Literatuur. Jaargang 15
(1998)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
De recensent, ook der recensenten
| |
[pagina 16]
| |
opmerkingen. Bij Hans Goedkoop slaat de balans door naar de andere kant: ‘een weloverdacht verhaal, maar uiteindelijk volstrekt schematisch’ (nrc-Handelsblad). Hans Warren valt in dezelfde categorie: slotsom negatief. De enige van de bekendere critici die onverdeeld achter Het geheim gaat staan is Rob Schouten in Trouw. De titel van zijn stuk De advertentie uit Opzij
geeft al aan wat deze muziekliefhebber in het boek geboeid heeft: ‘In “Het geheim” zit meer muziek dan menigeen zal horen.’ Bij anderen vindt men steeds weer relativerende opmerkingen over Enquists ‘balanceren op de grens van het sentimentele en pathetische’, zoals Diepstraten het in De Stem formuleert. Het negatiefst zijn, behalve Carel Peeters, twee vrouwelijke recensenten. Het lijkt wel of zij zich extra geërgerd hebben aan wat traditioneel verbonden wordt met het woord ‘vrouwelijk’. Zo haalt Doeschka Meijsing uit: ‘Maar juist het “literatuur-achtige” maakt Het geheim tot een kwetsbare aflevering van het programma van Catharine Keyl: de stem van de auteur heeft net iets te veel ontroering, net iets te veel poëzie in zich om niet hevig te verlangen naar meer afstand, cynisme of wijsheid.’ Ook Xandra Schutte heeft in De Groene Amsterdammer er geen goed woord voor over: ‘Anna Enquist beschrijft de gevoelens van haar personages met te veel pathetiek.’ Haar bespreking draagt de misprijzende kop ‘Gevoelig’. De ontvangst van Het geheim laat een scherpe splitsing tussen beroepslezers en leespubliek zien. Dat publiek heeft van Het geheim genoten, want voorzover deze lezeressen van leed houden (zie Opzij) worden ze door Enquist aan het smullen gezet: een kil huwelijk, een achterlijk broertje, een o zo eenzame vrouw en dan natuurlijk nog dat ‘geheim’ (daarvoor moest de roman natuurlijk ook voor de oorlog beginnen; het hinderlijke gevolg is dat over hele decennia van Wanda's leven niets wordt meegedeeld). De ‘lead’ van het Opzij-artikel begint zo: ‘Er verschijnen steeds meer boeken waarin vrouwen hun eigen verhaal vertellen. Meestal gaat het over leed: ziekte, een doodgeboren kind, een demente ouder.’ Enquist vertelt niet haar eigen leven - maar als het gaat om leed is zij ongetwijfeld hofleverancier. Het geheim was niet toevallig tot voor kort het boek dat lezeressen cadeau kregen wanneer ze zich op Opzij abonneerden. De uitgevers hebben intussen doorgekregen door wie hun boterham wordt gesmeerd. Met het oktober-nummer van Opzij is namelijk nog iets eigenaardigs aan de hand. Het blad bevat een soort bijlage, ‘Het seizoen, Meulenhoff-bulletin over boeken en schrijvers’. Opvallend is dat er op de omslag van dit ‘bulletin’ alleen schrijfsters worden afgebeeld - de mannen van Meulenhoff mochten kennelijk voor deze gelegenheid niet het gezicht van de uitgeverij bepalen (hier haalt Verdaasdonk zijn gelijk). Nog interessanter: ook de boeken die worden voorgesteld (waarvan een enkele ook door een man geschreven is) worden stuk voor stuk naar de consumenten toegeschreven. Zo presenteert men de laatste roman van een intellectueel auteur als Monika van Paemel met de woorden: ‘een heftige roman over liefde en macht’. Kortom, 24 bladzijden lang wordt zo de najaarsaanbieding van Meulenhoff op de meest vrouwvriendelijke manier aangeprezen! Het geraffineerde van deze ‘bijlage’ is dat een wat minder oplettende lezer(es) niet meteen zal doorhebben dat het om een pagina's lange advertentie gaat. Een advertentie van een dergelijke kapitale omvang komt men in Nederland dan ook niet vaak tegen. Ja, bij Meulenhoff weten ze waar ze die steunpilaren van het Nederlandse boekenbedrijf, goedopgeleide vrouwen rond de vijftig, kunnen vinden. Jammer alleen dat ze nog geen Enquist in hun fonds hebben. |
|