Literatuur. Jaargang 9
(1992)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 164]
| |
Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen
| |
[pagina 165]
| |
bisschop-auteur onmogelijk Jan van Arkel kan zijn geweest. Laten we, in die wetenschap, nu nog eens naar het raadsel kijken. In de eerste twee decennia van de veertiende eeuw, om precies te zijn van 1301 tot 1317, was Gwijde van Avesnes bisschop van de Domstad. Gwijde was een broer van Jan ii, de eerste Henegouwse graaf van Holland en Zeeland. Stel nu dat hij de bisschop achter het raadsel is geweest! De verzen 3 tot en met 8 kunnen dan op de volgende manier worden uitgelegd: als u ‘vous’ in het Diets weet te zeggen (= ghi) en dit naar het Frans zet, krijgt u de (voor)naam: Guy, Frans voor Gwijde. Wilt u de achternaam weten, voeg dan samen ‘au’ en ‘contraire d'amors’, waarna omkering Hainaut (‘haine’ + ‘au’) te voorschijn roept - Henegouwen dus. Rest ons nog de voornaam van de opdrachtgever, een Saint-Venant, te vinden. Die zou, evenals Gwijde, uit de verzen 4 en 5 moeten volgen, waar immers nadrukkelijk ‘les noms’ staat. Als ‘vous’ nu wel als onderwerp (in plaats van lijdend voorwerp) wordt gelezen, dan moet een ander object worden gevonden. Het voorgaande ‘avenant’ zou hier heel goed passen en bovendien levert het geen onzin op. ‘Avenant’ wordt in het Middelnederlands ‘beho(o)rte’ (watGraftombe van Gwijde van Avesnes in de Avesnes-kapel in de Utrechtse Domkerk
betaamt, naar behoren is). Nu blijkt er in ieder geval in het midden van de veertiende eeuw een ridder met de naam Behort in de Saint-Venant-stamboom voor te komen. Zijn vader moet een, ons helaas niet bekende, jongere zoon van Robert i de Saint-Venant zijn geweest. Genealogen hebben nog niet de hele stamboom kunnen reconstrueren, maar aangezien de mannelijke leden van de familie van vader op zoon meestal dezelfde naam droegen, waag ik het het bestaan van een Behort de Saint-Venant in de eerste decennia van de veertiende eeuw te veronderstellen. De broer van de Henegouwse graaf als schrijver van een traktaat in het Frans. Het raadsel leert ons dat deze zoon van Aleid van Holland en neef van Floris v met het Diets vertrouwd moet zijn geweest. En ook zijn publiek zal - op zijn minst voor een deel - tweetalig zijn geweest: francofonen zonder kennis van het Diets zouden met het opgegeven raadsel niet uit de voeten hebben gekund, en Dietstaligen hoefden al helemaal niet aan dit toch al pittige filosofische werk te beginnen als zij het Frans niet grondig beheersten.
Janet F. van der Meulen |
|