want de zeventien delen bieden leesstof voor een heel leven en zijn gedegen uitgegeven (ook al valt op de eerste twee delen, uit 1928 en 1936, die niet meer verkrijgbaar zijn, wel het nodige aan te merken). De brieven zijn vanuit talloze oogpunten te lezen. Wie geïnteresseerd is in de religieuze controverses van de Remonstranten en Contra-Remonstranten kan een selectie maken uit de brieven uic deel i (brieven van 1597-1618). Wie kennis wil nemen van het dagelijkse leven van twee echtelieden die regelmatig door lange periodes van elkaar gescheiden waren, heeft een ontroerende bron aan de brieven van en aan Maria van Reigersberch. De rechtshistoricus die meer wil weten over bronnen en invloeden bij de totstandkoming van De Groots Over het recht van oorlog en vrede, zal niet zonder deze dikke groene banden kunnen, vooral niet zonder deel ii (brieven van 1618-1625). Wie de Dertigjarige Oorlog en de Europese diplomatie van die tijd bestudeert, heeft een schat aan informatie aan de latere delen. Nadeel is wel dat je ze eigenlijk allemaal moet aanschaffen. Hoewel de prijs van de losse delen meevalt (meestal rond de 60 euro, voor ingenaaide delen van zeventot negenhonderd pagina's), is het lastig omdat de delen i en ii niet meer leverbaar zijn, en juist die delen behandelen De Groots veelbewogen leven in Holland, vóór zijn gevangenneming in 1619 en zijn beroemde ontsnapping uit Loevestein in 1621. Er zou eigenlijk alleen daarom al misschien eens een bloemlezing uit alle zeventien delen gemaakt moeten worden.
Het Supplementdeel is weliswaar geen afgewogen bloemlezing, maar biedt toch een staalkaart van de hele Briefwisseling. Zoals de geleerde opdrachtbrieven van de eerste edities van het ‘Delfts orakel’, gepubliceerd toen hij vijftien jaar oud was - wat een trots spreekt daar uit. Of de brieven waarmee de zestienjarige advocaat contact hield met zijn vrienden in het Leidse, zoals Daniel Heinsius, met wie hij poëzie en spitsvondigheden uitwisselde. Brieven die hij schreef als advocaat-fiscaal van het Hof van Holland en Zeeland, als pensionaris van Rotterdam, tijdens zijn gevangenschap in Loevestein, tijdens zijn ballingschap in Parijs en Hamburg. Alle periodes zijn vertegenwoordigd. De lezer is echter gewaarschuwd: de brieven aan geleerden zijn in het Latijn gesteld. Maar de correspondentie met zijn familie en de ambtenarij in Holland is in het Nederlands. Verder zijn er veel brieven in het Frans, en enkele in het Duits. De brieven zijn niet vertaald, wat met het oog op de duur van het project ook niet verwonderlijk is. Om redenen van continuïteit in de editietechniek worden de brieven niet samengevat of ingeleid. De annotatie beperkt zich tot identificatie van personen en gebeurtenissen, wat het soms moeilijk maakt om het overzicht te bewaren. Door de willekeurigheid van de verzameling brieven in het Supplementdeel wordt dit effect nog versterkt. De brieven moeten daarom gelezen worden met de andere delen bij de hand. Wat het Supplement echter weer extra aantrekkelijk maakt, is, behalve de grote verscheidenheid aan brieven, de bijlagen met addenda op de delen i-xvii, waaronder een overzicht van alle vindplaatsen van alle brieven. Daardoorheen bladerend besef je hoeveel er door Oost-Europa, Scandinavië en West-Europa is gereisd voor de totstandkoming van dit mammoetproject. De briefwisseling van een van de grootste en meest universele geleerden is van harte aan te bevelen.
dirk van miert