Literatuur. Jaargang 18
(2001)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 347]
| |
Literatuur en internet
| |
[pagina 348]
| |
1880 en moderne letterkundige werken. Wie een nummer opslaat, krijgt de afbeelding te zien met daarnaast een toelichtende tekst. Het is mogelijk om de afbeelding te vergroten, zodat men de tekst uit de Spiegel Historiael van Jacob van Maerlant (circa 1325-1335) goed kan bestuderen. De toelichting geeft aan waarom de betreffende afbeelding tot de hoogtepunten behoort. Een voorbeeld daarvan is het album amicorum van Jacobus Heyblocq uit de achttiende eeuw. Deze Leidse theologiestudent had voor zijn vriendenboek een keur van bekende kunstenaars en schrijvers weten te strikken. Naast Cats, Huygens en Focqenbroch staat er ook een tekst van Joost van den Vondel in. Deze begint met de woorden: ‘IAKOB, pryst ghy eeuwigh werck/Bouw geen huis, veel min een kerck/Op den veengront van elcks zin/Want die gronden zacken in.’ Het gaat de verzamelaars van deze prachtcollectie niet altijd in de eerste plaats om de waarde van de inhoud, maar vooral om de waarde van de druk of de vorm. Het handschrift van het gedicht Iris van Jacques Perk. afkomstig uit de nalatenschap van Kloos, is een juweeltje om te bekijken, evenals de gedrukte versie van Leopolds Cheops dat verscheen in een serie van de eerste Nederlandse ‘private press’ De Zilverdistel, een initiatief van Jan Greshoff, J.C. Bloem en P.N. van Eyck. Bijzonder is ook de uitgave van Karel Appel en Hugo Claus uit 1950 van tekening met tekst. Een inschrijvingsformulier voor deze gecombineerde bundel à raison van drie gulden, leverde slechts drie belangstellenden op. Naast de galerie zijn zeker ook de collecties van de Koninklijke Bibliotheek een bezoek waard. Ze zijn verdeeld over thema's als middeleeuwse handschriften, oude drukken, alba amicorum, brieven en persoonlijke collecties, boekbanden en zeldzame en kostbare uitgaven uit de 19e en 20e eeuw. Binnen de collecties is het mogelijk de illustraties te vergroten, zoals de schitterende openingsminiatuur van Augustinus ‘La Cité de Dieu’ of tekeningen en boekomslagen van E. Du Perron. Maar terug naar het museum. Zoals gememoreerd kent Nederland één algemeen landelijk Letterkundig Museum. Dit museum heeft ook een digitale variant (www.letmus.nl). Het digitale museum is vooral bedoeld als ondersteuning van het echte museum. Men vindt er een lijst met door het museum uitgebrachte publicaties, waaronder de schrijversportretten, en men kan er on line grasduinen in artikelen die het museum op thema heeft verzameld. Helaas zijn de artikelen zelf niet te raadplegen. Het kindermuseum heeft meer weg van een fletse reclame-actie zonder dat het internet gebruikt wordt om de kinderen en ouders daadwerkelijk enthousiast te maken. lets beter is de verzorging van de permanente tentoonstelling ‘Gaan waar de woorden gaan’. Ook hier is het internet bedoeld om een beeld te geven van de werkelijke expositie. Er is een kleine fotocollage, een opsommend overzicht van de thema's en van de auteurs die in de tentoonstelling een plaatsje hebben veroverd. Met een selectie van afbeeldingen of geluidsfragmenten had de aanstaande bezoeker wellicht meer gemotiveerd geraakt. Het enige wat iets toevoegt is de selectie van recensies. Daarbij krijgt ook de kritiek een plaats die bij de opening van de expositie gepubliceerd werd. In NRC Handelsblad bijvoorbeeld stond dat oude schrijvers in deze tentoonstelling ten onrechte hun plaats hebben moeten afstaan aan de jongere garde. Beduidend beter is de aanpak van het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen (www.dma.be/cultuur/amvc/) dat wel een kijkje in het museum geeft. Onder het zoekprogramma Agrippa is het mogelijk om van een schrijver handschriften te zien, affiches te bewonderen en foto's te bekijken. Van Guido Gezelle kan men bijvoorbeeld een korte biografie lezen, zijn er achttien handschriften opvraagbaar en 411 beschrijvingen van brieven van de auteur en 3580 brieven aan de auteur. Beeldmateriaal is er ook: tien foto's, een geschilderd portret, drie beelden en 28 affiches. Gevarieerde informatie is ook te vinden op de site van het Het Friese Letterkundig Museum en Documentatiecentrum (www.flmd.nl/) dat in 1959 is opgericht met het Letterkundig Museum als voorbeeld. Zo kan men via de homepage naar het museum waar uitgebreid bericht wordt over de huidige en vroegere tentoonstellingen. De permanente expositie over de Friese dichter/staatsman Pieter Jelles Troelstra (1860-1930) en zijn vrouw, de schrijfster Nynke van Hichtum, krijgt (weliswaar in het Fries) de meeste aandacht. Per vitrine wordt het verhaal van de familie uit de doeken gedaan. Al zijn de vitrines zelf niet in beeld gebracht, toch ontstaat wel een beeld, mede dankzij | |
[pagina 349]
| |
de gepubliceerde foto's. Maar het museum heeft meer te bieden. Onder het kopje collectie is een uitgebreid overzicht opgenomen van de Friese schrijvers en het aanwezige materiaal in de vorm van brieven, knipsels en bibliografieën. De brieven en knipsel zijn niet toegankelijk, maar van een aantal schrijvers is degelijke achtergrondinformatie opgenomen. De wat vreemd aandoende index, waar op alfabetische volgorde verschillende begrippen, namen en verzamelingen in drie talen op een rijtje staan, geeft wel een aardig doorkijkje in hetgeen het museum en documentatiecentrum in huis heeft. De rubriek Friese literatuur geeft naast schrijversportretten en een overzicht van activiteiten ook een reeks recensies van Friese literaire werken. Een deel daarvan is geschreven door middelbare scholieren.
Musea die echt digitaal gaan zijn er ook. Voor een aantal internationale toppers van musea, kan men goed terecht op de Belgische verzamelsite Gojasper (www.gojasper.be/kunst). Naast uitstapjes naar het Louvre, de Hermitage of het Museum of Modern Art in New York, zijn er ook verwijzingen naar (internationale) schrijvers waarvan een aantal een eigen web-museum hebben, zoals Rimbaud. Ook niet in andere lijstjes te vinden is de interactieve Lucebertsite (www.base.nl/company/virga/lucebert/) met overzicht van zijn kunstwerken, een uitgebreid overzicht van zijn gepubliceerd werk met ook daarbij gedichten afgedrukt, een voordracht van zijn bekende gedicht ‘Ik draai een kleine revolutie af’ en de mogelijkheid om een speciaal 3D Lucebertmuseum te bezoeken waarin de bezoeker zelf de knoppen bedient. Helemaal digitaal is het Leidse leesmuseum in oprichting (let.kub.nl/mousebit/museum/INDEX.htm). Eigenlijk is alleen de naam Nederlands, want vervolgens is het Reader's museum in het Engels vormgegeven. Toch gaat het om een Nederlands museum. Op de homepage komen we binnen in Book Town City. Via een plattegrond kan men touren door deze stad, die alles verzamelt wat met schrijvers te maken heeft. In de expositieruimten vinden we de standbeelden en bustes van schrijvers als Dante, Goethe en Shakespeare. In de volgende ruimte komen we beelden tegen van internationale literaire helden: Hamlet en Don Quichotte, maar ook oer-Hollandse als Bartje en Kniertje. Book Town City is grappig omdat overal een literaire connectie is gemaakt. Die connectie is niet zozeer tekstueel als wel uitgewerkt in de vorm. In de pub staat op de kaart het etiket van Vondelbier, Multatuliwijn en L.P. Boonjenever. In de theezaal krijgen we geserveerd uit de Oliver Twist-theepot met Baudelaire-suikerklontjes en Camera Obscura-biscuitjes. In de rookzaal wordt Robinson Crusoë uit de doeken gedaan in 25 sigarenbandjes. Zo is een bezoek aan Book Town City heel vermakelijk. Zelfs de WC is geheel literair verantwoord. |
|