literatuur in beeld
Moeder waarom leven wij: Netje
Na de oorlog werd op initiatief van de toenmalige AMVC-conservator (Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven) Ger Smook een ‘Lode Zielens-comité’ opgericht dat sinds 1946 fondsen verzamelde voor een monument ter nagedachtenis van de schrijver. Over hoe dat monument er uit zou moeten zien werd lang gebakkeleid. Men vroeg zich bijvoorbeeld af of het een gedenksteen moest worden met tekst of medaillon. Weer anderen wilden een beeld in steen of brons. En ook over de locatie van het monument werd druk gediscussiëerd. De Minister van Openbaar Onderwijs, Camille Huysmans, stelde zelfs voor om - naar Zwitsers voorbeeld - een fontein op te richten met enkele personages uit zijn romans en deze aan de Jan van Rijswijcklaan te plaatsen, bij de ingang van de stad. Pas na drie jaar kon Ger Schmook aan het College van Burgemeester en Schepenen de uiteindelijke oplossing meedelen: ‘een monument te maken door Leopold van Esbroeck en te plaatsen op de hoek Plantin Moretuslei en Simonstraat, in het plantsoentje naast de spoorwegberm’, de buurt waar Zielens op 28 november 1944 bij de inslag van een V-bom tragisch om het leven kwam.
Toch zou het nog tot 1951 duren voor het beeld onthuld kon worden. Het stelr Netje uit Zielens roman Moeder waarom leven wij? (1932) voor als een oude, armoedig geklede werkvrouw. Haar handen leunen op haar dijen en houden een dweil vast, klaar om onder te dompelen in een emmer. Velen beschouwen Moeder waarom leven wij als de eerste belangrijk Vlaamse proletariërsroman in Vlaanderen. Via Netje verneemt de lezer meer over drie generaties Antwerpse (haven)arbeiders die ondanks de dagelijkse ellende allen hopen op een betere wereld. Het boek kende een groot succes en werd in 1934 bekroond met de Staatsprijs voor verhalend proza. Ook vandaag nog blijkt Zielens boek populair: recentelijk werd van de roman nog een televisiereeks gemaakt.
Minder vlot verging het het standbeeld Netje. Om de ‘betere wereld’ waarvan Netje en haar tijdgenoten droomden te kunnen verwezenlijken, besloot men in 1962 om de Simons- en Mercatorstraat te verbreden zodat proletariërs aller landen met hun automobiel vrijelijk door de stad konden laveren. Netje diende dan maar te verdwijnen. Net als haar schepper tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg Netje onderdak in het AMVC waar ze gedurende twaalf jaar op de binnenplaats
Het beeld van Netje.
verbleef. In 1975 verhuisde zij naar haar definitieve rustplaats, vlak bij de Pompstraat in Antwerpen waar Lode Zielens werd geboren. Niet alleen daar, maar ook online via de gratis AMVC-database Agrippa (http://lib.ua.ac.be/AMVC) kan eenieder Netje daar bewonderen.
jan stuyck en johan vanhecke