over nagedacht. Ik ontdekte vanzelf dat ik alles wat ik tegen Krijn wilde zeggen, in de mond van Peer kon duwen. Bijvoorbeeld wanneer hij uitvalt tegen Krijn en zegt: “Waar ben jij mee bezig? Deze film gaat helemaal niet over Menno Ter Braak. Dit gaat over die andere man, dat tweede gezicht.”’
Je verwijst nu naar de getrukeerde foto, door Wim ter Braak gemaakt, waarop de gezichten van de twee broers samen één hoofd vormen.
Hans: ‘Ja. Bij het maken van de film hebben we een aantal ongelooflijke ontdekkingen gedaan, en dat begon met die foto. Die vondst bezorgt mij nog altijd de rillingen over mijn rug.’ Krijn: ‘Ik was gevraagd om bij het verschijnen van de biografie van Léon Hanssen iets te vertellen. Dus zat ik wat te bladeren door alle spullen, en daar kwam ik die foto tegen. Misschien had ik hem al eens eerder gezien, maar ineens zag ik daarin iets verbeeld: die oom en die vader van mij, dat is één ding. Het werd een soort icoon.’ Hans: ‘Zeker door wat Menno daarover schrijft.’ Krijn: ‘Ja, we hadden besloten dat we Hanneke Starreveld-Stolte, Menno's eerste verloofde, in de film wilden hebben. Toen ik hun correspondentie ging bekijken, stuitte ik op een brief, waarin Menno haar over deze foto schrijft: “Zie hier hoe luguber deze jongeling (d.i. Wim, red.) speelt met leven en dood.”’
Want dat is het eigenlijke onderwerp van de film: de omstrengeling van de twee broers, tot de zelfmoord van Menno aan toe, waarbij Wim hem helpt. Op een zeker moment zegt deze zelfde vrouw tegen Krijn over die relatie: ‘Wim was het oordeel voor Menno.’ Wat dacht je toen?
Krijn: ‘Dat was een nekslag. Ongelooflijk. Dat zij het zo precies onder woorden zou brengen, zonder dat ik er eigenlijk naar vroeg...De hele tekst die ze daar zegt is prachtig, het komt er zo zonder aarzeling uit. Zij maakte het rond: we hadden een werkhypothese, en die werd door haar, een paar weken voor haar dood, bevestigd.’ Hans vervolgt: ‘Als we haar niet hadden benaderd, dan hadden we de belangrijkste bouwsteen van de film gemist. Dan was dit verhaal - dat in die duizend pagina's tellende biografie van Hanssen ook niet boven tafel komt - niet verteld.’
Krijn ter Braak (l) en Hans Fels aan de montagetafel
Tijdens de film vragen jullie deze ex-verloofde ook naar Menno's stemgeluid. Ze zegt dat ze hem niet meer hoort. Er was toch onlangs in de collectie-Gomperts een plaatje met zijn stem ontdekt? Waarom zit dat niet in de film?
Krijn: ‘Ik heb het gegronde vermoeden dat de stem die op dat plaatje staat, niet de stem is van Menno ter Braak. We hebben de opname aan een aantal mensen laten horen, die hem gekend hebben. Daarbij is mijn moeder. Zij herkende noch het stemgeluid van de mannenstem, noch dat van de vrouwenstem op het tweede plaatje. Maar ze wist in elk geval zeker dat het niet Ant was, Menno's vrouw, die ook haar eigen halfzuster was. Ook Kees Lekkerkerker, een criticus die hem goed kende, heeft het Letterkundig Museum per brief laten weten dat hij voor honderd procent zeker is dat het níet de stem van Ter Braak is.’
Is Menno ter Braak nu ook een museumstuk geworden?
Krijn: ‘Tijdens gesprekken met Kees Hin, een andere vriend met wie ik over de film heb gepraat, zijn we bezig geweest met de vraag: wat is er van Ter Braak nog over, van zijn denkbeelden, zijn boeken, in hoeverre heeft zijn leven de wereld veranderd? Een klein beetje van dat idee zit nog in de Menno ter Braak-straten die Peer bezoekt. Want het interesseert me dan op dat platste niveau van straatnamen: dat is er over. Er worden niet zoveel boeken meer gelezen.’
Hans nuanceert: ‘Nee, maar gek genoeg zit die invloed waarschijnlijk niet eens in de lettertjes die hij heeft opgeschreven, maar meer in een soort algehele attitude die je in het leven aanneemt. Dat gevoel van: alles om willen draaien, willen bekijken. Iemand als Jan Blokker, die ik heel goed ken, is eigenlijk - misschien zonder dat hij dat nu nog wil toegeven - een Braakiaan in de manier waarop hij naar de wereld kijkt. Ik geloof dat wij ook de geest van Menno ter Braak hebben gevolgd, ik ben er tenminste van overtuigd dat Menno over deze film tevreden is. Hij zou het ook zo hebben gedaan: namelijk de methode-Ter Braak op zichzelf hebben toegepast.’
En wat is dan precies die methode-Ter Braak in deze film?
Krijn: ‘Eén ding heb ik altijd geweten: de film die je over Menno ter Braak maakt, is niet een serieuze film. En dat vind ik wel gelukt: er is iets in deze film wat niets respecteert. Iets, ik kan niet precies zeggen...’ Hans valt hem bij: ‘“Niets respecteert” is goed, Krijn.’