Inspiratie
De muze die op de schouder tikt, de heilige Geest die zijn adem binnenblaast: inspiratie als de goddelijke vonk die de kunstenaar in beweging zet. ‘Nu open Muze, uw trotschen godenmond’, schreef Hélène Swarth een eeuw geleden, en ze sprak woorden die velen sinds Homerus bezigden. En ruim vijfhonderd jaar terug wist Jan Bortoen over zijn gestorven Brugse vriend Anthonis de Roovere: ‘De heilighe gheest sy syn verlichtere.’ De Roovere zelf lijkt trouwens nuchterder waar hij in een van zijn gedichten schrijft dat hij er tijdens zijn werk - hij was metselaar - over nadacht. Dichten was tenslotte, net als het bouwen van huizen, vooral een ambacht.
Schrijven is beide: geschenk van God (of de goden, de muze et cetera) én zwaar bevochten. Inspiratie én transpiratie (om dat cliché maar eens te gebruiken). De kunstenaar moet vooral hard werken, maar ervaart soms een moment van groot inzicht. En Komrij schreef daarover eens: ‘Ik heb er geen bezwaar tegen als men de termen god of inspiratie gebruikt om samenhang te verlenen aan zaken waarvoor men niet in een handomdraai een verklaring weet.’ Al is hij er ook van overtuigd dat er eens een biochemische verklaring wordt gevonden, ‘Maar tot zolang moeten we het doen met “inspiratie”, als verzamelnaam voor wat de dichter van de gewone sterveling onderscheidt.’
Van zij die in dit dossier aan het woord komen was Bilderdijk er wel het meest van overtuigd dat de dichter anders is dan de gewone sterveling. Zijn hoge opvatting over het dichterschap lijkt nu hoogdravend, niet alleen voor ons, gewone stervelingen, maar ook voor de schrijvers. Het geldt in ieder geval voor Thomas Rosenboom en A.F.Th. van der Heijden, die hierna uitvoerig aan het woord komen. Schrijven is vooral hard werken, al zou het plotseling verdwijnen van het vermogen te schrijven - het writer's block - juist gezien kunnen worden als bewijs dat de goddelijke vonk toch bestaat. Maar hoe het nu precies zit? Vestdijk zei in december 1942 in een lezing over ‘Het schrijven van verzen’: ‘Och, mijne heren, met de inspiratie is het heel eigenaardig gesteld.’