De schone slapers van de Verlichting
De aquarel van Jacob Smies
Wordt wakker lezers! Dit document verwekt slaap genoeg. U ziet twee versies afgedrukt. De afwijkingen zijn niet heel groot. Toch tonen zij een iets verschillende waardering van de Verlichting, bij de overgang van de achttiende naar de negentiende eeuw. Uit die tijd dateert ons document namelijk; dat viel u al op bij het bekijken van kledij, hoofddeksels, haardracht. Afbeelding 1 is naar een foto van de originele (gekleurde) aquarel van Jacob Smies, in het bezit van R. Lubbers te Doetinchem. Afbeelding 2 (hier vermoedelijk verreweg de duidelijkste van de twee) is een foto van de ets van J.E. Marcus, naar Smies' aquarel, bewaard in het Gem. Arch. A'dam (Topografische Atlas, dossier Felix Meritis). Enigszins ten onrechte zal ik deze versies hier betitelen als ‘Smies’ en ‘Marcus’. Helaas is er geen ruimte iets te zeggen over de kunstenaars zelf, volgens mij van internationaal formaat.
De entourage: het Amsterdamse genootschap Felix Meritis, misschien de zaal van het departement letterkunde. De tijd: tussen 1800 en 1810. Het onderwerp: daar beginnen de vragen. Felix, in 1777 gesticht, was een kind van de Verlichting. Hier kon de welgestelde Amsterdammer (de contributie was hoog!) zich bekwamen in kunsten en wetenschappen. In het departement letterkunde hield hij zich bezig met literatuur, filosofie en geschiedwetenschap.
Onze voorstelling lijkt niet te suggereren dat de rijke slapers, kinderen van de Verlichtingsoptimisten, bijzonder geïnteresseerd waren in het voorgedragene. Is dit de algemene kritiek van de prent? Nederland is niet langer betrokken bij het moderne denken? Bij ‘Smies’ luidt het kathederopschrift: ‘Matth.
vii. 6’.
De ets van J.E. Marcus, naar Smies' aquarel
Ofwel: ‘Geeft het heilige den honden niet, noch werpt uwe parelen voor de zwijnen.’ Dat is beslist een verwijt aan de toehoorders, de welgeklede slapers, die zo te zien nog niet veel last hebben gehad van de ongunst der tijden en van alle ellende die sinds 1780 Nederland teisterde. De buik van de figuur linksonder op de prent spreekt boekdelen. Suggereert de prent dat de Verlichtingskinderen verworden zijn tot oorlogswinstmakers, conservatieven?
Dat opschrift bij ‘Marcus’ luidt anders: ‘Oprechte Koningsberger wijsbegeerte’. Voor de tijdgenoot een duidelijke verwijzing naar de bekende ‘Oprechte Haarlemmer Olie’, panacee voor alle kwalen. De spreker meent dus dat zijn ideologie, filosofie, geneesmiddel is voor alle ellende van zijn tijd. Voor zijn gehoor daarentegen is het een slaapmiddel. Dat gehoor, suggereerde ‘Smies’, is te stom, te zelfzuchtig, om het aangebodene te waarderen. Bij ‘Marcus’ zit er in het opschrift daarentegen iets ironisch met betrekking tot de spreker: alsof deze een zeloot is met overtrokken heilsverwachtingen.
De slaapverwekkende ‘Koningsberger wijsbegeerte’ is natuurlijk die van Immanuel Kant (1724-1804), die te Koningsbergen gedoceerd had. Dat is ook duidelijk via het onderschrift bij ‘Smies’ bij het portret op de wand: ‘E. [Emmanuel] Kant’ (tekst niet bij ‘Marcus’).
De Kantiaanse Verlichting (Aufklärung) legt de nadruk op de mondigheid en morele verantwoordelijkheid (plicht) van het individu, daarnaast op de onvermijdelijke opwaartse progressie van de geschiedenis. Deze wijsbegeerte had in Nederland enkele prominente en zeer strijdbare vertegenwoordigers, ook