literatuur-ingekomen uitgaven
De zeereis van de heilige Brendaan. Vertaald en toegelicht door Vincent Hunink. Amsterdam: Atheneum, Polak & Van Gennep, 1999. 68 blz.; isbn 90 253 0299 8.
Vertalen betekent in de Middeleeuwen vaak aanpassen en bewerken. Dat maakt de verhouding tussen de basistekst en de vertaling tot een interessanr object van onderzoek. Maar ook ‘gewone’ lezers kunnen van de verschillende versies van het verhaal genieten. De Reis van Sint Brandaan - een van de meest populaire Middelnederlandse teksten - is gebaseerd op een Latijns voorbeeld uit de achtste eeuw. De relatie tussen die twee is echter buitengewoon onduidelijk. Weliswaar is het algemene kader - een zeereis - hetzelfde, en komen ook een aantal motieven in beide teksten voor, maar desondanks lijken de reksten vrijwel niet op elkaar. De Ierse Brendaan heeft een ware metamorfose ondergaan. De diepgelovige Brendaan onderneemt zijn zeereis om het aardse paradijs te bezoeken, terwijl Brandaan een zeereis moet maken als straf voor zijn ongeloofaan de almacht van God. Lees en vergelijk. Voor de Middelnederlandse tekst is sinds 1994 een prachtige uitgave van de hand van W.P. Gerritsen met een vertaling van Willem Wilmink beschikbaar; de Latijnse tekst is nu beschikbaar in een keurig verzorgde Nederlandse vertaling.
pf
· Orlanda S.H. Lie. Vrouwengeheimen. Geneeskunde en beeldvorming in de Middelnederlandse artesliteratuur. Amsterdam: De Buitenkant, 1999. 39 blz.; isbn 90 76452 03 2; ƒ22,50.
Op 7 september 1999 vond de achtste Bert van Selm-lezing plaats. Spreekster bij deze door de vakgroep Nederlands van de Universiteit Leiden georganiseerde bijeenkomst, was deze keer de Utrechtse neerlandica Orlanda S.H. Lie. In Vrouwengeheimen bespreekt zij de verschillende Latijnse teksttradities rond Middeleeuwse vrouwengeneeskunst in relatie tot de overgang van een orale naar een schriftcultuur.
Zij beschrijft hoe het theoretisch-filosofische geschrift Secretis Mulierum (Vrouwengeheimen) op basis van klassieke bronnen en vroegchristelijke kerkvaders een vrouwvijandig beeld schetst. De vrouw wordt beschreven als een mislukte man met een zwak karakter en een onverzadigbare wellust. De andere teksttraditie, vertegenwoordigd door de Liber Trotula (De boeken van Trota), verschaft meer praktischmedische kennis over het vrouwelijke lichaam ten behoeve vroedvrouwen en artsen. In de vertalingen in de volkstalen - ook de Middelnederlandse - vervaagt de scheiding tussen de beide richtingen en daardoor krijgen de vrouwvijandige denkbeelden een ruimere verspreiding.
Orlanda Lie speculeert aan de hand hiervan over de vraag of we bij deze vrouwenleren te maken hebben met een mannelijke (schriftelijke) en een van oorsprong overwegend orale vrouwelijke traditie. Zij ache het mogelijk dat de Secretis Mulierum bewust is gebruikt om een vrouwbeeld te propageren dat in overeenstemming was met de christelijke ideologie. Deze boeiende lezing is wederom voorbeeldig uitgegeven door uitgeverij De Buitenkant te Amsterdam.
pf
· Laurens Jansz Costerprijs 1999 verleend aan Kees Fens. Haarlem: Stichting Haarlem Boekenstad / Stichting Laurens Jansz Costerprijs, 1999. 39 blz.; ill.; isbn 90 70923 033.
De woorden tot en van de laureaat van de Costerprijs 1999, gesproken op 6 oktober 1999 te Haarlem, zijn in drukinkt vervat in een mooi boekje van zetterij Chang Chi Lan-Ying en drukkerij Jan de Jong (De Buitenkant). Het juryrapport van J.G. Gaarlandt, A. Mertens en R. Wester is erin terug te vinden, waarin Kees Fens als ‘ambassadeur van het boek’ bij uitstek gekenschetst wordt. J.J.H. Pop van de organiserende stichting benadrukt het belang van Haarlem als boekenstad. Jan Blokker hield de feestrede, Herman van Run belichtte de persoon van de prijswinnaar en Fens sprak een dankwoord. Tenslotte zijn vier stukjes van Fens
Omslag Eifde Laurens jansz Costerprijs 1999