Het voordeel van afstand Hermina Joldersma over Antwerpse liederen en onderzoek in Canada
Sasja Koetsier
In 1982 promoveerde ze op een editie van het Antwerps liedboek. Ze is er steeds mee bezig gebleven. Hermina Joldersma uit het Canadese Calgary speelde een belangrijke rol in een vijfpersoons werkgroep die een nieuwe editie van het befaamde liedboek maakte.
‘Ik herinner me een artikel in de Volkskrant waarin werd geschreven dat elk lied “een klein labyrint van taal” is, en dat vind ik een prachtige omschrijving. De betekenis van een lied is vaak bijzonder moeilijk te ontwarren, over bepaalde delen hebben we nog altijd flinke discussie moeten voeren met zijn vijven.’ Dat er behoefte was aan een nieuwe editie, was Joldersma al langer duidelijk, en ook dat ze die klus niet in haar eentje ging klaren.‘Mijn dissertatie verscheen net voor het computertijdperk. Ik had hem nog op een schrijfmachine uitgetikt, zo'n achthonderd pagina's dik. Ik kon me toen werkelijk niet voorstellen dat ik die nog eens op de computer zou overtikken, en bovendien wist ik ook dat er mankementen waren die ik in mijn eentje niet zou kunnen oplossen. Voor bepaalde tekstproblemen schoot bijvoorbeeld mijn kennis van het Middelnederlands tekort.’
‘In mijn dissertatie richtte ik me vooral op de overlevering. Alleen al op dat punt is in de afgelopen decennia veel meer onderzoek mogelijk geworden. Er zijn edities van liedboeken bijgekomen, via internet zijn allerlei bronnen in buitenlandse bibliotheken toegankelijk gemaakt, en het Repertorium van het Nederlandse lied tot 1600 is er gekomen. In de tussentijd hebben ook veel meer onderzoekers belangstelling gekregen voor het lied, en dat is een goede zaak. Een bundel als het Antwerps liedboek is zo'n bonte verzameling van liederen, dat je er vanuit verschillende disciplines naar moet kijken, iemand alleen kan dat niet doen. In de kwesties rond de tekstinterpretatie heeft Dirk Geirnaert, die op het Instituut voor Lexicologie werkt, veel bijgedragen. De melodieën zijn uitgezocht door Louis Grijp, musicoloog en liedkenner. Dieuwke van der Poel heeft de Middelnederlandse overlevering van bepaalde liederen onderzocht, kennis van de rederijkerscultuur werd ingebracht door Johan Oosterman en voor de politieke en historische achtergronden hebben we ons laten adviseren door een historicus. Zelf heb ik me geconcentreerd op de Duitse overlevering.
Het Antwerps Liedboek is geëditeerd naar de druk van 1544. Louis Grijp kon voor meer dan de helft van de liederen de melodieën reconstrueren, soms via flinke omwegen. In een artikel in de (nog te verschijnen) gedenkbundel voor Kees Vellekoop beschrijft hij hoe hij aan de hand van een liedje in een Meistersängerhandschrift uit Zuid-Duitsland de melodie van een van de liederen kon reconstrueren.
In een apart deel zijn woordverklaringen opgenomen en commentaar bij de liederen: soms wordt er iets gezegd over andere vindplaatsen van hetzelfde lied, en bij enkele historieliederen is toegelicht hoe de gebeurtenis in historische bronnen is overgeleverd. ‘Er is veel veranderd in de manier waarop we naar de geschiedenis kijken, en erover schrijven. Toen ik begon had je eigenlijk alleen Van de Graft (Middelnederlandsche historieliederen, SK), waarin de globale feiten werden weergegeven bij het lied. Nu wil je ook laten zien hoe in zo'n lied die feiten worden omgewerkt, en hoe dat wordt ingezet voor een bepaald doel. Als bijvoorbeeld keizer Maximiliaan zijn toekomstige vrouw Anna van Bretagne aan zijn neus voorbij ziet gaan, omdat ze ineens besluit met Karel VIII te trouwen, dan wordt er een liedje gemaakt waarin het wordt voorgesteld alsof ze is ge-