Zuurpruimen
Ruud Broens was een van de grappenmakers die, al dan niet in samenwerking met anderen, de verzamelaars meermalen op de hak heeft genomen.
Broens: ‘Laten we eerlijk zijn: Carmiggelt is altijd gepresenteerd als een humorist. Als je dan zag wat voor een groepje zuurpruimen er soms op die bijeenkomsten verscheen! Die hadden totaal geen gevoel voor hetgeen Carmiggelt schreef. Ze hadden alleen maar oog voor hun verzamellijstje. Wij vonden dat dat soort mensen af en toe gewoon eens even met de neus op de feiten moest worden gedrukt.’
‘Maar wat is er dan verkeerd aan het verzamelen van Carmiggeltiana?’ werp ik nog tegen, met een half oog gericht op een viertal planken in zijn gigantische boekenkast.
‘Helemaal niets, ik ben zelf een verwoed verzamelaar. Op één dingetje na heb ik het compleet, dus ik heb er in de loop der jaren echt wel mijn best voor gedaan om dat zo te krijgen. Maar je moet het relativeren. Ik heb een bloedhekel aan mensen die hun verzamelwoede zo overduidelijk presenteren. En ik vind het verkeerd om alleen maar voor een auteur interesse te hebben om dan uiteindelijk te kunnen zeggen dat je zijn werken compleet hebt.’ Maar Broens weet beter dan wie dan ook, dat zoiets een haast onmogelijke klus is. Hij is immers maker en uitgever van de ruim honderdtachtig pagina's tellende
Carmiggelt-bibliografie die iedere verzamelaar
Practical joker Ruud Broens: ‘Carmiggelt was een humorist, en als je dan zag wat voor zuurpruimen er op die bijeenkomsten kwamen...’
e b.m.j blomme, amsterdam
hopeloos doet worden.
Nadat Roth, de enige die openlijk stelling had genomen tegen Frankfurther, zich ook had teruggetrokken van de Carmiggeltvrienden, begon het weer wat te boteren tussen de beide clubs. Juist was het tiende nummer van Speciaal voor ons broederlijk rug aan rug naast het Carmiggeltbulletin verschenen, of allerlei Carmiggeltclubs begonnen als paddestoelen uit de grond te schieten. De eerste ‘fake-club’, die werd gelanceerd door Pierre Roth, was het ‘ccc’: het Cultureel Carmiggelt Centrum. Frans de Jong, eveneens van de Carmiggeltvrienden, was echter ook niet vies van een grapje en richtte zogenaamd de ‘abc’ op, wat stond voor Algemene Bond Carmiggeltliefhebbers. Hij keek op zijn beurt weer verbaasd op toen op zekere ochtend het eerste nummer van het abcd bij hem op de mat viel. abcd, ofwel Algemene Bond Carmiggeltliefhebbers Dokument, was de eerste uitgave van de door hem opgerichte, niet bestaande abc: een grapje van Ruud Broens. Ook verschenen er ‘fake-nummers’ van het Carmiggeltbulletin, met daarin aankondigingen van nooit verschenen bibliofiele uitgaafjes, een Antilliaanse postzegelserie waarop onder anderen Carmiggelt zou zijn afgebeeld, een prijsvraag waar niets van klopte en wat dies meer zij
Wat wilde men nou met dergelijke acties?
Henry, die de practical jokers verwijt zelf de grootste verzamelaars te zijn: ‘Niets. De zeer ten onrechte pretentieuze verzamelaars raken verveeld en gaan hun makkers en gelijken in de maling nemen. In sommige huwelijken gaat dat net zo.’ Volgens Koster gaat het de grappenmakers erom de Carmiggeltvrienden duidelijk te maken dat ze nog Carmiggeltkenners zijn als ze vijfhonderd gulden neertellen voor een boekje.