| |
| |
| |
Literatuur-nieuws
Vers voor de Pers
Op 7 februari waren in de rai te Amsterdam weer tal van uitgeverijen neergestreken om hun nieuwste of nog te verschijnen uitgaven te laten besnuffelen door de pers. De oogst aan binnenkort te verschijnen titels op het gebied van de neerlandistiek die wij binnenhaalden op onze traditionele tocht langs de verschillende stands is, in kwantitatief opzicht tenminste, niet zo rijk als de vorige keren. Niettemin werd ons weer een aantal vermeldenswaardige uitgaven in het vooruitzicht gesteld.
Zo krijgt de reeks Nederlandse Klassieken van Prometheus/Bert Bakker, waarvan recent het eerste deel verscheen, concurrentie van de reeks Alfa. Literaire teksten uit de Nederlanden van Amsterdam University Press. De reeks zal tekstedities bevatten van bekende en minder bekende poëzie, proza en toneel uit verschillende eeuwen. De edities worden alle voorzien van commentaar en, waar nodig, van woordverklaringen; in een inleiding wordt de tekst in de context van de tijd geplaatst. Een greep uit de te verwachten titels: Spiegel historiael van Jacob van Maerlant, Gijsbreght van Aemstel van Joost van den Vondel, Mas Anjello van Thomas Asselijn, Gedichten van Jacobus Bellamy en Op hoop van zegen van Herman Heijermans.
In het najaar weten we hoe eigenwijs en verrassend onze oudste poëzie gebloemleesd kan worden. Gerrit Komrij zal dan bij Bert Bakker het slotdeel van zijn beruchte bloemleestrilogie publiceren: De poëzie van de Middeleeuwen. Een van de ongetwijfeld daarin opgenomen dichters staat centraal in de bundel Siet, de brudegom comt. Facetten van ‘Die geestelijke brulocht’ van Jan van Ruusbroec, onder eindredactie van Th. Mertens. De bundel bevat de lezingen die door verschillende Ruusbroec-kenners zijn gehouden op het congres dat verleden jaar in Antwerpen was georganiseerd naar aanleiding van Ruusbroecs zevenhonderdste geboortedag. Uitgeverij Kok zal de bundel in juni laten verschijnen. Het omvangrijke en prestigieuze onderzoeksproject Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen (nlcm) heeft veel nieuwe inzichten opgeleverd die hun neerslag zullen krijgen in Handgeschreven wereld van Dini Hogenelst en Frits van Oostrom. Deze nieuwe inzichten betreffen niet zozeer de oude teksten zelf, alswel de cultuurhistorische context waarbinnen deze teksten hebben gefunctioneerd. Dit boek is een uitgave van Prometheus/Bert Bakker en zal in september verschijnen. De teksten zelf krijgen het volle pond in Die 't leest of besiet. Honderd hoogtepunten uit de Koninklijke Bibliotheek dat uitgeverij Waanders in samenwerking met de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag in juni op de markt brengt. In deze ‘platenatlas van onze cultuurgeschiedenis’ presenteren deskundigen de fraaiste voorbeelden uit de verzameling van de genoemde bibliotheek en schetsen aan de hand daarvan de ontwikkeling van onze letteren. Naast fragmenten van handschriften zijn hierin ook illustraties van oude drukken, boekbanden en sierpapieren opgenomen.
Eveneens in juni verschijnt bij de Walburg Pers De avonturen van een voc-soldaat. Het dagboek van Carolus van der Haeghe 1699-1705, ingeleid door Jan Parmentier en Ruurdje Laarhoven. In zijn dagboek verhaalt de avonturier, vrijbuiter en deserteur Van der Haeghe van zijn omzwervingen op Batavia, de Filippijnen en in Japan. Niet iedereen zocht het zo ver weg, getuige de oversteek die auteur James Boswell maakte naar Holland. In Boswell in Holland 1763-1764 beschrijft Richard Holmes het verblijf van deze Schotse auteur in ons land. In het boek, dat in mei bij uitgeverij Atlas verschijnt, is bovendien de complete briefwisseling met Belle van Zuylen opgenomen.
In november verschijnt bij Bas Lubberhuizen het alweer achtste deel van de reeks De Nieuwe Engelbewaarder. In dit deel schildert Tristan Haan het portret van Marie Anderson (1842-1917). Een vrouw die haar eigen weg ging. Multatuli-kenners kennen haar waarschijnlijk voornamelijk als de auteur van een boekje met Multatuli-memoires. De Haan completeert ons beeld en toont haar als feministe, vrijdenkster, anti-vivisectioniste en schrijfster van romans die niemand meer leest. Andreas Oosthoek selecteerde voor Prometheus/Bert Bakker een tachtigtal brieven die Martinus Nijhoff tussen 1916 en 1950 schreef aan zijn vrouw Netty, bekend geworden als de schrijfster A.H. Nijhoff. Brieven aan mijn vrouw verschijnt in mei. In dezelfde maand komt uitgeverij Kwadraat met de monografie De lichte waanzin van het onmogelijke. Paul van Ostaijen en het dichterschap. In deze studie van Thomas Vaessens wordt Van Ostaijens oeuvre besproken tegen de achtergrond van zijn leven en zijn opvattingen over de wereld, de literatuur en het dichterschap. Het ethische dilemma van ‘goed’ en ‘fout’ in de oorlog houdt Neerlands gemoederen onverminderd bezig. In september verschijnt bij de Amsterdam University Press een studie van Rolf Wolfswinkel met de titel Tussen landverraad en vaderlandsliefde. De collaboratie in het na-oorlogse proza. Wolfswinkel stelt zich hierin de vraag hoe de verschillende gradaties van collaboratie van Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog is verwerkt in fictioneel en non-fictioneel proza. En dan zijn er ten slotte nog de titels van algemeen literair-wetenschappelijke aard. In mei verschijnt bij Kok Agora de bundel De lezer als burger. Over literatuur en ethiek onder redactie van Thijs Jansen, Frans Ruiter en Jèmeljan Hakemulder met, zoals de ondertitel al duidelijk aangeeft, daarin verschillende essays over de verhouding
tussen literatuur en ethische vraagstukken. Wat is literatuur nu eigenlijk? Een onbeantwoordbare vraag waarop desalniettemin al eeuwenlang verschillende antwoorden zijn gegeven. Een groot aantal van deze antwoorden is terug te vinden in de bundel Denken over dichten. Dertig eeuwen poëticale reflectie die in mei verschijnt
| |
| |
bij de Amsterdam University Press. Het boek bevat een groot aantal fragmenten uit beschouwingen, verhandelingen en manifesten van Europese schrijvers, critici en literatuurbeschouwers vanaf de Oudheid tot circa 1940.
peter hoffman
| |
Nieuw aandachtsgebied sl
Binnen de Stichting Literatuurwetenschap van nwo is een nieuw aandachtsgebied ontwikkeld, De impact van literatuuropvattingen in het literaire veld. In de onder die titel verschenen brochure (35 blz.) geven C.J. van Rees en G.J. Dorleijn de contouren aan van het literaire veld, waarin zich de driehoek auteur-lezer-tekst bevindt. Auteurs treffen elkaar in diverse instituties, lezers worden gevormd door verschillende soorten opinies en het literaire veld maakt weer deel uit van de totale samenleving.
De steeds veranderende literatuuropvattingen met betrekking tot de driehoek en het literaire veld vormen het onderwerp van bestudering van het aandachtsgebied. Daarbij ligt het in de bedoeling de twee gangbare benaderingen van het probleem te integreren, namelijk de reconstructie- en de institutionele benadering. Combinatie van het reconstrueren van denkbeelden over literatuur van schrijvers of een samenleving op een bepaald moment met het bestuderen van de materiële en symbolische produktie en distributie van literatuur door instituties en personen in onderlinge wisselwerking, kan pas goed laten zien dat het literaire bedrijf een handelen is door en voor mensen.
De auteurs van deze brochure, die als coördinatoren van het aandachtsgebied optreden, worden bijgestaan door een interdisciplinaire stuurgroep, bestaande uit prof. dr. E. Ibsch (algemene literatuurwetenschap), prof. dr. P.H. Schrijvers (klassieke talen), dr. P.W.M. Wackers (mediaevistiek), prof. dr. M. Spies (neerlandistiek; renaissance), prof. dr. P. de Voogd (anglistiek; achttiende eeuw) en dr. L.H. Hoek (romanistiek; negentiende/twintigste eeuw). Te formuleren onderzoeksvoorstellen zullen uitgevoerd worden in de periode 1994-1998 door drie oio's of postdocs per jaar.
De brochure is verkrijgbaar bij de Stichting Literatuurwetenschap, Postbus 93120, 2509 AC Den Haag, 070-3440823/3440827.
pjv
| |
Het rieten kluisje van Wolff en Deken
Het mag een wonder heten dat er nog iets van over is, van het beroemde kleine tuinhuisje, of ‘sierhermitage’, waarin ooit Sara Burgerhart werd geboren. Het huisje fungeerde als schrijfkamertje van Betje Wolff in de tijd dat zij samen met Aagje Deken het landgoed ‘Lommerlust’ te
Het rieten kluisje van Wolff en Deken aan het eind van de achttiende eeuw (links, collectie Stichting Atlas van Stolk) en in 1992 (rechts, collectie Stichting tot behoud van het tuinhuisje van de dames Betje Wolff en Aagje Deken te Beverwijk)
| |
| |
Beverwijk bewoonde. Nadat de dames om politieke redenen gedwongen werden al hun bezittingen te verkopen en te vluchten naar Frankrijk, raakte het huisje langzaam maar zeker in verval. Het werd in zijn lange en woelige leven talloze keren vertimmerd, verwaarloosd, misbruikt, met de sloop bedreigd, om dan weer gerestaureerd en zelfs enkele malen verplaatst te worden. Van het oorspronkelijke bouwsel is nu dan ook weinig tot niets meer over; zeker niet nadat het rieten dak op de oudejaarsnacht van 1992 door een vuurpijl werd getroffen en het huisje gedeeltelijk afbrandde.
Gelukkig is inmiddels ‘de stichting tot behoud van het tuinhuisje van de dames Betje Wolff en Aagje Deken te Beverwijk’ opgericht om het willekeurig gesol met het huisje een halt toe te roepen. De stichting heeft ter ondersteuning van haar activiteiten een boekje uitgebracht met de titel ô Laage hut! Meer grootsch dan vorstelyke hoven, waarin verschillende auteurs hun licht laten schijnen over dit fenomeen. Met name genoemd zij het artikel van Wim Meulenkamp over de cultus van de hermitage in Nederland. Meulenkamp toont aan dat het schrijversduo niet als enige zo'n idyllisch onderkomen in de tuin had staan. In de achttiende eeuw was het onder de elite een ware rage er een sierhermitage op na te houden; sommigen namen zelfs een heuse kluizenaar in dienst die, vaak onder voorwaarde dat hij zijn haar en nagels niet liet knippen, tegen betaling zo'n huisje lange tijd bewoonde en zo de tuin een extra pittoresk accent verleende. In Nederland, waar men mogelijk iets meer moeite had met zulke praktijken, nam men over het algemeen genoegen met een kluizenaarspop van hout, papier-maché of was, al dan niet voorzien van een mechaniek dat de pop in staat stelde de verrukte bezoeker minzaam toe te knikken. Er zijn dus niet alleen literair-historische, maar ook cultuurhistorische redenen te bedenken om het werk van de stichting te steunen; het rieten kluisje van Wolff en Deken maakt deel uit van een curieuze tuinarchitectonische traditie, waarvan de sporen hedentendage steeds moeilijker terug te vinden zijn.
Het boekje is te bestellen door ƒ 25, - over te maken op Rabobank Beverwijk, rekeningnummer 3880.02.301, t.n.v. Tuinhuisje Wolff en Deken. Voor nadere informatie: 02510-26735.
peter hoffman
| |
Paracelsus in de bph
In een wat eenvoudiger uitvoering dan we gewend waren, is naar aanleiding van een expositie in de Ritman-bibliotheek te Amsterdam een catalogus verschenen onder de titel Paracelsus in der Bibliotheca Philosophica Hermetica Amsterdam; Ausstellung zum 500. Geburtsjahr des Theophrastus Bombast von Hohenheim, Paracelsus genannt (Amsterdam: In de Pelikaan, 1993; 85 p. + losbladige index). Het belang van Paracelsus als medicus, (natuur)filosoof, theoloog, Rozenkruiser en theosoof wordt uiteengezet door C. Gilly en Joost Ritman; Frans Janssen gaat in op de talrijke uitgaven van het werk van Paracelsus.
Het catalogusgedeelte beschrijft 85 drukken en manuscripten uit de collectie van de BPH (met afbeeldingen).
pjv
| |
Woordenboek der Nederlandse Taal op cd-rom
Het Woordenboek der Nederlandse Taal (wnt) verschijnt op cd-rom. Het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (inl) en and Software b.v. werken samen aan de ontwikkeling van een electronische versie van dit Nederlands historisch/wetenschappelijk woordenboek.
Aan het wnt, dat geldt als het grootste woordenboek ter wereld, wordt reeds bijna anderhalve eeuw gewerkt. Sinds 1969 is dit ondergebracht bij het inl, de ‘schatbewaarder van de Nederlandse taal’. Electronische ontsluiting zal het werk van vijf generaties lexicologen beter, sneller en makkelijker toegankelijk maken voor pc-bezitters. and Software is een software-huis dat eerder de cd-rom versie van de Oxford English Dictionary (second edition) ontwikkelde. Voor de electronische uitgave van het wnt neemt and de benodigde databewerking (structurering, compressie, indexering) en applicatie-ontwikkeling op zich, in nauwe samenwerking met het inl. De uitgave van het wnt op cd-rom is gepland in de eerste helft van 1995. Voor meer informatie: dr. Truus Kruyt, Instituut voor Nederlandse Lexicologie, 071-272270 of drs. Luc Haasnoot, project manager Electronic Publishing, and Software, 010-4367100.
pjv
| |
Boekhistorische vereniging opgericht
Onlangs is de Nederlandse Boekhistorische Vereniging (nbv) opgericht. Deze landelijke vereniging stelt zich ten doel het onderzoek naar en de belangstelling voor de geschiedenis van het Nederlandse gedrukte boek en het boekgebruik in de meest ruime zin te bevorderen. De nbv wil de ontmoetingsplaats zijn voor iedereen die belangstelling heeft voor de geschiedenis van het Nederlandse gedrukte woord, of dat nu uit beroepsmatige interesse is (vanuit het boekenvak, bibliotheekwezen, onderwijs of onderzoek) of uit liefhebberij. Hiertoe wordt een verscheidenheid aan activiteiten georganiseerd.
Jaarlijks brengt de nbv het Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis uit, dat een overzicht geeft van de resultaten van nieuw onderzoek op het gebied van het Nederlandse boek. Het eerste Jaarboek, dat op 11 juni 1994 in Museum Meermanno-Westreenianum/Museum van het Boek te 's-Gravenhage zal worden gepresenteerd, biedt een staalkaart van de verschillende manieren waarop heden ten dage boekhistorisch onderzoek
| |
| |
wordt verricht. Het zal onder meer bijdragen bevatten over godsdienstige volkslectuur in de zestiende eeuw, over historische kronieken in de zeventiende eeuw, over het lezerspubliek van De Gids in de negentiende eeuw, en over collectieve afspraken tussen uitgevers en boekhandelaren in de moderne tijd.
Voorts organiseert de nbv studiedagen en symposia over centrale thema's uit de geschiedenis van het Nederlandse boek. Het eerste congres van de vereniging, getiteld Bladeren in andermans hoofd, zal van 28 tot en met 30 september 1994 te Baarn worden gehouden in samenwerking met het landelijk onderzoeksnetwerk van assistenten-in-opleiding’ Geschiedenis van kunst en cultuur’. Het congres, waaraan een keur van sprekers uit binnen- en buitenland een bijdrage zal leveren, is gewijd aan het onderzoek naar historische lezers en hun boekgebruik in Nederland.
Het lidmaatschap van nbv staat open voor iedereen. De contributie bedraagt ƒ 45, - (studenten ƒ 30, -; instellingen ƒ 60, -) per kalenderjaar. De leden ontvangen daarvoor het Jaarboek en aankondigingen van alle activiteiten van de vereniging. Aanmelding geschiedt door overmaking van de contributie op postgiro 5537064, t.n.v. penningmeester nbv, Wilhelminastraat 142-i, 1054 WR Amsterdam.
Het bestuur van de nbv bestaat uit prof. dr. P.G. Hoftijzer (voorzitter), dr. F. de Glas (vice-voorzitter). dr. B.P.M. Dongelmans (secretaris), drs. P.J. Koopman (penningmeester), dr. J.J. Kloek, mevrouw dr. L. Kuitert en dr. O.S. Lankhorst (leden). Nadere inlichtingen zijn te verkrijgen bij de secretaris, Stevinstraat 14, 2405 CP Alphen aan den Rijn
| |
Nieuwe afdeling Meermanno
In het koetshuis van het Museum Meermanno-Westreenianum/Museum van het Boek, Prinsessegracht 30, 2514 AP 's-Gravenhage, is sinds eind februari 1994 een nieuwe afdeling ingericht, de grafische opstelling. Een centrale plaats wordt daar ingenomen door de Albion-drukpers van Jean François van Royen, die in 1914 zijn private press de Zilverdistel begon. Het met de door S.H. de Roos ontworpen Zilvertype vervaardigde drukwerk maakt deel uit van de permanente expositie, die inzicht wil geven in het ontwerpproces van boeken. Ook is er een demonstratieruimte ingericht met een drukpers, zodat de bezoeker een beeld kan krijgen van de technische kant van het ambachtelijk boekenmaken.
Door middel van wisselende tentoonstellingen, waarbij geput kan worden uit de grote collectie van het museum, wil men in de toekomst het werk van letter- en boekontwerpers en van private presses onder de aandacht brengen. Het museum is geopend van maandag tot en met zaterdag van 13.00 tot 17.00 uur. Inlichtingen: 070-3462700.
| |
Snoecks 94
Het uitgebreide fotowerk waar Snoecks almanak zijn bekendheid aan te danken heeft, is in jaargang 70 van 1994 (585 p.; ƒ 24,95) ingeklemd tussen de literaire rubrieken. Dit deel opent met een overzicht van Nederlandse, Engelse, Franse, Duitse en internationale literaire prijzen door Frans Heymans, die ook een overzicht geeft van in 1992 en 1993 overleden letterkundigen onder de kop ‘Onsterfelijk sedert...’ In de afdeling ‘Snoecks literair’ verder twee verhalen van Geertrui Daem en Tomas Ross.
Op pagina 84-95 volgt een uitgebreid interview van Hanneke Savenije met Leon de Winter dat vooral gaat over zijn controversieel zijn en over Supertex. De almanak besluit met overzichten over het jaar 1993 in de Nederlandse, Engelse, Franse en Duitse letteren. De auteur van ‘Het jaar van Harry Mulisch’ is Anthony Mertens, die als belangrijkste trend in dat jaar de bloei van het essay signaleert. Verder gaat hij in zijn essay in op het bekroonde werk van Marcel Möring, de Indiëliteratuur, reisliteratuur en de diverse door hem waargenomen categorieën romans.
pjv
| |
Skriuwers almenak
Omdat de gegevens in de Frysk Skriuwersalmenak van 1985, verschenen als speciaal nummer van het maandblad De Strikel, behoorlijk achterhaald waren, is nu onder redactie van Joop Boomsma, Durk Hibma en Tineke Steenmeijer een nieuwe verschenen (Ljouwert/Grou 1994; 222 p.; ƒ 15, -). Van meer dan honderd auteurs worden op iedere linker pagina biografische gegevens verstrekt (onder andere pseudoniemen, adressen, literaire prijzen) en wordt een bibliografie gegeven. Bij de bibliografische gegevens zijn naast de werken in het Fries ook de Nederlandstalige titels vermeld (Wilco Berga, Jante Geartsma, Diet Huber, U.G. de Jong, Durk van der Ploeg, Gerrit Visser, Arme Wadman, Harmen Wind). De rechter pagina's bevatten een foto van de desbetreffende letterkundige en een gedicht of tekstfragment. Dit nuttige naslagwerk is een uitgave van It Skriuwersboun en de Stichting It Fryske Boek.
pjv
| |
Redes over boeken
Op 17 september 1993 hield de bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van uitgeverij en boekhandel vanwege de Dr P.A. Tiele-Stichting aan de Universiteit van Amsterdam, dr. P.G. Hoftijzer, zijn inaugurele rede. Deze oratie, De zeis in andermans koren; over nadruk in Nederland tijdens de Republiek (Amsterdam 1993; 25 blz.), verscheen als nr. 4 in de bbi-reeks. Aan de hand van goed gekozen voorbeelden gaat Hoftijzer in op het complexe verschijnsel van de nadruk waaraan tal van commerciële, morele en juridische aspecten zitten. Probleem bij de
| |
| |
bestudering van het verschijnsel, dat pas in de negentiende eeuw aan banden gelegd wordt, is het ontbreken van een deugdelijke kwantitatieve basis, zoals dat trouwens met tal van andere boekhistorische onderwerpen eveneens het geval is. De publikatie is verkrijgbaar door storting van ƒ 10, - op giro 4961200 van de Vakgroep bbi (Boek-, Bibliotheek- en Informatiewetenschap) te Amsterdam onder vermelding van ‘bbi-reeks 4’.
Op 8 februari 1994 richtte prof. dr. F.P. van Oostrom zich ter gelegenheid van de Leidse dies natalis tot een uitgebreid gehoor in de Pieterskerk met een rede over De waarde van het boek. De hoge commerciële waarde van het middeleeuwse boek wijst op de zeldzaamheid ervan, een fenomeen dat kan verklaren waarom bijvoorbeeld bepaalde teksten meer dan eens vertaald zijn: men was er niet van op de hoogte dat er al een vertaling was. Het vergaren van betrouwbare bronnen voor nieuwe publikaties was voor de middeleeuwse auteur vaak een enorm probleem. Aan inhoudelijke en culturele waarde en als ideaal hanteerbaar object heeft het boek - ook in dit computertijdperk - nog niet ingeboet. De rede van Van Oostrom is verschenen als publikatie van de Rijks Universiteit Leiden (20 blz.) en met een hier en daar gewijzigde inhoud bij Amsterdam University Press (36 blz.; ƒ 19,50). Een verkorte versie verscheen in nrc/Handelsblad van 12 februari 1994.
pjv
| |
De bibliotheek van H. Reeser
Kort voor Reesers zeventigste verjaardag had de Universiteit van Amsterdam hem een eredoctoraat in de Letteren verleend op grond van zijn verdiensten voor de studie van de negentiende-eeuwse letterkunde, een studie die zich vooral richtte op leven en werk van A.L.G. Bosboom-Toussaint en, min of meer als uitvloeisel daarvan, op de Nederlandse receptie van
H.C. Andersen. De voornaamste vruchten van deze studie waren de twee-delige Bosboom-Toussaint-biografie (1962 en 1985) en Andersen op reis door Neder-land (1976) geweest. Na zijn erepromotie zat Reeser evenwel niet stil. In 1990 verscheen nog een Repertorium op de briefwisseling van A.L.G. Bosboom-Toussaint (Uitg. Stichting Neerlandistiek vu). In dit 219 pagina's tellende boek inventariseerde Reeser circa 1500 brieven van de schrijfster en ruim 350 aan haar gerichte brieven. Een aantal ervan was links en rechts al in de loop der jaren afgedrukt, veel was verspreid geraakt en een deel zelfs weggeraakt of vernietigd. Reeser pleitte voor een integrale uitgave van alles wat bewaard gebleven was. Op de registratie van alle door haar geschreven brieven volgt een gedeelte waarin alles wat er bekend is over haar briefwisseling en haar correspondenten alfabetisch is gerangschikt.
Na eerst van een ernstige ziekte nog min of meer hersteld te zijn, overleed Reeser op 2 september van het vorig jaar. Kort voor zijn dood verscheen nog een boeiend en omvangrijk artikel van zijn hand, ‘Potgieters tuchtiging van J.J.L. ten Kate. Gids-beginselen en Gids-kritiek’ in Voortgang. Jaarboek voor de Neerlandistiek xiii, 1992, dat van onverminderde werkkracht getuigenis aflegde.
Op 8 januari jongstleden bracht de landelijke pers het bericht dat de ‘literator en bibliograaf’ H. Reeser zijn Bosboom-Toussaint-collectie vermaakt had aan de Stads- of Atheneumbibliotheek Deventer. Uitgebreider reageerden Het Deventer Dagblad en Tubantia over deze jongste aanwinst, de vierde bijzondere collectie al sinds de Bilderdijk-, de Achterberg- en laatstelijk de Couperus-collectie. Was van de Couperus-collectie, geschonken door mevrouw W.M.S. Pitlo-van Rooyen (overl. 1992) in 1990 een 34 A-4 bladzijden tellende catalogus verschenen, van de ongeveer 250
| |
| |
banden omvattende Toussaint-verzameling ligt een dergelijke ontsluiting niet in de bedoeling, aldus de bibliothecaris, drs. J. Bedaux. Voor een relatief kleine bibliotheek als die te Deventer betekent deze fraaie aanwinst behalve statusverhoging ook extra toeloop van bezoekers. De collecties staan in de magazijnen apart, zodat de bezoeker ze in elk geval bijeen kan zien. Personeelsgebrek heeft tot dusver verhinderd de Bilderdijk-collectie te beschrijven; de Achterberg-collectie, verworven in 1987, is wel beschreven, maar een uitgave van deze beschrijving ligt niet in het verschiet. Reesers Andersen-collectie is verworven door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. De bibliothecaris, dr. P. Obbema, deelde mij desgevraagd mee dat het om zo'n 2,5 strekkende meter gaat van oudere Nederlandse vertalingen en zeldzame Deense en Duitse uitgaven. Daarnaast verwierf de Maatschappij ook een interessante collectie stukken van J.C. Zimmerman, ooit Gids-redacteur en Potgieter-vriend en -bibliograaf, alsmede het cahier waarin de jonge Toussaint gedichten placht over te schrijven die haar getroffen hadden. Het overige gedeelte van de bibliotheek, waarin uiteraard veel negentiende-eeuwse literatuur, gaat in mei bij Burgersdijk & Niermans te Leiden onder de hamer.
b. luger
| |
Automatisering op de ub Amsterdam
Alle boeken uit de periode 1506-1800 die in Amsterdam zijn gedrukt of uitgegeven en die in het bezit zijn van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam zijn ingevoerd in de computer. Dat betekent dat bijna 30.000 Amsterdamse oude drukken raadpleegbaar en opvraagbaar zijn via de opc, de online publiekscatalogus, en dientengevolge ook thuis via pc met modem. Naast de Amsterdamse drukken zijn inmiddels ook ongeveer 30.000 andere oude drukken ingevoerd; nog circa 70.000 titels uit de periode tot de negentiende eeuw wachten op verwerking. De beschrijvingen zijn voorlopig beknopt gehouden om de vaart in het project te houden, maar van een aantal categorieën drukwerk zijn uitvoeriger beschrijvingen voorhanden, zoals van de embleemboeken, de drukken van Willem Jansz. Blaeu, de prijsbanden en de Magnus-banden. Op de bibliotheek van de Koninklijke Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, gevestigd in de ub Amsterdam, is in 1993 in een stageproject onderzocht of het mogelijk was door scanning titels uit Nederlandse fondsveilingcatalogi uit de periode 1745-1955 in te lezen en die vervolgens via WordPerfect door te sluizen naar een database.
Bard Briels en Juliëtte Louwers toonden op 20 januari voor een goed gevuld auditorium aan dat het mogelijk is via een scanprogramma de in de catalogi opgenomen titels te verwerken tot computerbestanden die na bewerking met inventieve WordPerfect-makro's omgevormd kunnen worden tot velden en records in dBase iv.2. Vervolgens kan dan gezocht worden op titel, auteur en catalogus.
Als er voldoende middelen beschikbaar komen, zijn wellicht alle 450 fondsveilingcatalogi van de Vereeniging met gegevens over niet minder dan 220.000 titels over drie jaar elektronisch ontsloten. Nadere informatie geeft Marja Keyser: 020-5252048.
pjv
| |
Bibliografie literaire tijdschriften
Eind 1993 verscheen traditiegetrouw en met een bewonderenswaardige regelmaat een nieuw deel in de serie Bibliografie van de Literaire Tijdschriften in Vlaanderen en Nederland (bltvn) van de hand van Hilda van Assche en Richard Baeyens, met medewerking van Peter de Bode: De tijdschriften verschenen in 1992. 28 Vlaamse en 23 Nederlandse tijdschriften worden op de beproefde vakkundige wijze geanalyseerd en voorzien van registers op auteurs van de artikelen, op besproken auteurs, beeldende kunstenaars, musici, personen uit de wereld van kleinkunst, film en theater, politici en trefwoorden.
Het 525 pagina's tellende deel is een uitgave van de Rob. Roemans-stichting v.z.w. te Antwerpen en is te verkrijgen via Hilda van Assche, Roosendael 88/2, 1190 Brussel.
pjv
| |
Facsimile
Begin april verscheen een nieuw weekblad voor literatuur en kunst onder de titel Facsimile. Het blad is, zoals de naam al aangeeft, een periodiek met facsimile's van tekeningen, teksten, collages, et cetera. Voor de abonnees wordt aan het eind van de jaargang ook een gedrukte versie in een verzameldoos van de complete jaargang in het vooruitzicht gesteld.
Facsimile is een uitgave van de gelijknamige stichting die geleid wordt door Gerda Meijerink, Marleen Stikkes en Mieke Gerritsen. De redactie van het tijdschrift berust bij Liesbeth Brandt Corstius, M. Februari, Jaap Huisman, Elrud Ibsch en Anthony Mertens. Voor deze eerste jaargang werd medewerking verworven van onder meer Jeroen Henneman, Hugo Claus, Gerrit Kouwenaar, K. Schippers, Marion Bloem en Frank Martinus Arion.
Een abonnement op het weekblad kost ƒ 350, - per jaar en men kan zich abonneren bij de Stichting Facsimile, Overtoom 270, 1054 JB Amsterdam (020-6180416).
GvB
| |
Slib-reeks
In de Slib-reeks van de Stichting Kunstuitleen Zeeland verschenen in 1993 nog drie nieuwe deeltjes. Nummer 62 bevat onder de titel Tijger en lam gedichten en een verhaal van Andreas Oosthoek. De vormgeving
| |
| |
(het boekje is gedrukt op rijstpapier) is afgestemd op de inhoud (thema: Thailand).
Als nummer 63 werd gepubliceerd een verhaal van Kreek Daey Ouwens Een cirkel van saamhorigheid waarin zij haar jeugdherinneringen beschrijft. De illustraties zijn van Elly Strik. In deel 64 van de Slib-reeks, Odysseus' reis naar Walcheren, gaat beeldend kunstenares Marion Crezée mee met de theorie van Iman Wilkens dat het tiende boek van Homerus' Odyssee in het Zeeuwse speelt. Hoewel de nodige vraagtekens te zetten zijn bij Odysseus' reis van Schouwen naar Walcheren is dit deel uit de Slib-reeks, mede door de kalligrafische en typografische adviezen van Karina Meister en Theo Pasveer, zeer bijzonder vormgegeven.
Men kan zich abonneren op de reeks (zes deeltjes voor ƒ36, -) bij de genoemde Stichting, Kuiperspoort 22, 4331 GS Middelburg, 01180-11443.
pjv
| |
Poolse vertalingen
De bekende Poolse neerlandicus en Multatuli-specialist Jerzy Koch organiseerde in mei 1993 een tentoonstelling over Het Nederlandse boek in Poolse vertaling in de bibliotheek van het Nationale Ossoliñski-Instituut te Wroclaw. De catalogus (49 blz.; geïllustreerd), vooral het omslag, werd fraai vormgegeven door de bibliofiele uitgeverij Witryna Artystów te Klodzko. In een tweetalige inleiding weet Koch binnen het bestek van nauwelijks tien pagina's een heldere analyse te geven van de receptie van de Noord- en Zuidnederlandse literatuur uit de negentiende en twintigste eeuw in Polen.
Tot de meest opmerkelijke vroege vertalingen hoort die van de Oost-Indische Ryse van Bontekoe in een reisbloemlezing, in 1805 gepubliceerd door uitgever Wilhelm Gottlieb Kom in Wroclaw en herdrukt in 1808. In de tweede helft van de negentiende eeuw is Consdence de topper met niet minder dan 24 vertaalde titels. Begin twintigste eeuw zijn vooral Multatuli, Couperus, Van Eeden en Heijermans vertaald. Voor de Tweede Wereldoorlog waren vertalingen van Jo van Ammers-Küller erg in trek. De grote golf vertalingen komt na 1945, maar veel daarvan zijn ‘tweedehands’, via het Duits. Sinds de jaren zestig en zeventig is de kwaliteit van de vertaalde literatuur en van de vertalingen enorm toegenomen.
De catalogus kan besteld worden (ƒ10, - plus verzendkosten) bij de Stichting Nederland-Polen, Mient 172, 2564 KS Den Haag, 070-3238541, postrekening 5629035. Op hetzelfde adres is eveneens verkrijgbaar de door Jerzy Koch vervaardigde Poolse vertaling van Multatuli's Max Havelaar (ƒ39, - plus verzendkosten).
pjv
| |
nlcm-symposmm
Vandaag de dag is er meer onderzoek naar Middelnederlandse letterkunde gaande dan ooit tevoren. Reden, zo kwam het nlcm voor, om een symposium te wijden aan een gewetensvraag: leidt al dat onderzoek behalve tot verdieping op talrijke deelgebieden ook nog tot iets als een verbeterd samenhangend beeld van Middelnederlandse letterkunde?
Op het tweedaagse symposium Grote lijnen. Synthese over Middelnederlandse letterkunde zullen zeven vooraanstaande neerlandici-mediëvisten uiteenzetten wat zij zich voorstellen bij de grotere verbanden die zich binnen de Middelnederlandse letterkunde aftekenen. De sprekers zijn Jan Goossens, Jef Janssens, Thom Mertens, Herman Pleij, Jo Reynaert, Paul Wackers en Frank Willaert; Frits van Oostrom zal proberen om de lijn(en) tussen hun grote lijnen te ontwaren. Als discussieleider treedt Fons van Buuren op.
Op de avond van de eerste dag zal W.P. Gerritsen een openbare voordracht houden, waarvan de werktitel luidt ‘Een avond in Ardre’. Op de tweede dag zal de presentatie plaatsvinden van het publieksboek dat door nlcm rondom de Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen is gemaakt; voor deelnemers aan het symposium zal deze Handgeschreven wereld met een aantrekkelijke korting direct verkrijgbaar zijn. De Leidse ub zal op de symposiumdagen iets van haar bekende en minder bekende schatten op het terrein van de Middelnederlandse letterkunde tonen. Plaats en data: het Leidse Letterencomplex, op donderdag 1 en vrijdag 2 september 1994. De deelnamekosten zullen bescheiden blijven en voor studenten - die uitdrukkelijk uitgenodigd zijn - extra laag. Gedetailleerde informatie en inschrijfformulieren zijn verkrijgbaar bij het secretariaat van nlcm, postbus 9515, 2300 RA Leiden, 071-272626.
nlcm
| |
Nieuwtjes
❑ Op 22 februari 1994 werd aan de auteur a. alberts op voordracht van de Faculteit der Letteren van de Universiteit van Utrecht een zilveren eremedaille uitgereikt. Alberts (geboren 23 augustus 1911) wordt met deze medaille gehuldigd voor zijn gehele oeuvre, waarvan vooral het vakmanschap en de compactheid wordt geprezen.
❑ Bij de verhuizing van zijn 82-jarige betachterkleindochter zijn achter een boekenkast een aantal handschriften gevonden van nicolaas beets. De opgedoken handschriften, die commentaren van Beets op de evangeliën bevatten, zijn inmiddels ondergebracht in de Beets-collectie van de Maatschappij voor Nederlandse letterkunde.
❑ De Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 1993 van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde werd op 19 februari jongstleden uitgereikt aan anna enquist voor haar poëziebundel Jachtscènes. De prijs bedraagt vijfduizend gulden.
| |
| |
❑ Het Literair Produktiefonds zal hella S. haasse uitzenden als gastdocent Nederlands naar de Sorbonne. Het betreft een nieuw docentschap naast die in Berlijn, Londen en München.
❑ Op 3 februari 1994 werd hella S. haasse door de Franse ambassadeur in Nederland onderscheiden met een benoeming tot Officier des Arts et des Lettres.
❑ Joop van den Ende Produkties heeft een opdracht tot het schrijven van een televisie-serie over een politie-inspecteur gegeven aan gerben hellinga.
❑ Begin februari 1994 werd bekend dat boekenuitgeverij meulenhoff en krantenuitgeverij Perscombinatie samengaan in Perscombinatie Meulenhoff.
❑ De roman Hoogste Tijd van harry mulisch zal worden verfilmd door regisseur Frans Weisz. Het scenario is geschreven door Jan Blokker. De hoofdrollen worden vertolkt door Rijk de Gooyer en Kitty Courbois. De film zal dit najaar in de bioscopen worden vertoond.
❑ Het Letterkundig Museum te Den Haag is via een schenking van de Du Perron-biograaf Kees Snoek in het bezit gekomen van 35 liefdesbrieven van E. du perron. De brieven, die Snoek in Zwitserland heeft gevonden, zijn tussen 1923 en 1926 geschreven aan Julia Duboux, de zuster van zijn Franse vriend en kunstenaar Oscar Duboux.
❑ De succesvolle verhalenbundel De kip die over de soep vloog van frans pointl wordt bewerkt tot een toneelstuk. De première van het stuk, onder regie van Christiaan Nortier, zal volgend voorjaar plaatsvinden. Cineast Hans Otten is bezig met de voorbereidingen voor een verfilming.
❑ De Venz Kinderboekenprijs 1994 voor het best verkochte kinderboek uit 1993 is toegekend aan schrijfster carry slee en illustratrice dagmar stam voor Sneeuwman, pak me dan.
❑ De Libris Woutertje Pieterse Prijs voor jeugdliteratuur, groot tienduizend gulden, is voor de tweede maal toegekend aan toon tellegen, ditmaal voor zijn bundel dierenverhalen Bijna iedereen kan omvallen.
❑ Het onlangs nog met de sloop bedreigde geboortehuis van theo thijssen in de Eerste Leliedwarsstraat in de Amsterdamse Jordaan zal uiterlijk in september van dit jaar worden opengesteld als museum. De begane grond van het pand wordt ingericht als expositie-ruimte en in het voorhuis wordt een boekwinkeltje geopend. Het beheer van het museum is in handen van de stichting ‘Vrienden van Theo Thijssen’.
❑ Producent Hans Klap heeft de verfilmingsrechten verworven van de omvangrijke serie Geheim Dagboek van hans warren. Klap wil volgend jaar met de opnamen beginnen.
❑ Op 7 februari 1994 overleed in Den Haag Mr. maarten vrolijk (geb. 14 mei 1919 te Scheveningen), oud-Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, redacteur van onder andere Het Vrije Volk en het Haags Dagblad en dichter. Hij publiceerde onder de pseudoniemen Berten Duineveld, Geert ter Duyn en Max de Jonge. In 1940 debuteerde hij met gedichten bij een uitgeverij die ook antisemitische bladen uitgaf; tijdens de oorlog werkte hij mee aan illegale dichtbundels.
❑ Op 17 januari 1994 overleed de auteur en journalist aar van de werfhorst (geboren 3 maart 1907). Hij verwierf bekendheid met romans en novellen die het gebied langs de Overijsselse Vecht als decor hebben. In 1949-1956 publiceerde hij de romancyclus De eenzame (vier delen).
|
|