| |
Signalement
Begrip voor Brabants bronnen
Op het moment dat men er bij het onderzoek gebrek aan heeft, zijn ze er vaak niet, die handige boekjes en gidsjes die de weg wijzen in de typisch regionale of lokale problematiek van bronnenonderzoek. Wie voor zijn onderzoek in Brabantse archieven terechtkomt, heeft geluk, want Annemiek van der Veen en Rien Wols hebben - in samenwerking met het totale rijks-, streek- en gemeente-archivariaat van Noord-Brabant - een uiterst handig boekje samengesteld met een enigszins in verwarring brengende titel: Lezen in Brabantse bronnen; begrippenapparaat bij Brabants oud-schrift (2e herz. dr., Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening, 's-Hertogenbosch 1989; 187 p.; ƒ 24,50).
Dit boek is geen paleografische atlas en geen verkapte amateur-genealogenhandleiding en ook geen verklarend trefwoordenlijstje. Het geeft wel enige algemene informatie over de ontwikkeling van het schrift en over abbreviaturen, gegevens die men ook gemakkelijk elders kan aantreffen. Het interessantst zijn de op Brabant toegesneden voorbeelden met betrekking tot chronologie, muntwezen, en maten en gewichten. Daarna volgen heldere uiteenzettingen over het bestuur van het Brabantse platteland en de stad, over
rijksarchief in noord-brabant
Albertine Ordonnantie, uitgevaardigd te Brussel in 1604
justitie en politie, de waterschappen, het notariaat, de persoonsregistratie, de belastingen en de armenzorg.
De illustraties, waaronder vele facsimiles van archivalia, zijn duidelijk; de bijgevoegde transcripties slaan geen flaters. Er zijn twee terminologische overzichten opgenomen, namelijk ten aanzien van de justitiële taal en die van de belastingen. Het boek wordt afgesloten met een systematische literatuuropgave. Dit is gewoon een heel aardige, niet dure, goed verzorgde en bovenal praktische archiefgids.
PJV
| |
Twee catalogi van oude drukken
Kort na elkaar verschenen twee catalogi van oude drukken uit speciale collecties. P.P. Schmidt is de samensteller van de Catalogus oude drukken in de bibliotheek van de Hoge Raad der Nederlanden (Tjeenk Willink, Zwolle 1988; 236 p., geïll., ƒ 75, -). Deze juridische boekerij heeft sinds de ‘stichting’ ten behoeve van het Hof van Holland door kanunnik Jan Dircxs van der Haer in 1531 vele ups en downs gekend. De tot een fraaie bibliotheek uitgegroeide collectie werd uitgedund door afsplitsing van deelcollecties voor de kb in 1799, voor het Hof van Justitie in Middelburg in 1803 (en vervolgens voor de Provinciale Bibliotheek in 1859) en voor het Algemeen Rijksarchief (de nietjuridische werken in 1856). De overgebleven 1274 nummers die sinds 1988 aan het Haagse Lange Voorhout ondergebracht zijn, zijn beschreven volgens de principes van de analytische bibliografie: hoofdwoord, titel, editeur, vertaling, druk, impressum, bibliografisch formaat en opbouwformule (behalve bij meerdelige werken; die moeten het zonder formule doen) en verwijzingen naar bibliografisch apparaat.
| |
| |
Gravure van een juridische bibliotheek. Uit: Catalogus Hoge Raad
De neerlandicus treft in deze alfabetisch geordende catalogus de namen aan van Hugo Grotius, Arnold Hoogvliet, F.L. Kersteman en Pieter Paulus. Verder is er een per plaats gealfabetiseerd typografisch register met de namen van de drukkers, uitgevers en boekverkopers en een concordans op de signaturen.
I.W. Wildenberg componeerde de Catalogus van de oude drukken van het Rotterdamsch Leeskabinet (Stichting Historische Publicaties Roterodamum, Rotterdam, Grote Reeks 33, 1988; xvi + 365 p., geïll., ƒ 45, - inclusief verzendkosten: Rotterdamsch Leeskabinet, postbus 1738, 3000 dr Rotterdam). Het Leeskabinet werd in 1859 opgericht met het oog op de algemene ontwikkeling van de leden. In mei 1940 is vrijwel het gehele bezit verloren gegaan, maar in de jaren na de oorlog is de collectie weer uitgegroeid tot een voornamelijk humaniora-bibliotheek van ongeveer 187.500 delen die nu is gehuisvest in het gebouw van de Erasmus Universiteit. Een aardig boekje opstellen over de geschiedenis van het Leeskabinet verscheen in 1984 bij Brill in Leiden (xii + 190 p., geïll., ƒ 34,50; nog verkrijgbaar op bovenstaand adres). Men treft er bijdragen aan van Adriaan van der Veen en over onder meer kinderboeken, prijsbanden, Indische boeken uit de collecties-Van Rijckevorsel en -Van den Berg, detectiveromans en reisverslagen.
De catalogus van Wildenberg volgt in hoofdlijnen de weinig doorzichtige systematiek van de bibliotheek. Van de 1076 titels heeft ongeveer een derde betrekking op taal- en letterkunde (maar ook in andere rubrieken vindt men literaire auteurs!) en een derde op geschiedenis. De beschrijvingen bestaan uit de volgende elementen: hoofdwoord, verkorte titel, auteursvermelding, druk, impressum, annotatie, bibiografisch formaat en aantal bladzijden, provenance en bibliotheeksignatuur. Het is bijzonder jammer dat Wildenberg heeft gewerkt met aanduidingen van pagina's in plaats van met een opbouwformule; dat maakt deze catalogus met interessant bezit uit de zeventiende en achttiende eeuw een stuk minder bruikbaar. Afzonderlijke registers op auteurs/hoofdwoorden en tekstuitgevers/bewerkers/pseudoniemen/vertalers/auteurs is wat veel van het goede, vooral als men binnen één register op verschillende trefwoorden gegevens over dezelfde auteur bij elkaar moet sprokkelen (voor Vondel zie men onder J.V.V.; Vondel, I.V., Vondel, J.V.; Vondel, J.v.; Vondel, J. van; Vondel,J. vanden; Vondelen, J.V.; Vondelen, J.v.!!). De indices op uitgevers/drukkers/boekverkopers (alfabetisch per plaats) en op vroegere eigenaars/schenkers zijn uiteraard welkom.
Uit de catalogus van Wildenberg is in ieder geval heel duidelijk geworden dat de neerlandicus-historisch-letterkundige de bibliotheek van het Rotterdamsch Leeskabinet in den vervolge beter maar niet bij zijn onderzoek kan overslaan.
PJV
| |
Repertorium oud boekenbezit België
Van Aalst tot Zottegem blijken er
| |
| |
ongeveer 432 instellingen in België te zijn met oude boeken. Deze collecties zijn door Inge Daems en Carine van Tuycom onder leiding van Marie-Thérèse Isaac en Frank Vandeweghe geïnventariseerd in het Repertoire des fonds de livres anciens en Belgique / Repertorium van het oude boekenbezit in België (Université de Mons en Archief- en Documentatiecentrum van de provincie Limburg, 1989; xxvi + 243 p.; Bfr. 220; bestellingen (verzendkosten België Bfr. 30; buitenland Bfr. 50): Bibliothèque de l'Université de l'Etat à Mons, rue Marguerite Bervoets, 2, b-7000 Mons). Het aantal collecties is wat minder dan de doorgenummerde 432 omdat tweetalige instellingen dubbel opgenomen zijn onder respectievelijk Brussel en Bruxelles.
De beschrijvingen bestaan uit naam, adres en telefoonnummer, gegevens over openingstijden, het aantal bewaarde handschriften van vóór 1500 met vermelding van eventueel verschenen én onuitgegeven catalogi, het aantal (strekkende meter) pamfletten, kranten e.d., de aantallen boeken, uitgesplitst naar de perioden tot en met 1500, 1501-1600 en 1601-1800, ook hier weer met opgave van catalogi, en het aantal kaarten en plattegronden. De beschrijving wordt afgesloten met gegevens over de beschikbare catalogi en de stand van de automatisering daarvan.
In het voorwerk bevindt zich een literatuurlijst van naslagwerken (archiefgidsen, repertoria e.d.) waarop men zich gebaseerd heeft voor het opsporen van instellingen met oud bezit; dit uiterst nuttige naslagwerk wordt afgesloten met een uitvoerige index op namen van instellingen en plaatsen, waar nodig tweetalig.
PJV
| |
Opstellen voor Moors
Signalering van specimina uit de vaak vergeten categorie ‘Festschriften’ is nodig omdat ze anders gemakkelijk over het hoofd gezien worden. Te concluderen uit de namen van personen en instellingen in de tabula gratulatoria zal de inhoud van het Album Moors; een bundel opstellen aangeboden aan Joseph Moors ter gelegenheid van zijn 75ste verjaardag (1989, xii + 269 p.) in kringen van niet-taalkundigen, in het bijzonder uit het Noorden, niet of nauwelijks zijn doorgedrongen. Geheel ten onrechte, want in deze door S. Theissen en J. Vromans voor de Luikse oudhoogleraar in de Nederlandse filologie geredigeerde bundel staan toch ook enkele voor de literair-historicus interessante bijdragen.
J. Deschamps schrijft over ‘De prozabewerking van de “de Grimbergse oorlog”’, namelijk Dit is de cronyck van Brabant ende van Grimberghen. Van Fr. van Elmbt is een bijdrage, ‘Mnl. “roet”; kanttekeningen bij J. van Ruusbroek’, over vissensymboliek in het werk van Ruusbroeck en Maerlant. G. Geerts denkt na over ‘Standaardisering en cultuur: enkele raakpunten in de vroege geschiedenis van de Nederlandse cultuurtaal’ en zet daarbij enkele schreden in het niemandsland tussen cultuur- en taalgeschiedenis waar ook J.L. Price en Simon Schama zich niet vertoond hebben.
L. Gillet behandelt ‘De ethische grondstelling in het werk van Jan Greshoff en P.H. Dubois’ en constateert dat Dubois wel in het spoor loopt van zijn mentor Greshoff, maar dat zijn ethische en esthetische stellingen duidelijker en consequenter zijn dan die van zijn voorganger. J. Goossens ontrafelt ‘De geografie van de Limburgse successieoorlog bij Jan van Heelu’. Door R. Jansen-Sieben wordt uiteraard een artes-onderwerp behandeld in ‘Lang zal hij leven! Medicijne vanden lijve’, waarin ze twee versies editeert van een korte tekst met gezondheidsvoorschriften. J. Vromans tenslotte heeft ‘Twee verloren gewaande brieven aan J.H. Bormans’ teruggevonden. Het betreft brieven uit 1846 van Jan Frans Willems en C.P. Serrure aan de Luikse hoogleraar, ingeplakt in een exemplaar van jaargang 10 van het Belgisch Museum.
De taalkundig-dialectologische bijdragen zijn van J. Berns, P. Claus/ J. Taeldeman, L. Gehlen, Ph. Hiligsmann, M. Hoebeke, G. Janssens, K. Roelandts, J. de Rooij, P. van Sterkenburg, S. Theissen, V.F. Vanacker, A. Weijnen en R. Willemyns. Aan de bundel vooraf gaat een biografie van Moors en een overzicht van diens lidmaatschappen, publikaties en voordrachten.
PJV
| |
De bibliotheek van Gezelle
Aflevering 2 van 1989 van Gezelliana; kroniek van de Gezellestudie bevat naast bijdragen van P. Claes & D'Haen over Gedichten, gezangen en gebeden en van J. van Iseghem over Pachthofschilderinge een interessante bijdrage van P. Couttenier & A. de Vos over de Guido-Gezellebibliotheek, althans de ongeveer 1200 boeken die daarvan resteren in het Gezelle-archief in de Stadsbibliotheek Brugge. Tijdens zijn leven heeft de door tal van verhuizingen geplaagde dichter links en rechts boekenbezit afgestoten. Daarnaast bevat de collectie ook boeken die er oorspronkelijk niet thuishoorden.
Couttenier en De Vos scheiden de handexemplaren van Gezelle van de ‘vreemde’ boeken op grond van streepjes in de marge + aanstrepingen in de tekst, idem + notities, alleen streepjes in de marge, idem + notities, enkel notities, aan Gezelle opgedragen of toegestuurde exemplaren en door Gezelle gesigneerde exemplaren. In al die categorieën worden de boeken vervolgens ingedeeld naar edities uit de zestiende, zeventiende, achttiende en negen- | |
| |
tiende eeuw.
Opmerkelijk is de aanwezigheid in deze pastoorbibliotheek van werken van Aernout van Overbeke, Jan de Brune de Jonge en Salomon van Rusting. Verder kan men titels aantreffen van Ogier, De Harduwijn, Poirters, Richard Verstegen, Ruusbroec, Petrus Croon, Hondius, Johan van Beverwijk, e.t.q. Het is jammer dat de auteurs van deze bijdrage niet de moeite genomen hebben om door een alfabetische index van auteursnamen de ver doorgevoerde chronologie en systematiek toegankelijk te maken.
Gezelliana wordt uitgegeven door het Centrum voor Gezellestudie van de ufsia, Venusstraat 35, b-2000 Antwerpen, 03 / 220 42 89. Losse nummers kosten Bfr. 400.
PJV
| |
Cobra
Naar aanleiding van de grote cobra-tentoonstelling in De Nieuwe Kerk in Amsterdam die daar van 9 november tot en met 31 december 1988 te zien is geweest, werd door Sdu-uitgeverij een grote catalogus uitgegeven met schitterende kleurenreprodukties. Op deze tentoonstelling was voor het eerst de collectie te zien van J. Karel P. van Stuijvenberg, een collectie die niet alleen omvangrijk is, maar ook een goed overzicht biedt van het werk van deze internationale kunstenaars. Net als de tentoonstelling kreeg de catalogus de titel cobra - veertig jaar later.
Chris van der Heijden redigeerde het boek en hij zocht en kreeg er de medewerking voor van een aantal auteurs die er elk een onderwerp in verband met Cobra voor beschreven. Zo zorgde E.H. Kossmann voor een historische inleiding over de Nederlandse situatie van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Willemijn Stokvis, die in 1973 op Cobra promoveerde, beschrijft de context van Cobra en geeft tevens een chronologisch overzicht. Graham Birtwistle schrijft over het ‘Primitivisme van links: Helbesten, Cobra en daarna’. Tania Wijnants zet de wat vergeten Belgische kunstenaars - toch verantwoordelijk voor de BR van Cobra - meer in het licht en benadrukt de rol die Brussel gespeeld heeft in de beweging. C.E. van de Watering draagt een stuk bij over de relatie tussen de schildersbeweging en de literatuur. Hij constateert dat Cobra, vooral voor de poëzie, de bakermat is geweest voor een revolutie in de literatuur die het beeld ervan voor tientallen jaren bepaald heeft. Zijn bijdrage richt zich uiteraard vooral op de Vijftigers en het dubbeltalent Lucebert. Het is vooral die verwevenheid van Cobra en de Vijftigers die deze catalogus voor neerlandici zo interessant maakt. De raakpunten tussen deze beide groepen, die zowel op het politieke vlak als op het terrein van de kunstopvattingen gevonden kunnen worden (een scheiding daartussen is trouwens bij Cobra en de Vijftigers nauwelijks mogelijk), zijn evident.
De laatste bijdrage gaat over de verzamelaar Karel van Stuijvenberg en Cobra. Ed Wingen geeft voor zijn artikel een citaat als titel: ‘Cobra en ik? Wij hebben elkaar te pakken.’ Dat mag je wel zeggen wanneer geconstateerd kan worden dat Stuijvenberg zo'n 500 werken van Cobra-kunstenaars in zijn bezit heeft!
Het tweede deel van de catalogus geeft wat een catalogus hoort te geven: een overzicht van de kunstenaars en hun werken in alfabetische volgorde. Daarbij zijn genummerde reprodukties afgedrukt. En aan het slot volgen nog enkele collectieve werkstukken. Dank zij het formaat van de catalogus en het gebruikte papier is een uitstekend resultaat bereikt waardoor de kleurafbeeldingen niet te peuterig en de kleuren heel fraai zijn geworden. De tekst van de catalogus wordt zowel in het Nederlands als in het Engels afgedrukt in kolommen naast elkaar en ook de onderschriften bij de afbeeldingen zijn tweetalig.
cobra - veertig jaar later is een uitgave van de Sdu te 's-Gravenhage en kost ƒ 49,90.
GvB
|
|