literatuur-ingekomen uitgaven
·Diederic van Assenede, Floris en Blancefloer. Vertaling en toelichting Ingrid Biesheuvel. Amsterdam, 2001. 103 blz.; isbn 90 2140 595 4; Pieter Langendijk, Het wederzijds huwelijksbedrog. Toelichting Anna S. de Haas. Amsterdam, 2001. 168 blz.; isbn 90 2140 597 0; De gedichten van De Schoolmeester. Toelichting Marita Mathijsen. Amsterdam, 2001. 246 blz.; isbn 90 2140 596 2; ƒ 15,- per stuk.
De drie nieuwe deeltjes van de Griffioen-reeks van uitgeverij Querido zijn weer stuk voor stuk aanwinsten. Voor alle drie geldt dat het meer dan twintig jaar geleden is dat de laatste uitgaven van deze teksten zijn verschenen en inmiddels niet meer te koop zijn. Voor het eerst is de Floris en Blancefloer bovendien in vertaling beschikbaar en daardoor wordt de tekst echt voor een nieuw lezerspubliek toegankelijk. Voor de andere twee teksten is conform de uitgangspunten van de Griffioenreeks niet gekozen voor een vertaling, maar voor een modernisering van de spelling en interpunctie in combinatie met aantekeningen achterin. Gezien het feit dat zowel Het wederzijds huwelijksbedrog als De gedichten van De Schoolmeester redelijk toegankelijke teksten zijn, pakt dit goed uit, al blijf ik het systeem waarbij de aantekeningen onder aan de pagina staan als lezer handiger vinden. De teksten worden alledrie vergezeld van een uitleiding waarin in kort bestek een overzicht wordt gegeven van de actuele stand van zaken rond het wetenschappelijk onderzoek naar de drie teksten en hun schrijvers.
pi
·Claude-Henri Rocquet, Ruusbroec. Een inleiding tot zijn persoon en tijd. Vertaling Ton van der Stap. Zoetermeer: Meinema, 2000. 112 blz..; isbn 90 2113 807 7.
·Paul Verdeyen, Willem van Saint-Thierry en de liefde. Eerste mysticus van de Lage Landen. Leuven: Davidsfonds, 2001. 135 blz.; BEF 795; isbn 90 6826 104 2.
Het komt niet vaak voor dat een biografie over een ‘Nederlandse‘ schrijver in het Frans wordt geschreven die vervolgens in het Nederlands wordt vertaald. Ruusbroec komt die eer toe. Rocquet die eerder over Bruegel en Jeroen Bosch heeft geschreven - volgens de omslagtekst ‘geestverwanten van Ruusbroec’!! - geeft in een poëtische stijl een beknopt overzicht van het werk en de mystieke leer van Ruusbroec.
Meer diepgang heeft het werk van Paul Verdeyen. Het vertelt het verhaal van Willem van Saint-Thierry die in Noord-Frankrijk als abt leefde en werkte en in verbinding stond met Bernardus van Clairvaux, maar rond 1075 in de omgeving van Luik geboren is. Verdeyen richt zich in zijn boek met name op de denk- en leefwereld van Willem zoals die naar voren komt in zijn mystieke geschriften. Aan de hand van diens uitleg van het Hooglied probeert Verdeyen een link te leggen met de mystiek van Ruusbroec en Hadewych. Het laatste hoofdstuk bevat de Latijnse tekst én een Nederlandse vertaling van een korte levensbeschrijving van Willem uit circa 1180.
pf
·Madelon Székely-Lulofs, Doekoen. Bezorgd en ingeleid door Olf Praamstra en Gerard Termorshuizen. KITLV. Leiden: Uitgeverij, 2001. 255 blz.; ills.; 29,50; isbn 90 6718 1 7 1 4.
Tussen 20 september 1952 en 11 april 1953 verscheen onder de titel
Storm in haar hart van de hand van Madelon Székely-Lulofs een feuilleton in
Margriet. De schrijfster die in het begin van de dertiger jaren grote successen vierde met boeken als
Rubber en
Koelie was mede door toedoen van Ter Braak en Du Perron gemarginaliseerd tot schrijfster van damesroman en werd na 1945 nauwelijks meer
Madelon Székely-Lulofs. 1958
gelezen. Het feuilleton verscheen om die reden nooit in boekvorm. Ten onrechte. Ook
Doekoen is door de niet-clichématige kijk van Székely-Lulofs op de verschillen tussen de Oosterse en de Westerse mens, weer lezenswaardig.
pf