Boek & Zaak
Afwerkplekken
De enige bibliotheek waar pornografie kan worden aangevraagd is de Koninklijke Bibliotheek. Het verhaal gaat dat een onderzoekster die bezig was met de beschrijving van bladen als Chick en Penthouse, in de kb in een speciale ruimte en onder toeziend oog de bladen mocht bekijken. Er kwam normaal gesproken nooit iemand voor. Nu is het misschien zo dat de echte seksverslaafde niet snel zijn toevlucht neemt tot de bibliotheek - de boeken en bladen in kwestie zijn, nu ja, niet direct bedoeld om onder toezicht gelezen te worden. Maar toch is het eigenaardig dat openbare bibliotheken, die al zo lang te kampen hebben met een dalend bezoekersaantal, vooral in ‘de oude wijken’, deze niche in het boekenaanbod niet beter benutten. Pornografie, of zoals het in verzamelaarskringen beschaafd heet ‘erotica’, is immers een genre dat veel mensen niet durven te kopen - dat is het geheim achter het succes van de boekenclubs. Een zo op het oog doodnormale en beschaafde bibliotheek met een discreet keldertje, waarin de bezoekers zich kunnen terugtrekken met hun geliefde lectuur, anoniem, en, tegen nieuwsgierige blikken afgeschermd, tussen twee schotten. Ik zie het wel voor me. Zeker nu de gemeente Amsterdam naar buiten is getreden met haar plan voor de verhuizing van de Prinsengrachtbibliotheek, dé openbare bibliotheek van het centrum van de stad. De nieuwbouwbibliotheek komt op het Oosterdokseiland, een desolaat stukje stad schuin achter het Centraal Station, en zal in 2007 worden opgeleverd. Twee keer zo groot als de oude vestiging, ontworpen door Jo Coenen, en bedoeld om ‘de band tussen de stad en het IJ’ weer te herstellen, zo lees ik in Het Parool. Weer zo'n leuk fris gebouw met veel airco en schone toiletten waar dus niemand meer komt. Een doodskist zoals het Letterkundig Museum waar de medewerkers zenuwachtig worden als er eens een bezoeker zijn entree maakt. De locatie van een cultuurtempel is
belangrijker dan je denkt. Zoals het Stedelijk Museum nooit aan de zogeheten ‘Zuidas’ (lees de snelweg) mag komen, zo moet ook de openbare bibliotheek van het centrum ín het centrum blijven. In het hart van de oude stad, waar cultuur op elke straathoek ligt, en waar de argeloze passant er niet omheen kan. Maar de bestuurders zien dat anders. In een verwoede poging kennelijk om meer lezers te trekken en een bredere doelgroep te bereiken, plaatsen zij de bibliotheek in de hernieuwde tippelzone rondom het station. De wereldberoemde ‘afwerkplekken’ aan de excentrisch gelegen Theemsweg zijn namelijk recent gesloten, dus de hoeren, pooiers, junks komen weer gestaag terug naar de omgeving van het Station, naar de De Ruyterkade. Het masterplan van de gemeente is duidelijk. Seks en boeken als ideale combinatie, voor iedereen is er daar ‘tussen stad en het IJ’ straks wel iets te beleven. Als mevrouw wil lezen, kan zij haar man even op straat achterlaten, en als de middelbare scholieren hun Het verrotte leven van Floortje Bloem gaan lezen, kunnen ze af en toe naar buiten voor een real-life-experience. Van de aanpalende spoorwegen, zo voorspel ik, wordt binnenkort een handige pr-man geleend, want daar weten ze inmiddels ook dat je loze praatjes goed kunt verkopen zolang je je maar met boeken afficheert. Tijd voor lezen, heet het daar, met andere woorden: wees blij dat je trein vertraging heeft, dan kun je langer lezen. Zo zal ons worden uitgelegd dat ook de nieuwe bibliotheek een lucratieve onderneming is. Mensen durven er nog maar één keer per jaar te komen, en lenen dan voor een heel jaar ineens, zodat er minder medewerkers nodig zijn. Ter plaatse inzien kan alleen met exemplaren die aan de ketting liggen - precies als in de Middeleeuwen. Omdat er steeds minder mensen komen, blijkt het gebouw al gauw te groot, en kan de helft lucratief verhuurd worden aan een exploitant met een buurtfunctie. De
politie draait overuren en zal alle prestatiecontracten weten te overtreffen. Het straatrumoer is dan compleet zodat het voor de eratuur de komende vijftig jaar ook wel goed zit.
lisa kuitert