Literatuur. Jaargang 18
(2001)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 135]
| |
literatuur-brievenGa naar voetnoot+Jan HanloHet is mooi dat de redactie van Literatuur zorgvuldig wil zijn door een rectificatie te plaatsen op de recensie van Zo meen ik dat ook jij bent; Biografie van Jan Hanlo, maar het zou nog mooier zijn als gelegenheidsrecensent Camiel Hamans gewoon toegaf dat hij in zijn bespreking van mijn boek een kwaadaardige faux pas gemaakt heeft. Hamans verweet mij namelijk dat ik in mijn biografie een zekere dr Geuljans zonder enig bewijs waarmerkte als psychiater. Nu komt de naam Geuljans drie keer in mijn boek voor (p. 116, 136 en 217, dus niet op p. 559 zoals Hamans schrijft) en elke keer vragenderwijs. Ik wist en weet gewoonweg niet wie deze man was waarmee Hanlo gesproken heeft, volgens zijn zakagenda, in geestelijke nood vlak nadat hij een dodelijk ongeluk veroorzaakt had. In het hele Hanlo-archief, in geen enkele publicatie en bij geen van de 120 mensen die ik voor dit onderzoek interviewde vond ik uitsluitsel, en dat heb ik dan maar opgeschreven. Natuurlijk belde ik alle Geuljansen uit het telefoonboek en zag ik in de bibliotheekcatalogus dat er een rechtskundige over asielbeleid onder de naam Geuljans gepubliceerd heeft, de een woonde in Limburg, de ander in de buurt van Breda. Ik vroeg mij af of hij psychiater was. Dat er geen dr Geuljans was aangesloten bij de psychiatrische beroepsverenigingen zegt niets; dat hij in Nederland geen medische titel heeft behaald zegt ook niets, want zulks kan in het buitenland zijn gebeurd en bovendien zijn er wel meer onechte psychiaters en onbeschermde therapeuten geweest die de doctorstitel ten onrechte voeren, zoals er ook rancuneuze ambtenaren zijn die zich voor recensent uitgeven. Hoe dan ook. Hamans beweert nu met veel bombarie dat hij Geuljans wél heeft getraceerd en laat deze tot kop verheven speculatie een overheersende rol in zijn recensie spelen. Zonder een spoor van bewijs, zelfs ook maar een schijn daarvan, pikt hij een Limburgse Geuljans van het Internet en somt diens wapenfeiten op. Hij voegt eraan toe dat Hanlo ‘waarschijnlijk’ met hem over film heeft gesproken. Bovendien verwijt hij mij dat ik vergeten ben de meesterstitel van deze doctor te vermelden. De boekenredactie van Literatuur had uit zijn recensie kunnen opmaken dat hier iets grondig mis was. In de staart van Hamans' ‘recensie’ schrijft hij dat ‘een opstel’ (hij bedoelt zijn eigen artikel) in het tijdschrift Bzzlletin ‘merkwaardigerwijze’ aan mijn aandacht is ontsnapt, en suggestief voegt hij daaraan toe dat ik wel ‘uitvoerig’ citeer uit de rest van die tijdschriftaflevering. Het is duidelijk, Hamans is verontwaardigd dat ik zijn schoolse scriptie - de bron van zijn artikel in Bzzlletin, zoals talloze andere scripties en artikelen, niet bruikbaar heb geacht voor mijn boek. Dat ik zelf nauw betrokken was bij dat Bzzlletin-Hanlonummer waarin het artikel staat dat volgens Hamans aan mijn aandacht is ‘ontsnapt’, en er zelfs twee artikelen in heb gepubliceerd, kon de redactie dan weer niet weten. Dat zij nu als rectificatie aan de lezers van Literatuur medegedeeld. Hans Renders | |
Afrikaans prozaMet belangstelling nam ik kennis van het artikel ‘De doem van het verleden’ door Luc Renders in Literatuur 2000-6. Hoewel het een breed overzicht biedt van modern Afrikaans proza waarin de Boerenoorlog een rol speelt, en de roman Magersfontein, o Magersfontein! (1976) van Etienne Leroux ook wel aandacht krijgt, verzuimt de auteur gewag te maken van de recentelijk bij ons verschenen vertaling van deze belangrijke Boerenoorlog-roman, waaraan een speciaal voor deze uitgave door André Brink geschreven nawoord is toegevoegd. Met betrekking tot zijn onderwerp had Renders hier mooie vondsten kunnen doen. Dat de literaire media deze waardevolle uitgave nauwelijks aandacht hebben gegund valt al zeer te betreuren. Maar als ook de paar deskundigen op dit terrein, waaronder naar ik vermoed Luc Renders, zo'n publicatie negeren, lonken al weer zo snel de wrede vergaarbakkenen van De Slegte, zodat men straks in keurige literatuurkringen niet moet kreunen als uitgevers hun aanbod gaan beperken tot gegarandeerde bestsellers. Joost Nijsen, directeur Uitgeverij Podium |