Bij Eric de Bruyn
Er is veel literatuur over de verwantschappen tussen de Bosch-iconografie en het Visioen van Tondalus. Nigel F. Palmer, ‘Visio Tnugdali’. The German and Dutch Translations and their Circulation in the Later Middle Ages. München etc. 1982, p. 218-220, geeft een goede stand van zaken. Meest recent hierover is Eric de Bruyn, ‘En het woord is beeld geworden...Middelnederlandse literatuur en laatmiddeleeuwse iconografie’. In: Ria Jansen-Sieben e.a. (red.), Medioneerlandistiek. Een inleiding tot de Middelnederlandse letterkunde. Hilversum 2000, p. 335-336, en Eric de Bruyn, De vergeten beeldentaal van Jheronimus Bosch. De symboliek van de Hooiwagen-triptiek en de Rotterdamse Marskramer-tondo verklaard vanuit Middelnederlandse teksten. proefschrifteditie, 's-Hertogenbosch 2001, p. 149-154.
De Middelnederlandse versies van het Visioen van Tondalus in R. Verdeyen en J. Endepols (eds.), Tondalus' Visioen en St. Patricius' Vagevuur. 2 dl., Gent etc. 1914-1917, en A.T.W Bellemans (ed.), Tondalus' Visioen. Naar het Gentsche handschrift [...]. Antwerpen 1945. De eerstgenoemde uitgave bevat tevens een leerzaam overzicht van de middeleeuwse visioenenliteratuur. Een interessante bloemlezing is Peter Dinzelbacher (ed.), Mittelalterliche Visionsliteratur. Eine Anthologie. Darmstadt 1989. Voor de traditionele helle-iconografie, zie onder meer H.J.E. Endepols, ‘Bijdrage tot de eschatologische voorstellingen in de middeleeuwen’. In: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde 28 (1909), p. 49-111.
Over Jacomijne Costers, zie hierna. De Middelnederlandse versie van het Evangelium Nicodemi in J. Jacobs (ed.), ‘Een nieuw Mnl. handschrift van het Evangelie van Nicodemus’. In: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal en Letterkunde 1926, p. 546-587. Het paneel met Christus in het Voorgeborchte van de Hel wordt nader geanalyseerd in Eric de Bruyn en Jan Op de Beeck, De Zotte Schilders. Moraalridders van het Penseel rond Bosch, Bruegel en Brouwer. catalogus. Gent 2003 (nr.3).