Sinterklaas zat te denken...Een korte geschiedenis van het sinterklaasgedicht
Vlak voor 5 december slaan vele Nederlanders aan het rijmen. Het schrijven van sinterklaasgedichten valt vaak niet mee, maar het feest biedt een mooie gelegenheid om elkaar eens lekker kritisch toe te spreken. Een typisch Nederlands gebruik, tamelijk jong nog en springlevend.
Frits Booy
Sinterklaasgedichten behoren tot de gelegenheidspoëzie. Al in de zeventiende eeuw was het in ons land mode om bij bijzondere gelegenheden als huwelijk en verjaardag een gedicht te schrijven. Ook maakten volwassenen toen gedichten bij geschenken, maar niet met Sinterklaas, want aan dat feest deden ze vóór circa 1900 niet mee.
Eeuwenlang werd ons sinterklaasfeest namelijk alleen met kinderen tot circa twaalf jaar gevierd. Deze kregen lekkers en onverpakte geschenken zonder rijmpjes, getuige schilderijen en prenten (zie bijvoorbeeld Jan Steen) en de literatuur (Bredero en anderen). Zolang het sinterklaasfeest een feest was voor kleine kinderen, die vaak nog niet kunnen lezen, lag het gebruik van gedichten ook niet erg voor de hand.
Het opsporen van sinterklaasgedichten is niet eenvoudig, omdat ze zelden worden bewaard of in druk verschijnen. We moeten het vooral hebben van egodocumenten en van mondelinge en gedrukte verhalen over het sinterklaasfeest. Het is daarom ook moeilijk vast te stellen, wanneer de traditie van het dichten ter gelegenheid van het sinterklaasfeest begint. Het eerste gedicht van ‘Sinterklaas’ dat bekend is, duikt op in het verhaal Sint Nikolaas uit 1810 (zie afbeelding op pagina 31, boven). Het gaat over een jongen die zijn zusje pest; voor straf krijgt hij in zijn schoen een roe mét een gedichtje:
Sint Niklaas houdt goede wacht,
Wie zijn kinderpligt betracht,
Of verwaarloost: stoute blaagen
Kunnen nimmer hem behaagen;
Dezen brengt hij, in den schoê,
Niets dan slechts een' berken roê.
De gepaard rijmende tekst is nogal algemeen van inhoud. Sinterklaas begon vanaf deze tijd een ‘opvoedmiddel’ te worden; dat blijkt ook uit dit rijmpje. Nu zou men verwachten, dat vanaf 1810 meer sinterklaasgedichten (in druk) gaan verschijnen vanwege dat opvoedkundige aspect. Toch is dit vermoedelijk niet het geval. Er kwamen wel sinterklaasboekjes voor de jeugd, maar zonder gedichten van ‘Sinterklaas’ erin. Ook elders zijn deze vóór circa 1880 voor zover bekend niet gevonden.