Literatuur. Jaargang 18
(2001)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 193]
| |
literatuur aan de muurGa naar voetnoot+Chique protest tegen verjonging: Louis Couperus MuseumEr bestaan portretschilderijen waarop de afgebeelde figuur de toeschouwer overal met de ogen lijkt te volgen. Van een omgekeerd staaltje technische virtuositeit getuigt het wassen beeld van Louis Couperus in de voorkamer van het aan hem gewijde museum. Waar je ook staat, het maakt niet uit, de blik is niet te vangen. De bezoeker wordt hooghartig genegeerd door de oude schrijver die achter zijn schrijftafel zit in chique avondkleding, met dank aan de Koninklijke Medelens, die ook de levende Couperus kleedde. De pop zit achter de schrijftafel, erboven hangt het portret van Couperus' vader. Op de tafel staan twee kleine boekensteuntjes en er ligt enig schrijfgerei. Portret, schrijftafel en accessoires zijn eigendom van het Letterkundig Museum. En dat geldt ook voor alle manuscripten, handschriften en boeken. Het Louis Couperus Museum ontleent zijn bestaansrecht dus in elk geval niet aan het conserveren van cultuurgoed, die taak blijft voorbehouden aan de grote, algemene broer even verderop. Officieel is de doelstelling van het Louis Couperus Genootschap waaraan het museum is gerelateerd ‘een grotere verspreiding van kennis en inzicht in het werk van Louis Couperus’, maar dat ideaal straalt het museum eigenlijk niet uit. Dat is trouwens ook helemaal geen bezwaar. Kennis en inzicht verspreiden doen ze maar in het Letterkundig Museum. Het is juist heel aardig dat dit museum er vanuit gaat dat bij een bepaalde groep liefhebbers genoeg kennis en inzicht bestaat om willekeurige aan Couperus gerelateerde onderwerpen te waarderen. Zoveel aandacht voor een allang dode schrijver komt op me over als een stil protest tegen de verjonging van het grote museum. Het museum doet ook nauwelijks een poging om de bezoeker te laten kennismaken met leven en werk van Couperus. Er staat natuurlijk een informatiebord met een tijdbalkje waarop keurig de hoofdpunten van 's mans leven zijn te vinden, maar er is nauwelijks een vaste tentoonstelling. Men richt zich op de terugkerende gasten, de vaste kring van Couperusliefhebbers. Die hebben zich verenigd in het Louis Couperus Genootschap, waarvan men overigens geen vriend, maar wel ‘Amice’ kan worden. De locatie van het kleine museum staat al sinds de jaren veertig in het teken van Couperus. Eerlijk meldt de folder dat het huis ‘weliswaar geen persoonlijke banden met de auteur’ heeft, maar dat het hier de studio van Albert Vogel betreft. Vogel heeft een belangrijk deel van zijn leven in dienst gesteld van de verspreiding van het woord. Hij gaf voordrachten uit het werk van Couperus en schreef ook regelmatig over hem, onder andere een bijna onfatsoenlijk juichende biografie. Het was de stiefdochter van Vogel die besloot dat het huis aan Couperus gewijd moest blijven. Het museum viert deze zomer zijn vijfjarig bestaan. Toen ik er was, was er een tentoonstelling te zien over beeldend kunstenaars die zich door Louis Couperus hadden laten inspireren.De Javastraat in de tijd van Couperus.
| |
[pagina 194]
| |
Een klein overzicht met fraaie en minder fraaie bewijzen van de nog steeds aanwezige inspiratie die het werk uitoefent. Tip voor de antiquariatensnuffelaar: de uitgave van Endymion met illustraties van Peter Yvon de Vries. Blikvanger was een replica van een kunstwerk van Jan Wolkers, De berg van licht, dat in Almere is neergezet. Die roman zal zonder twijfel ook aan de orde komen in de volgende tentoonstelling, Ik ben een gereïncarneerde Romein. Hier zal de liefde van Couperus voor de antieke Romeinse cultuur centraal staan. Toen hij in Nice woonde, was Rome relatief nabij. Hij reisde veel en liet zich inspireren tot een reeks boeken die zich in de antieke wereld afspeelden: De berg van licht, Antiek toerisme, De komedianten, Xerxes of de hoogmoed en Iskander. Meer nog dan door de opkomst heeft Couperus zich voor deze romans laten inspireren door de ondergang van het Romeinse rijk. Couperus de decadent kon zich met dit onderwerp behoorlijk uitleven. Veel directer dan in de eigentijdse romans werden onderwerpen als erotiek en homoseksualiteit behandeld. Een grappige, ironische schets van ‘Het drukke leven’ dat hij als Romein zou leiden verscheen in de Haagsche post van 19 augustus 1916: Stel eens, dat ik, wie ik ben, in vroeger eeuw ben; stel eens, dat ik schrijver-en-dichter ben in een der keizerlijke Romeinse eeuwen. Ik sta op en omdat ik ver van de waterleiding der Aqua Claudia woon - een van de slaafjes moet water halen - heb ik ook géen badkamer en moet dus, te voet, naar een der Baden, van Titus of Caracalla, dat hangt van de eeuw af waarin ik besta. Thuis, vindt ge, tenzij je bij je twee slaafjes, Lollia of Cynthia houdt, om je huishouden te doen, éen wanorde in je bachelor-dichterhuisje; je scheldt je slaafjes, geeft ze zelf met de zweep; de een heeft met de kruik water gemorst en moet er dus op nieuw uit om op nieuw water te halen; de ander kan nog niet koken, omdat er geen water is, maar wappert met een rieten waaier al het vuur vast aan... Natuurlijk, ironie, maar zo'n artikel geeft een aardig inkijkje in de fantasiewereld van de decadent. De Rome-tentoonstelling lijkt me ook een geschikte gelegenheid om wat meer persoonlijke documenten te laten zien - brieven, notities en dergelijke. En mocht men hier de persoon ook weten af te schermen, dan zal in elk geval de tentoonstelling die in oktober geopend wordt wel aan die voyeuristische behoefte tegemoet komen. Centraal staat dan Elisabeth Baud, de vrouw met wie Couperus getrouwd was. Misschien dat zich dan de blik van de schrijver laat vangen.
‘Ik ben een gereïncarneerde Romein’ Louis Couperus en de Romeinse oudheid. Louis Couperus Museum. Javastraat 17, 2585 AB Den Haag. Tot 7 oktober, donderdag tot en met zondag. www.despin.net/sites/couperus; het Louis Couperus Genootschap is te vinden op www.louiscouperus.nl. bertam mourits |
|