in de grond staan, en het geluid van boomklever. Het gaat er maar om dat je een eind vooruit kunt zonder direct onder een auto te lopen.
Ideaal zou het zijn om nergens een snelweg te horen, nooit een moutainbiker tegen te komen, geen enkele zonsondergang beschadigd te zien worden door een heteluchtballon. Maar voor het ideale zijn wij niet in de wieg gelegd, met een zekere verstoring moet je kunnen leven, een zekere verstoring kan zelfs vaart geven aan je gedachtegangen.
Je moet de weg weten. Beslissingen over de route en de daarmee gemoeide tijd mogen nauwelijks aandacht vergen. Sleur met minimale variaties, dat is verreweg het beste.
Je moet alléén zijn (met de hond om te voorkomen dat het benauwend wordt). Ikzelf heb er geen bezwaar tegen dat er eens iemand meeloopt, zeker niet als zo iemand langdurig z'n mond kan houden, maar de schrijver in mij moet daar niets van hebben. Zelfs als het Iris is, zelfs als zij meters achter me gaat lopen, blijft hij zwijgen.
Je moet je niet moe maken, althans niet zo moe dat vermoeidheid de overhand krijgt. Ikzelf mag graag van tijd tot tijd een hele dag gaan lopen, maar dan haakt de schrijver in mij ongeveer halverwege af. Ik zelf mag ook graag bergwandelen, maar daar begínt de schrijver in mij niet eens aan. Hij verdraagt geen zweet, honger of dorst, en zere knieën verdraagt hij al helemaal niet.
Als we met vakantie gaan neem ik altijd een leeg notitieboekje mee, je kunt niet weten, en dat neem ik ook altijd leeg weer mee terug. De schrijver zat thuis -
Soms maak ik een wandeling om de indrukken te verwerken die ik tijdens de vorige wandeling heb opgedaan -
Soms denk ik dat het andersom is, dat ik niet loop om te kunnen schrijven, maar schrijf om te kunnen lopen -
Of ik vraag me met een lichte beklemming af: je kunt tot op hoge leeftijd blijven schrijven, maar kun je ook tot op hoge leeftijd blijven lopen?
Lopen dempt de onrust. Lopen schept orde. Lopen brengt je in een soort halfslaap. Je kunt je gedachten de vrije teugel laten, ze weten zelf wel waar ze moeten zijn - altijd bij de tekst die op dat moment bijna klaar is of net in de steigers wordt gezet.
Zinnen die nog geschreven moeten worden of zinnen die al geschreven zijn maar zich willen verbeteren - ze wentelen zich om en om, net zo lang tot alles op zijn plaats staat. Op een of andere manier voegen ze zich naar het ritme waarin je je beweegt. Achter de schrijfmachine is het meer de betekenis, bij het lopen meer de melodie, Ik hoor ze, mijn zinnen. Met mijn voeten geef ik de maat aan, op mijn vingers tel ik de woorden.
Het lopen vertelt me dat ergens nog drie lettergrepen moeten worden vervangen door twee. Het lopen beslist over de klank en kracht van bijvoeglijke naamwoorden. Het lopen heeft me ook van mijn angst voor bijzinnen verlost, en nog maar een komma, en nog maar een, als ze het niet meteen begrijpen, lezen ze het maar een keertje over - er is toch geen haast bij?
Voor nrc Handelsblad heb ik een tijdlang dagelijks een stukje van een kleine driehonderd woorden geschreven. Vast pandoer op literaire avonden: hoelang doet u nu over zo'n stukje? En dan zei ik: twintig minuten, en dat was waar!
Een stukje van deze lengte paste precies in vijf kwartier Hollandse Kade. Eerste zin, laatste zin, en meestal zit er dan nog wel een alinea tussen die haar draai niet kan vinden, maar vaak was ook dat al opgelost - in feite kwam ik met een kant en klaar stukje thuis, ik hoefde het alleen nog maar uit te tikken.
Mij zul je niet horen zeggen dat ik eigenlijk altijd werk. Ik zou nog liever zeggen dat ik eigenlijk nooit werk -
Schoenen, hemden, overhemden, broeken, truien, jassen, alles in de verwachting van eindeloze wandelingen en gedenkwaardige weersomstandigheden. De schrijver in mij wil er als een woudloper uitzien. En de P.C. Hooftprijswirmaar in de schrijver in mij zorgt nu en dan voor een net colbertje -
Zeker, er zijn schrijvers die fantastische resultaten behalen zonder ooit een voet buiten de deur te zetten. Misschien ijsberen zij. Maar ik sluit ook niet uit dat de combinatie tussen lopen en schrijven een volstrekt willekeurige is. Bij mij werkt het zo. Als ik dacht dat het bij een ander ook zo werkte, zou ik zeggen: blijf toch thuis, er zijn schrijvers zat in Nederland.
Dat lopen, dat schrijven, misschien zijn het alleen maar twee verschijningsvormen van een verslaving. Vreselijk. Zoals iedereen: verslaafd aan het verstrijken van de tijd -
Dinsdag over het Rozendaalse veld, gisteren door de bossen langs de Schelmseweg, vandaag naar Sonsbeek en via Zijpendaal en Moscowa weer terug. Verder was het een fluitje van een cent.