Bakken vol pseudoniemen
P.J. Verkruijsse
Eens was de inmiddels aan de bezuinigingen van de Faculteit der Geesteswetenschappen geslachtofferde afdeling Documentatie Nederlandse Letterkunde (dnl) van het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam een bloeiend bedrijf. Tot de vele projecten die op die afdeling geëntameerd werden, behoorde ook het alle pseudoniemenwoordenboeken overbodig makende en alles omvattende pseudoniemenapparaat. In één groot fichebestand zouden alle pseudoniemen uit de min of meer bekende bronnen worden opgenomen en worden aangevuld met eigen onderzoek en door toevalsvondsten.
Tot de geëxcerpeerde bronnen behoren het Lectuur-Repertorium van Baers, de literatuurgeschiedenis van de negentiende eeuw van Ten Brink, de bibliografie van illegale en clandestiene literatuur van Dirk de Jong, G. Harmsen en A.F. Harmsen-Wiersma's Een voorlopige pseudoniemenlijst (1966), het pseudoniemenboek van Wim Hazeu (1976), de geschiedenis van de Vlaamse literatuur van Lissens (1967), het kaartsysteem van het Letterkundig Museum en het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven (van de laatste instelling ook de klapper op het bezit uit 1980), de christelijke schrijvers (1930) en dichters (1931) van P.J. Risseeuw, en het pseudoniemenwoordenboek van C.T Tuymelaar en J. van Lindonk.
Het pseudoniemenapparaat van
dnl kreeg een forse injectie toen de bekende bibliofiel M.B.B. Nijkerk zijn grote verzameling pseudoniemen aan de afdeling afstond. Diens verzameling is, samen met de pseudoniemen uit de andere bronnen, verwerkt in het pseudoniemenapparaat dat bestaat uit groene fiches met de burgerlijke-standnamen en rode fiches met de pseudoniemen. Zolang het enorme knipselarchief van
dnl werd bijgehouden, zijn ook daaruit vele pseudoniemen, uiteraard met bronvermelding, genoteerd. De kaartenbakken van het pseudoniemenapparaat
bevinden zich, evenals trouwens de bakken met de knipsels, momenteel in de bibliotheek neerlandistiek van het P.C. Hoofthuis, Spuistraat 134, Amsterdam, waar ze vrijwel anoniem wachten op gebruikers...en wellicht op iemand die het de moeite waard vindt deze fiches te digitaliseren voor bijvoorbeeld opname in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl).