies voort uit opportunisme, uit een neiging om bij modieuze trends aan te haken. Want wat is de overeenkomst tussen vrouwen, multiculturaliteit en internet? Het zijn de drie thema's waarvoor je bij beleidsmakers de handen altijd wel op elkaar krijgt, bang als men is om voor de spreekwoordelijke ‘oude sok’ te worden uitgemaakt.
In de jaren dertig waren in Amerika boeken over honden, boeken over Lincoln en boeken waarin een dokter een hoofdrol speelde het meest in trek. Waarop een slimme uitgever een boek bedacht dat hij Lincoln's doctors dog noemde. Zo geldt nu: noem je project ‘allochtone vrouwen op internet’ en iedereen zal er ja op zeggen. Laat het advies van de twee geesteswetenschappers dus, positief opgevat, bedoeld zijn om geesteswetenschappen uit het slop te halen, mijn voorspelling is dat ze er des te dieper in wegzakken. Elk initiatief moet immers uit de lengte of uit de breedte komen. De feitelijke kennis van literatuur en literatuurgeschiedenis (om me tot dit vakgebied te beperken) zal door al dat gefilosofeer over onbenullige zaken nog verder op de achtergrond raken, waardoor ook de relevantie van de ICT-vraagstukken vanzelf steeds kleiner wordt. Het enige voordeel zou nog zijn dat alle output natuurlijk uitsluitend op internet gepubliceerd wordt, zodat je in je boekenkast weer meer ruimte overhoudt voor Willem Kloos.
lisa kuitert