Literatuur. Jaargang 18
(2001)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 336]
| |
literatuur aan de muurGa naar voetnoot+Van sterfsofa en wereldbol Gesanctioneerd voorwerpen-fetisjisme in MultatulimuseumHet Multatuli-museum heeft voor een schrijversmuseum misschien wel de best denkbare locatie te pakken: het geboortehuis van de schrijver aan de Korsjespoortsteeg in Amsterdam. Het museum zat daar echter niet sinds het ontstaan. Eerst was de collectie ondergebracht in het Stedelijk Museum, later in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. In 1943 werd het huis gekocht door een bewonderaar van de schrijver, die het later aan de gemeente verkocht om er de museumcollectie onder te laten brengen, maar er wel bleef wonen. De enige locatie die ermee had kunnen concurreren was misschien het kamertje geweest waar Max Havelaar is geschreven, maar ja: Brussel; of de overlijdensplek, maar dat is Nieder Ingelheim in Duitsland. Bovendien heeft het museum het sterfbed uit dat huis weten te bemachtigen, of beter gezegd de rode sterfsofa waarop hij zijn fatale astma-aanval kreeg. Het ding is weliswaar gerestaureerd, maar de leuning is origineel, aldus het toelichtende kaartje. Het is een pronkstuk van het museum en zelfs de nuchterste bezoeker (want zo zie ik mezelf natuurlijk graag) loopt even een rilling over de rug.
Het museum bevindt zich boven de documentatieafdeling, en is verdeeld in een vaste tentoonstelling en een ruimte voor wisselende tentoonstellingen. Men dient zich dat niet te groots voor te stellen - het beslaat een verdieping in een woonhuis en is dus een klein museumpje. De wisselende tentoonstelling is op het ogenblik gewijd aan ‘Vijanden van Multatuli’. Eerlijk gezegd: veel stelt het niet voor. Vijanden zijn er genoeg in heden en verleden, maar wat in de vitrines ligt, voegt niet veel toe aan de bekende informatie. Dat neemt niet weg dat het leuk is om te zien, het boek van de schoondochter: De waarheid over Multatuli en zijn gezin, vol met roddels en scheldpartijen die - zo weten we inmiddels - nu ook weer niet helemaal zonder reden waren. Niets vond hij zo erg als geld uitgeven voor zijn kinderen, en bovendien was hij onberekenbaar: ‘Bezat ik daarvoor niet zoo vele, vele bewijzen, dan zou ik hem een misdadiger moeten noemen’, aldus de weduwe van zoon Edu. Ze schreef het in 1939 als reactie op Multatuli en de zijnen van Julius Pée, die Multatuli nu juist als bezorgde vader had afgebeeld met een zoon die niet wilde deugen. Bij leven had Edu zijn vader een ploert genoemd, en die was op zijn beurt ook weer niet erg trots op zoonlief die hij ‘zedelijk kleurenblind’ en ‘krankzinnig slecht’ noemde. Bij de vijanden hoort natuurlijkHoutsnede Multatulimuseum.
ook Thorbecke: in de vitrine liggen de Ideeën opengeslagen bij enkele van de in totaal 127 grafschriften die Multatuli aan hem wijdde Wat me in Aristoteles niet behaagt,
Is dat-ie me nooit om raad heeft gevraagd.
We zien de woede groeien over de bemoeienis van Johannes van Vloten, die vrouw Tine met raad, daad en ook geld steunde. Dat was tegen het zere been, want nu werd hijzelf als onverantwoordelijke verkwister voorgesteld: ‘Buiten myn weten en tegen myn wil heeft die kerel zich aan myn vrouw opgedrongen als edelmoedige helper. Zy, in nood ('t is al jaren geleden) heeft de zwakheid gehad dat aan te nemen, en begryp de rest nu maar.’ Van Vloten slaat terug, publiceert een reeks artikelen die onder de veelzeggende titel Onkruid onder de tarwe worden gebundeld. Mooie verhalen...maar op de tentoonstellingen komen ze door het gebrek aan achtergrondinformatie eigenlijk nauwelijks van de grond. Misschien had Multatuli ook wel erg véél vijanden voor de luttele vitrines in de voorkamer. Zeker de postume tegenstanders komen er bekaaid af - Maarten't Hart en Rob Nieuwenhuys worden wel kort genoemd, maar hoe zat dat toch ook alweer?
Maar het gaat aan de Korsjespoortsteeg ook niet om de wisselende tentoonstelling. Het hoogtepunt is te vinden in de achterkamer, waar de vaste collectie is verzameld, en er staan een paar mooie voorwerpen. De schrijftafel | |
[pagina 337]
| |
Brief van Multatuli, 1868
bijvoorbeeld, die hij in 1875 van vrienden en bewonderaars had gekregen. Het getuigt wel van een flinke dosis ijdelheid dat hij zijn naam in het hout heeft laten kalligraferen. Er staat een klok, ook uit 1875, die hem aangeboden was door de toneelgroep Haspels, Le Gras en van Zuylen, bij de gelegenheid van de eerste opvoering van Vorstenschool. Hij had goede herinneringen aan de samenwerking, ook al omdat er achteraf nooit ‘met eenig lid van `t Gezelschap of van de Directie 'n onaangenaam woord is gewisseld’. Er staat een fikse boekenkast met boeken uit Multatuli's eigen bibliotheek, maar die verraadt opmerkelijk weinig over de persoonlijkheid. Er staan veel geschiedenisboeken: Gibbons Decline & Fall, de geschiedenis van het vaderland volgens Bilderdijk, maar natuurlijk ook Te Winkel, de fabels van De la Fontaine, Pamela van Samuel Richardson en ook Nederlandse literatuur (Wolff & Deken, Bosboom-Toussaint) en helaas veel neutrale onherkenbare bandjes. Op het eerste gezicht een vrij gemiddelde kast voor een negentiende-eeuwse intellectueel. De urn staat er waarin de as van Multatuli en Mimi zich bevond. Om meer dan een reden een historisch voorwerp, want Multatuli was de eerste Nederlander die zich liet cremeren. Toen hij hoorde dat dat in Duitsland mogelijk was, reageerde hij enthousiast: ‘De zaak komt me nuttig voor, want veel bijgeloof was op kerkhofs akeligheid gegrond’. Mooi is ook de scheepskist van zijn grootvader uit de achttiende eeuw. Maar achter in de hoek staat wat mij betreft het mooiste voorwerp van de verzameling: een wereldbol. Het is een prachtig merkwaardig ding, gemaakt van papier-maché, in een buitenproportioneel reliëf en met opgeplakte letters, alsof de namen van de landen als een anonieme brief zijn samengesteld. Wereldbol, canapé, urn, schrijftafel, en dat ook nog allemaal in het geboortehuis: het Multatuli-museum beschikt bepaald over de voorwerpen om de geest van Douwes Dekker op te roepen. Maar hier is enig fetisjisme wel toegestaan: tenslotte is het museum als het ware de slagroom op de taart van het documentatiecentrum.
Multatuli Museum. Korsjespoortsteeg 20, 1015 AR Amsterdam. Open op dinsdag van 10 tot 17 uur, en in het weekend van 12 tot 17 uur (anders op afspraak). Het museum heeft een (overigens vrij rommelige) website: home.zonnet.nl/multatuli-museum. De tentoonstelling ‘Vijanden van Multatuli’ is tot maart 2002 te zien. Voor dit stukje is enige informatie ontleend aan de elektronisch beschikbare ‘Multatuli-encyclopedie’ (www.xs4all nl/-jooplaan/multatuli) bertram mourits |
|