Literatuur. Jaargang 12
(1995)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 205]
| |
Literatuur in vertaling
| |
[pagina 206]
| |
gebied gelezen worden, want er zijn binnen dat taalgebied net zovele interpretaties als er lezers zijn.
Soms kun je het Nederlands gewoon laten staan als het onvertaalbaar is. Zweden begrijpen het tóch. De Thorline zaliger en de Scandinawian Seaways hebben daarvoor gezorgd. Heerlijk om dat onvertaalbare ‘gracht’ te laten staan in de Zweedse tekst! Als juf voor Nederlands vind ik dat Zweden dat woordje moeten kennen. Anders hoeven ze in het voorjaar ook niet naar de tulpen te gaan kijken.
Iemand als Maarten 't Hart schept er duivels plezier in om vertaalmoeilijkheden te scheppen. Nu eens staat er een stukje Statenbijbel of psalmentekst (Braakland) dan weer het dialect van Maassluis (Het woeden der gehele wereld). Gelukkig legt-ie zelf bijna altijd uit wat het betekent. Nederlandse lezers weten dat namelijk ook niet. Soms lijkt het Nederlandse woord uit de Statenbijbel of het Maaslands bijna net zoveel op een Zweeds als op een modern Nederlands woord. Als vertaler vertik je het om ‘het hof der hoven’ te vertalen en laat rustig Maarten zelf sail het woord. Zweedse lezers zijn hem dankbaar voor zijn introductie tot de Lage Landen. Ze lezen hem graag vanwege de atmosfeer die hij weet op te roepen. Zij vinden Nederland namelijk exotisch en interessant. Met 't Hart als grimmighumoristische gids lopen ze door Maassluis. Vijfendertig jaar geleden fietsten we eens met een fietsenrally van het Delftse Grotiusgymnasium naar Maassluis. Ik was pas in Nederland en ik raakte diep onder de indruk van dat stadje en van de huisjes langs de sloten op de weg naar huis. ‘Hij beschrijft Holland op z'n smalst’ snoof een extramurale collega eens verachtelijk op een Colloquium Neerlandicum (‘vertaal toch liever Arion!’). So what? What's wrong with Holland? Sorry, ik ben ook maar een buitenlandse en de Zweedse uitgever wil't Hart (‘ze hebben al iemand uit de buurt van Arion de Nobelprijs gegeven. Die schreef toevallig in het Engels.’)
Van ‘gymnasium’ gesproken. Nootebooms Het uolgende uerhaal vertaalde ik met ogen groot van nostalgie. Wat een wonderbaarlijk portret van een Nederlandse leraar, zo heb ik ze in de jaren vijftig en zestig nog ‘gehad’ op dat Grotiusgymnasium. De klassieke talen gepresenteerd door docenten die er minstens zeven jaar op hadden gestudeerd en die bléven studeren uit belangstelling voor hun vak. Waar vind je dat nog? En hoe vertaal je zo iets? Je kon ieder woord, iedere zin van Nooteboom weergeven in het Zweeds, maar de sfeer van een Nederlands gymnasium met zes jaar Latijn en vijf jaar Grieks, waar de tvereld met de ogen van de klassieke oudheid werd bekeken - hebben de Zweden dat uit de tekst begrepen? Bij ons noemen we alle schoolvormen na de negenjarige basisschool ‘gymnasieskola’ (onvertaalbaar). We hebben hier sinds 1977 ook ‘sportgymnasia’, zonder een schijn van Latijn, uiteraard. Zoiets kon zich misschien in het klassieke Hellas ‘gymnasion’ noemen, maar niet in het Nederland van Nooteboom en Mulisch (zie het begin van De aanslag)! Er kwamen heel veel recensies op Het volgende verhaal. Men was uitermate positief, men riep Nobelprijs! Het ging de recensenten om leven en dood en om humor, maar niemand schreef iets over de sublieme weergave van het oude Nederlandse ‘gymnasium’ als symbool voor een verdwenen cultuur -hoe konden ze dat ook weten? Ingrid Wiken BondeGa naar voetnoot+ |
|