Vergilius op reis door de hel
Op Goede Vrijdag van het jaar 1300 begon Dante Alighieri aan de reis die hem door hel, vagevuur en paradijs zou voeren. Tijdens het eerste deel van die reis werd de Italiaanse schrijver vergezeld door Vergilius. En terwijl Dantes verhaal, de Goddelijke Komedie, beroemd is en vaak werd vertaald, moesten we het eeuwenlang stellen zonder Vergilius' herinneringen. Drs. P. heeft zich nu tot zijn spreekbuis gemaakt en onlangs verscheen bij Athenaeum - Polak & Van Gennep Mijn reis met Dante door de Hel van Publius Vergilius Maro, vertaling Drs. P. Onderstaand fragment is afkomstig uit Canto 29 en omvat vier ‘onzijnen’.
Het was een vuns en broeierig moeras
Vol ongedierte, van muskiet tot slang
De lucht was zwaar van pestilente dampen
De menigte (er heerste veel gedrang)
Had met een aantal kwellingen te kampen
Als brandoog, ringworm, buikloop, ademnood
En meer van die lichamelijke rampen
Ze leden, en ze gingen maar niet dood
(Wat ook volstrekt niet de bedoeling was)
En ieders aandacht werd hier onverdeeld
Geschonken aan het eigen ziektebeeld
Ik zag een tweetal tobben met een kwaal
Die ik tevoren al had aangeduid:
De beurse plekken en de open wonden -
De stinkende ontaarding van hun huid
En wat ze daarbij niet verlichten konden
Hoe heftig krabbend ook, dat was de jeuk