Kiosk Hans Renders
Wat in boeken steekt
Uitgelezen Boeken 9 (2003) 3 december. Katern voor boekverkopers en boekenkopers. Uitgeverij De Buitenkant, € 10,-.
Het tijdschrift Barbarber kwam in de zomer van 1969 met een dubbeldik themanummer onder de titel ‘Dingen die uit boeken vallen’. Naar een idee van uitgever Jaco Groot vulde Pier Rienks Barbarber 73/74 met in boeken gevonden papiertjes die als boekenlegger zijn gebruikt. De redactie vond het zo'n succes dat ‘Dingen die uit boeken vallen’ daarna regelmatig als rubriek terugkeerde.
De Amsterdamse antiquaar Pier Rienks verzamelde vanaf 1955 alles wat hij in aangekochte boeken vond. Soms was dat een interessant papiertje uit de achttiende eeuw, vaker een foto, aantekening of rekening uit de tijd dat de laatste eigenaar van het boek erin had gedaan omdat hij tijdens de lectuur gestoord werd door de telefoon of de huisdeurbel. Een enkele keer bleek een boek gebruikt te zijn als geheime opslagplaats van bankbiljetten of een verklaring die voor de betrokkene van emotionele betekenis was, zoals een briefje van de Duitse bezetter of een kindertekening die vader van zijn oudste zoon had gekregen. Behalve een boekenlegger met de duidelijk tekst: ‘Hier ben ik gebleven’, vond Rienks ook boekenleggers die direct verband hielden met het boek waarin die legger werd aangetroffen. Soms omdat uitgeverij De Wereldbibliotheek een bladwijzer in haar uitgaven meeleverde, maar ook een bladwijzer met daarop informatie over Cola Debrot in een boek van Cola Debrot.
Voor verzamelaars van boekenleggers zijn die laatste voorbeelden een probleem, zo schrijft Frank Divendal in een geheel door hem verzorgd nummer van Uitgelezen Boeken. Want de echte verzamelaar weet waar zijn collectie eindigt. Boeken horen niet tot zijn verzameling, maar mag je een legger die speciaal voor een uitgave gemaakt is scheiden van dat boek? En wat te doen met een bladwijzer (ook ‘boekenwijzer’, ‘leeswijzer’ of ‘boekenlegger’) waarop een namenlijst van personages is gedrukt? Moeten roman en bijbehorend los drukwerk ruw uit elkaar gehaald worden? En wat te doen met een boekenlegger en bijbehorend chocolaatje bij een roman over chocolade? Frank Divendal vraagt zich af wat de bedoeling is van het verzamelen van boekenleggers. Hij heeft het juiste antwoord ‘nog niet’ gevonden. Hij zoekt er al jaren naar.
In 1995 stelde hij ook al een aflevering over bladwijzers samen voor Uitgelezen Boeken. Toen beschikte hij over 12.000 boekenleggers, acht jaar later is hij 40.000 exemplaren verder. Hier wordt het belang van de particuliere verzamelaar goed geïllustreerd, want hoeveel bibliothecarissen in overheidsdienst zouden er nodig zijn om elke maand gemiddeld 416 aanvullingen te verwerken? Elke toezending van een boekenlegger moet keurig afgehandeld worden: bedankbriefje schrijven, de nieuw verworven bladlegger in de bestaande collectie ‘plaatsen’ en bijhouden wie wat gestuurd heeft. Dat laatste is belangrijk omdat je bronnen snel uitdrogen als je niet een bladlegger terugstuurt. En dan natuurlijk niet eentje die de gulle gever al heeft. Kortom, een deugdelijke administratie is een harde voorwaarde voor een bladwijzerverzamelaar. En dan het ordenen. Zo gauw van een land meer dan vijftig boekenleggers in bezit van Divendal zijn, wordt er gedetailleerder geordend op boekhandels, uitgevers, bibliotheken, instellingen met een goed doel, groot formaat, religieus, reclame en zo meer. Want iedereen kan een bladlegger de wereld insturen. Eigengemaakte bladwijzers, dus niet gedrukt, krijgen ook een plaatsje, ‘maar uiteraard kunnen ze nooit meetellen’.
Duidelijk maar wel een beetje met als ondertoon ‘Ik ben me d'r eentje’ (bij het zien van een boekenlegger besmeurd met een voetafdruk ‘gaat er een lichte rilling door mij heen’) doet Divendal verslag van zijn strooptochten in binnen- en buitenland op zoek naar bladleggers. Niet alles wordt hem zomaar toegestuurd.
Pas in de tweede helft van de negentiende eeuw verschenen de eerste bladwijzers en tot op de dag van vandaag worden er variaties bedacht. Voor die tijd werden ‘Dingen die uit boeken vallen’ wel als boekenlegger gebruikt, maar als ze er niet voor gemaakt zijn, vallen ze buiten de definitie. Voor de verzamelaar zijn de ‘meerlingen’ natuurlijk interessant. Dat zijn meerdere boekenleggers die tegelijk verschijnen en die naast elkaar gelegd één afbeelding vormen. Bladwijzers verwijzen vaak naar een uitgeverij, een type boek of een jubilerend bedrijf. Dat is reclame. Bladwijzers die betrekking hebbben op de totale boekenbranche zijn gezocht omdat ze een idealistisch getint doel dienen. Het meest succesvol in dit genre zijn de boekenleggers die verwijzen naar de Catalaanse traditie die zegt dat vrouwen hun man op 23 april een boek cadeau moeten doen. Zulke tradities wil de boekenbranche wel levend houden. En met recht want op 23 april worden in Catalonië elk jaar vier miljoen boeken verkocht, op een bevolking van zes miljoen inwoners. Vanaf 1995 heeft de Unesco deze boekendag geadopteerd en verspreid over tientallen landen. Dat heeft een waaier van boekenleggers opgeleverd, temeer omdat op 23 april 1564 Shakespeare werd geboren en ook op 23 april, in 1616, overleed. Op dezelfde dag trouwens als Miguel de Cervantes stierf.
Boekenleggers die betrekking hebben op gebeurtenissen die niet hebben plaatsgevonden zijn een begerenswaardig verzamelobject.
Er zijn allerlei trends te signaleren. Genummerde boekenleggers, aangeboden in een lederen etui, door de auteur van een boek gesigneerde boekenleggers, kerstkaarten die tevens boekenleggers zijn, kalenders die afscheurbare bladen hebben die vervolgens als boekenlegger zijn te gebruiken en de boekenlegger die als collectors item maandelijks wordt uitgebracht. In Purmerend hebben ze daar een bijzondere serie van geproduceerd.
Divendal doet een voorzichtige poging ook de literatuur in kaart te brengen waarin boekenleggers figureren. Dode Zielen van Gogol bevat een gouden bladwijzer waarmee je een gezicht kunt openhakken en Lewis Carroll schreef in Brieven aan kinderen over hoe blij de schrijver was toen een meisje hem een boekenlegger cadeau deed. Het zal toeval zijn dat Brieven aan kinderen een boek uit de zogenaamde Barbarberboekenserie was en op hetzelfde moment verscheen als het themanummer ‘Dingen die uit boeken vallen’. Uit deze aflevering van Uitgelezen Boeken vielen acht prachtige bladwijzers. Mooi maar overbodig want zo'n interessant nummer lees je in één keer uit.