| |
| |
| |
Literatuur nieuws
Betje Wolff-herdenking in Vlissingen
Ter gelegenheid van het feit dat het 250 jaar geleden is (24 juli 1738) dat Elisabeth Bekker - sinds haar huwelijk in 1759 beter bekend als Betje Wolff - in Vlissingen werd geboren, is een grootscheepse herdenking georganiseerd.
Het Stedelijk Museum Vlissingen exposeert van 17 juni tot en met 25 september fotomateriaal en oude drukken onder de titel ‘Betje Wolff, haar leven, haar werk’. Het museum aan het Bellamypark 21 is geopend van maandag tot en met vrijdag van 10-17 uur, zaterdag en zondag van 13-17 uur.
De Vereniging Vrienden van het Stedelijk Museum te Vlissingen heeft het financieel mogelijk gemaakt dat op 24 juli een gedenkteken onthuld kon worden in het pand Nieuwendijk 21 waar Betje Wolff in 1738 geboren werd. Het ontwerp van het gedenkteken is van de Vlissingse beeldend kunstenaar Jan Haas.
Wie van plan is het geboortehuis van Betje te bekijken, dient zich tevoren bij de Vlissingse vvv (Nieuwendijk 15), op het stadhuis, in het Stedelijk Museum of bij de Culturele Raad (Badhuisstraat 104) tegen de prijs van slechts ƒ 1,- de folder Literaire wandeling door Vlissingen aan te schaffen. Aan de hand van Wim Hofman komt men dan ook langs de geboortehuizen van Coosje Busken, Jacobus Bellamy, J.C. van Schagen en Jean-Louis Pisuisse. Gerard Reve, Hans Verhagen en Hans Warren hebben via hun werk ook relaties met de Scheldestad.
De literaire wandeling is in de maand augustus voor een deel geëxposeerd in de expositieruimte Zelke Negen-Een (Lange Zelke 91), waar ook teksten van Remco Campert, Jan Elburg, Andreas Oosthoek, Ankie Peypers, Hans van de Waarsenburg, Hans Warren en anderen tentoon stonden. Deze teksten zijn gedrukt op de acht meter lange, twee meter brede en drie meter hoge drukpers van de beeldend-kunstenaarsgroep Mass and Individual Moving.
Zaterdag 24 september vindt een literaire middag plaats in de congreszaal van Hotel Britannia/ Watertoren (Boulevard Evertsen 244) onder de titel ‘Betje Wolff herleeft in Vlissingen’. Sprekers zijn prof. dr. P.J. Buijnsters over leven en werk van de schrijfster; mevr. drs. L.C. Roosenschoon over de hartsvriendschap tussen Betje en Aagje; Hans Warren over de poëzie van Betje; en Hella Haasse over vriendschappen
Betje Wolff
in de achttiende eeuw. Voor ƒ 10,- kan men deze door achttiende-eeuwse muziek opgeluisterde literaire middag bijwonen: aanmelden tegen contante betaling bij de vvv, Nieuwendijk 15. De werkgroep die deze middag organiseert, is te bereiken op het stadhuis (01184-87330/87345).
Wies Roosenschoon is ook de auteur van een speciaal nummer in de Slib-reeks: Betje Wolff en Coosje Busken, een hartsvriendschap. In dit essay wordt de schriftelijke relatie van Betje Wolff met de Vlissingse apothekersdochter Coosje Busken beschreven vooral aan de hand van een door de laatste bijgehouden journaal. De prijs van dit boekje is ƒ 5,-.
De Vlissingse scholen zijn eveneens bij de Betje Wolff-herdenking betrokken. De basisscholen, waarvoor een informatieboekje en een lesbrief vervaardigd zijn, hebben een uitwisselingsproject met scholen in de gemeente Beemster. Leerlingen van de Rijksscholengemeenschap Scheldemond spelen op 23, 24 en 25 november 1988 het toneelstuk De Beemster voorbij van Marianne Fennema in het Vlissingse Vestzaktheater (Bellamypark 3-5). Het beroepsonderwijs verzorgt de decors en kostuums. Het stuk - eerder in 1982 in de Toneelschuur te Haarlem opgevoerd - gaat over een toneelgezelschap dat een toneelstuk aan het repeteren is, nl. een toneelbewerking van Sara Burgerhart.
Algemene informatie is te verkrijgen bij de afdeling voorlichting van de gemeente Vlissingen (01184-87330/87345) en bij de Culturele Raad (01184-14928).
PJV
| |
ECI-prijs
Dit najaar zal het onderwerp van de nieuwe eci-prijs bekend worden gemaakt. Auteurs kunnen onder pseudoniem deelnemen aan een wedstrijd in het schrijven van een essay, opstel of wetenschappelijke verhandeling over een door een adviesraad opgegeven onderwerp in het kader van ‘Lezen en maatschappij’. De belangrijkste inzendingen zullen in boekvorm worden gepubliceerd. Drie inzendingen zullen worden bekroond naar gebleken kwaliteit: de eerste prijs zal ƒ 45.000,- groot zijn, aan de tweede prijs wordt een bedrag van ƒ 30.000,- uitgegeven en de winnaar van de derde prijs krijgt ƒ 20.000,-. Er zijn nog twee kleinere prijzen
| |
| |
waarvoor een bedrag van ƒ 10.000,- beschikbaar is.
De eci-prijs is een tweejaarlijkse prijs met het karakter van een prijsvraag. De adviesraad, bestaande uit J.P.A. Gruijters, prof. dr. H. van den Bergh, prof. dr. G.A. Kohnstamm, Rudy Kousbroek en Monika van Paemel, vormt tevens de jury.
De inzendtermijn voor de prijsvraag is een half jaar geopend, waarna men in het najaar van 1989 de winnaars bekend zal maken. De bedoeling van deze prijs is natuurlijk in de eerste plaats om de naam van eci een grotere bekendheid te geven. Daarnaast hoopt men de kennis en belangstelling voor het onderwerp van de prijsvraag te stimuleren en tevens auteurs aan te moedigen tot het schrijven van een goed geschreven (wetenschappelijke) verhandeling. En tenslotte denkt men de competitie tussen wetenschap en kunst wat leven in te blazen.
GvB
| |
De handschriften van de Middelnederlandse ridderepiek
Bij voldoende belangstelling zal eind 1988 in de serie Deventer Studiën verschijnen: De handschriften van de Middelnederlandse ridderepiek: een codicologische beschrijving door Hans Kienhorst. Formaat: 17 × 24 cm; 2 dln.; ca. 600 pag., prijs ƒ 95,-.
Dit repertorium biedt voor het eerst een beschrijving van alle handschriften en fragmenten van de Middelnederlandse ridderepiek, waaronder een tiental fragmenten die nieuw zijn of herontdekt werden. In totaal wordt van circa 70 teksten de handschriftelijke overlevering in kaart gebracht.
De meeste handschriften zijn alleen fragmentarisch overgeleverd. Ze zijn hier zoveel mogelijk gereconstrueerd. In totaal gaat het om meer dan 170 verschillende fragmenten, die resten zijn van circa 130 codices.
Het materiaal is tekstgewijs gegroepeerd. Van elk werk volgt op een korte literair-historische inleiding een overzicht van de bewaarde handschriften en fragmenten (inclusief Ripuarische afschriften en Middelhoogduitse vertalingen), alsmede een summiere verwijzing naar de vroegere drukken.
Een register op vorige bezitters en een register op bewaarplaatsen maken het boek tot een gemakkelijk naslagwerk. Ruim 150 foto's op ware grootte geven een zo volledig mogelijk beeld van de paleografische en codicologische schakering van de handschriften.
De prijs (excl. verzendkosten) bedraagt bij voorintekening (uiterlijk tot 1 oktober 1988) ƒ 75,-. Het boek is te bestellen bij Uitgeverij Sub Rosa, Postbus 575, 7400 an Deventer.
Hans Kienhorst
| |
Nederlands Letterkundig Museum
De tentoonstelling Waar 't Hart van vol is...over Maarten 't Hart in het Nederlands Letterkundig Museum in Den Haag trok zoveel belangstelling dat ze tot en met 28 augustus jongstleden op veler verzoek werd verlengd. Dat had tot gevolg dat de eerder aangekondigde grote expositie Hollands Glorie. Het water in de Nederlandse literatuur, aanvankelijk gepland voor de zomermaanden, pas vanaf oktober aanstaande in het museum te zien zal zijn. Wij berichtten over deze tentoonstelling in het vorige nummer van Literatuur.
Gelijktijdig met deze tentoonstelling in oktober zal in een halpresentatie aandacht besteed worden aan de schrijver Ab Visser (1913-1982).
Voor de maand maart 1989 zal het Letterkundig Museum een tentoonstelling inrichten over het protestants letterkundige tijdschrift Opwaartsche Wegen, waarover tegelijkertijd het schrijversprentenboek beschikbaar zal zijn, zodat dit als catalogus kan dienen. Opwaartsche Wegen verscheen voor het eerst in februari 1923 en werd in 1940 met het juli/augustusnummer gestaakt. Belangrijke medewerkers ervan waren Willem de Mérode, K.H. Heeroma, G. Achterberg, G. Kamphuis, C. Rijnsdorp, Jan H. Eekhout en H.M. van Randwijk. Belangrijke redacteuren waren onder anderen Roel Houwink en W.A.P. Smit.
GvB
| |
Gastschrijver H.C. ten Berge
Nadat in vorige jaren D. Hillenius en Doeschka Meysing als gastschrijver aan de Rijksuniversiteit Groningen waren verbonden, verblijft komend najaar H.C. ten Berge aan de Groningse Universiteit. Tijdens dit gastschrijverschap, dat mede georganiseerd wordt door de Vereniging van Onderwijs, Kunst en Wetenschap, geeft Ten Berge zes hoorcolleges over ‘Zes improvisaties op dichterlijke thema's’ en verzorgt hij werkcolleges over ‘Poëzie en beeldende Kunst’ en ‘Dagboek en autobiografie als literaire genres’. Voor dit laatste onderdeel wordt de studenten gevraagd zelf gedurende enige tijd een dagboek bij te houden of autobiografische notities te schrijven.
Op de donderdagavonden 17 en 24 november, om 20.00 uur precies houdt H.C. ten Berge twee openbare lezingen in de Aula van de Universiteit (Academiegebouw, Broerstraat). De titels van zijn lezingen luiden:
- | De verdediging van de poëzie. |
- | Onder antropofagen, notities over kannibalisme in fantasie en werkelijkheid. |
Gratis kaarten voor deze avonden kunnen worden aangevraagd bij het Bureau van de Vereniging voor okw, Paleisstraat 1, 1012 rb Amsterdam of bij de Dienst Onderwijs, Onderzoek en Planning van de Rijksuniversiteit
| |
| |
Groningen, Postbus 72, 9700 ab Groningen.
Eind 1988 verschijnt bij Uitgeverij Nijhoff bv een boek van H.C. ten Berge, waarin onder andere de teksten van de Aula-lezingen worden opgenomen.
Inge de Wilde
| |
bntl in print en on line
Incompatibiliteit tussen computersystemen is er de oorzaak van dat de Bibliografie van de Nederlandse Taal- en Literatuurwetenschap (bntl) ernstige vertraging heeft opgelopen. Literatuur- en taalonderzoekers zijn gedwongen om de meest recente literatuur op het vakgebied (van na 1983) op de ouderwetse wijze bijeen te zoeken.
Voor de herfst van dit jaar wordt nu echt het verschijnen van de vijfjaarcumulatie 1980-1984 (deel 26) in het vooruitzicht gesteld. Hierin zijn tevens opgenomen de aanvullingen uit niet minder dan zo'n duizend periodieken op de reeds verschenen jaren (1960-1983). Kort na de publikatie van deel 26 worden de jaardelen over 1985, 1986 en 1987 beloofd, waarmee de achterstand voor een belangrijk deel weggewerkt zal zijn.
Intussen is op een aantal plaatsen de bntl ook on line raadpleegbaar via het Pica Online Retrieval System. Men heeft dan toegang tot ruim 100.000 titels uit de reeds ontsloten periode 1960-1983 én uit de in bewerking zijnde jaren 1940-1959 en 1984-1987. Er kan via menu's gezocht worden op trefwoord, auteursnaam, systematische code, woorden uit de titel, woorden uit een overkoepelend geheel, naam van corporatieve auteur en naam van congres. Om ook op isbn of issn te kunnen zoeken, moet overgeschakeld worden op de commando-versie, die het eveneens mogelijk maakt te selecteren op materiaal (boek, artikel of tijdschrift) of jaar van de uitgave.
Tegenover de voordelen van meer zoekmogelijkheden en van combinaties van zoektermen staat het nadeel van de kosten. Naast een jaarabonnement van ƒ 500,- per instelling kost het presenteren van een titel ƒ 0,50, tenzij men een contributieregeling aangaat voor een bepaald aantal presentaties. En dit zijn dan nog uitsluitend de bntl-tarieven; Pica presenteert daarnaast nog rekeningen voor aansluitkosten (ƒ 500,- eenmalig), zoekacties (ƒ 2,- per actie die iets oplevert), uitgebreide titelpresentatie (ƒ 0,25 per titel) en aansluittijd (ƒ 10,- per uur). De gedrukte versie biedt minder zoekmogelijkheden, maar betekent slechts een eenmalige kostenpost.
PJV
| |
Adem her-Adem-t
Het tijdschrift Adem bestaat al sinds 1985. Dat is lang voor een literair tijdschrift; hoog tijd dus om ‘de stap van een klein naar een middelgroot tijdschrift’ te wagen. De oplage bedraagt nu 500 exemplaren en het uiterlijk heeft een professionele facelift ondergaan. Elke jaargang zal bestaan uit twee ‘gewone’ afleveringen en twee themanummers.
Het eerste nummer van de nieuwe jaargang in nieuwe gedaante (jrg. 3, nr. 1, mei 1988) is zo'n themanummer. Het gaat over het literaire egodocument en wordt ingeleid door een bijdrage van Marisa Groen,
‘Wie schrijft verdraait de feiten’, over het egodocument als literair genre. Verder zijn er onder andere interessante artikelen van Jan Kostwinder over de nalatenschap van Wilfred Smit en over het egodocument (dagboeken van Warren, Anne Frank) in het algemeen.
De redactie bestaat uit Hein Aalders, Marisa Groen en Jan Kostwinder; het adres is Prins Hendrikkade 125, 1011 an Amsterdam, 020-243937; abonnementsprijs ƒ 35,- of bfr 650 op giro 5694154 van M. Groen te Amsterdam; losse nummers ƒ 10,- plus ƒ 3,- porto.
PJV
| |
Actuele tendensen boekbindkunst
De laatste jaren bestaat er weer een levendige belangstelling voor het handgebonden boek. Daarom heeft de werkgroep Kunstambachten van de Bijzondere Commissie voor de Middenstand van de Benelux Economische Unie besloten in 1988 een tentoonstelling te organiseren met als thema ‘Actuele tendensen in de boekbindkunst in de Benelux’. De Commissie is ervan overtuigd dat de boekbindkunst een belangrijke discipline van ambachtelijk uitgevoerde vormgeving vertegenwoordigt en behalve van artistieke en culturele betekenis ook duidelijk van economisch belang is.
Genoemde tentoonstelling, met deelnemers uit België, Luxemburg en Nederland, zal van 8 oktober tot 19 november 1988 gehouden worden in de Bibliotheca Wittockiana, Bemelstraat 21-23, Sint-Pieters-Woluwe te Brussel. Ongeveer 120 werken zullen hier getoond worden. Bij de tentoonstelling zal een geïllustreerde catalogus worden uitgegeven. De organisatie is toevertrouwd aan de Stichting cosa en de Bibliotheca Wittockiana.
De belangrijkste voorwaarden voor deelneming zijn, dat de betrokken kunstenaar/vormgever/boek- | |
| |
binder in het bezit moet zijn van een van de nationaliteiten van de Benelux of er gevestigd moet zijn. Het te exposeren boek dient aan de volgende kwaliteitscriteria te voldoen: het moet artistieke kwaliteiten bezitten; het moet technisch perfect zijn uitgevoerd; het dient een authentieke creatie te zijn; het moet hedendaags zijn en aldus beantwoorden aan het tentoonstellingsthema.
Nadere informatie kan men krijgen bij de Stichting cosa, Postbus 2413, 3000 ck Rotterdam, 010-4215542.
Stichting cosa
| |
Symposium Cultuurnormen Antwerpen
Op zaterdag 19 november 1988, van 9 tot 17 uur, vindt in auditorium R4 van de Universitaire Instelling Antwerpen (campus Wilrijk) een symposium plaats rond nieuwe perspectieven en toepassingen van de literatuursociologie onder de titel ‘Cultuurnormen en het literaire forum’. Institutionele en cultuur-sociologische aspecten van de literatuurstudie zullen daarbij centraal staan, zowel op het vlak van de theorievorming als op dat van de moderne Nederlandstalige letteren.
Eerste spreker is prof. Peter Widdowson (Middlesex Polytechnic, London), redacteur van de essaybundel Re-reading English en van het tijdschrift Literature and history. Hij zal de rol van ‘cultural studies’ in het literaire waardendebat belichten. Verder zijn er lezingen van H. Verdaasdonk en J. Goedegebuure (Tilburg), A.H. den Boef (Amsterdam), G. de Jager (Utrecht), L. Dieltjens (Brussel), R. Vervliet en R. Soetaert (Gent), H. Brems, D. de Geest en R. Laermans (Leuven).
Het inschrijfgeld bedraagt bfr 400 of ƒ 22,-, voor studenten en werklozen (met legitimatie) bfr 200 of ƒ 11,-. Alle verdere inlichtingen en een programmafolder met deelnamestrook zijn vanaf eind september verkrijgbaar bij: uia-Dept. Germaanse Filologie, Frank Joostens, Universiteitsplein 1, b-2610 Antwerpen. Tel.: (03) 828.25.28; na 1 oktober: (03) 820.20.20: vragen naar het secretariaat Germaanse Filologie.
Frank Joostens
| |
Congres Maatschappijgeschiedenis Rotterdam
Vrijdag 28 oktober 1988 organiseert de studierichting Maatschappijgeschiedenis van de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam ter gelegenheid van haar tienjarig bestaan een eendaags congres. Tussen de inleidende lezing van Olwen Hufton en de afsluitende van Peter Burke worden workshops gehouden over drie thema's:
Repressie en verzet;
- | Medische en psychologische aspecten van oorlogvoering; |
- | Gebruik van egodocumenten (dagboeken, autobiografieën e.d.) als bron voor maatschappijgeschiedenis. |
Inlichtingen worden verstrekt door de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam, Postbus 1738, 3000 dr Rotterdam (010-408.1111).
Ellen Krijnen en Mila Davids
| |
Colloquium leescultuur nu leesbaar
De teksten die op 7 oktober 1987 werden uitgesproken op het derde colloquium te Gent van de Contactgroep 19de eeuw over ‘leescultuur en boekverspreiding in Noord en Zuid in de 19de eeuw’ zijn samengebracht in een boekje opdat een breder publiek in staat is er kennis van te nemen.
Afgedrukt zijn de volgende drie voordrachten:
- | J.J. Kloek en W.W. Mijnhardt: Negentiende-eeuwse boekaanschaf - twee steekproeven; |
- | H. Gaus: De literatuurreceptie bij arbeiders in het midden van de 19de eeuw te Gent; |
- | R. van Eenoo: Bibliotheken te Gent na 1850. Stand van het onderzoek. |
Het secretariaat van de Contactgroep 19de Eeuw, Dr. F.A. Snellaertcomité berust bij dr. Marcel de Smedt, Pastoor Dergentstraat 5, 3222 Gelrode (privé 016/569377; faculteit 016/238851.
PJV
| |
Studiegroep / Nieuwsbrief Vrouwengeschiedenis van de vroegmoderne tijd
Onlangs is door ondergetekenden de studiegroep Vrouwengeschiedenis van de vroegmoderne tijd opgericht. Deelname aan de groep staat open voor historici, kunsthistorici, kerkhistorici, neerlandici, pedagogen en andere belangstellenden die onderzoek verrichten naar vrouwen in de vroegmoderne tijd.
Nu ook in Nederland sommigen zich in de stroom van vrouwengeschiedenis hebben geprofileerd als specialisten van de vroegmoderne tijd, is het ons inziens zinvol om onderling onderzoekservaringen uit te wisselen. Te meer daar steeds duidelijker wordt dat de gedachtenwisseling met vrouwenhistorici die zich hebben toegelegd op onderzoek naar de negentiende en twintigste eeuw meestal beperkt blijft tot het elementaire niveau van de vraag wat vrouwengeschiedenis is of zou moeten zijn. Concrete problemen met betrekking tot het vinden van geschikt bronnenmateriaal en de interpretatie daarvan komen daarbij niet of nauwelijks uit de verf.
De studiegroep wil zich vooral richten op de Nederlandse geschie- | |
| |
denis (vanaf de late middeleeuwen tot en met de Franse tijd) en draagt een interdisciplinair karakter. Zij stelt zich ten doel:
1. | Het inventariseren van onderzoeksactiviteiten op het gebied van vrouwengeschiedenis van de vroegmoderne tijd. |
2. | Het uitwisselen van onderzoekservaringen en het bevorderen van onderlinge contacten. |
3. | Het stimuleren en bekendheid geven aan onderzoek. |
De studiegroep zal vier maal per jaar bijeenkomen. Naar aanleiding van iedere bijeenkomst zal een nieuwsbrief worden uitgegeven.
De nieuwsbrief zal naast een overzicht van de onderzoeksactiviteiten van de deelnemers ook korte samenvattingen publiceren van door de groep georganiseerde lezingen, mededelingen opnemen over congressen, studiedagen, recent verschenen literatuur, etc. Tegen betaling van ƒ 15,- kan men zich abonneren op de nieuwsbrief (girorek. 4047982 t.n.v. M. de Baar, Parkstraat 16, Utrecht).
De eerstvolgende bijeenkomst van de studiegroep zal plaatsvinden op 20 oktober aanstaande van 19.30 tot 22.00 uur te Utrecht (Trans 14). Belangstellenden wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met ondergetekenden. - Zegt het voort!!!
Els Kloek, universitair docent vrouwengesch. r.u.u. Vakgroep Geschiedenis, Lucas Bolwerk 5, 3512 eg Utrecht (030-392448)/P. de Hoochstraat 92, 1071 ek Amsterdam (020-715498)
Mirjam de Baar, aio Fac. der Godgeleerdheid r.u.g. Nieuw Kijk in 't Jatstr. 104, 9712 sl Groningen/Parkstraat 16, 3581 pj Utrecht (030-341138)
| |
Poëzie in verpakking
In Bleiswijk is gevestigd de firma Artihove/Regina (Postbus 108, 2665 zj), gespecialiseerd in ‘Ideeën in vorm, vertolkt in brons, tin, kunststof, hout, grafiek, Delfts blauw, Delfts polychroom, Delfts wit, Gouds plateel, Keramiek’. Via een omweg belandde ten redactieburele een keramieken flikkendoos voorzien van een drieledig dameshoofdprofiel in Delfts(?) blauw temidden van veel Delfts(?) wit. De inhoud bleek echter oneetbaar, om niet te zeggen: onverteerbaar, namelijk een achthoekig boekje van Inez Meter, getiteld Mijn innerlijk oog. Op de vijftien rectopagina's die na het titelblad resteren, bevinden zich rechthoeken in Bleiswijks(?) pikzwart, waarin onregelmatige uitsparingen in Delfts(?) wit die bij nadere beschouwing letters blijken te zijn.
Uit het begeleidend schrijven (briefpapier met zilveropdruk) valt op te maken dat die letters de bedoeling hebben gedichten te formeren. De mededeling op blad [2] luidt als volgt: ‘mijn innerlijk oog / gewend aan duisternis / ziet ieder lichtpunt’, Op blad [15] staat: ‘als al de lichten / in het huis worden gedoofd / zie ik de sterren.’
Deze twee teksten (de overige dertien verklap ik niet) maken natuurlijk nieuwsgierig naar de auteur, mevrouw Meter. Over haar zegt de zilveren brief: ‘Ze begon met teksten en maakt [sic!] daar later zelf [sic!] illustratief werk bij. Het visuele komt [sic!!] dus bij haar verzen in nauwe samenhang met het woord. Het geheel is vaak geïnspireerd [sic!!!] op het landschap, de mens, het licht en schaduw [sic!!!!]. Zij heeft een tiental tentoonstellingen gehad in Nederland en Vlaanderen [sic!!!!!].’
De meest opvallende mededeling in de brief (waarmee tevens een ernstige omissie in het literaire-prijzenboek van Hubert Michaël en anderen uit 1986 gesignaleerd wordt!) is echter dat Inez Meter in 1975 de Aanmoedigingsprijs voor Literatuur van de gemeente Gouda kreeg. Gouda: was dat niet ook die stad die haar Librije wilde laten veilen? En dat innerlijk oog in die flikkendoos raak ik maar niet kwijt...
PJV
| |
Belgische antiquariaten opnieuw uitgegeven
In nr. 3 van deze jaargang werd de eerste druk gesignaleerd van het Repertorium van Belgische antiquariaten en tweedehandsboekhandels, samengesteld door Emile Van Balberghe. Ook de ‘nieuwe uitgave’ van 1988 (Emile Van Balberghe, 4 rue Vautier, 1040 Brussel; geen paginering; bfr 500) is in meer dan een opzicht interessant. Behalve de zo volledig mogelijke adressenlijst van Belgische neringdoenden in het oude en tweedehands boek bevat dit repertorium in het voorwerk weer een aantal bijdragen van vooraanstaande bibliografen en boekhistorici.
Elly Cockx-Indestege schrijft over ‘bibliofiele’ uitgaven, privé-persen en marginale drukkers; Georges Colin deelt bijzonder boeiende bijzonderheden mee omtrent de aanschaf door de Koninklijke Bibliotheek Albert 1 van een kookboek uit 1604; Albert Derolez wijst op de noodzaak van normalisering bij de beschrijving van codices en Léon Gilissen geeft antwoord op de vraag ‘Qu'est-ce que la codicologie?’
Verder zijn er onder meer bijdragen van Emile Van Balberghe over brieven van Maurice Gauchez; Dirk van den Auweele over het door de ub Leuven verworven Advies van Lodewijk van Schore over het huwelijk van Hendrik viii en Catharina van Aragon uit 1534; Amber Verrycken over een bestseller uit de incunabeltijd, de Mensa Philosophica, die in meer dan dertig edities verscheen in de vijftiende en zestiende eeuw: een onderdeel van het filosofisch tafelen was dan ook de voordracht van Facetiae!
Dat er door de eeuwen heen in
| |
| |
de wereld van het boek weinig veranderd is, blijkt uit het voorwoord van Van Balberghe: de gegevens uit zijn repertorium zijn zonder toestemming overgenomen door een van zijn confraters in Nederland. Deze heeft echter nagelaten de in het Frans benodigde accenten aan te brengen op de van kapitaal naar onderkast getranscribeerde namen! Ook aan het monnikenwerk van het samenstellen van repertoria is in de loop der jaren weinig veranderd, getuige het neo-neolatijnse in de vorm van een wijnglas gedrukte colofon waarin Emilius Balbergens meedeelt dat het hem alleen maar gelukt is met behulp van een ‘machinam ibm 85’, de nodige hoeveelheid ‘bonum vinum’ en een ‘pulchram puellam’. Als Van Balberghe zich bij een derde druk niet te zeer door het vrouwelijk schoon laat af-, respectievelijk verleiden, kan er misschien een paginering in zijn voortreffelijke naslagwerk aangebracht worden (in ieder geval in het voorwerk ervan) evenals een systematische index op specialismen van de antiquariaten.
PJV
| |
Nieuwtjes
□ Op 21 mei 1988 is C.F.P. Stutterheim, emeritus hoogleraar Nederlandse taalkunde van de Rijksuniversiteit Leiden en erelid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 85 jaar geworden. Ter gelegenheid hiervan zal een boekje verschijnen onder de titel Herinneringen van een oude taalonderzoeker. Het bevat Stutterheims terugblik op zijn studietijd, zijn promotie en zijn wetenschappelijke activiteiten, gevolgd door een volledige biografie van 1930 tot 1988.
□ Op 28 mei 1988 overleed op 85-jarige leeftijd mr. Henrik Scholte, ‘Lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Drager van het Gouden Officierskruis (de “Chrysos Stavros”) in de orde van George i van Griekenland, Erevlieger van de klm, Ereburger van Spetsae (Griekenland)’. Scholte publiceerde beschouwingen en poëziebijdragen in tal van tijdschriften, onder meer Critisch Bulletin, De Vrije Bladen, Werk, Criterium, Het Getij en Podium, schreef reisverhalen over Griekenland (Marmeren archipel en Van Nausikaä tot Paulus) en een werk over Nederlandsche filmkunst.
□ Hoewel er volgens de laureaat ‘nooit meer, nooit meer’ over deze prijs gesproken mag worden, toch even de mededeling dat op 3 juni de P.C. Hooftprijs voor beschouwend proza alsnog uitgereikt is aan Hugo Brandt Corstius. Dat gebeurde in de Koninklijke Bibliotheek door de voorzitter van de jury, Sem Dresden. Gerrit Komrij sprak de laudatio uit, welke nagelezen kan worden in nrc Handelsblad van 4 juni 1988.
□ Grafisch vormgever en letterontwerper Gerard Unger heeft op 6 juni de Gravisie-prijs 1987 uitgereikt gekregen voor het door hem ontworpen lettertype Swift. De prijs, groot ƒ 5.000,-, werd in 1984 ingesteld door het grafisch bedrijf Van Boekhoven-Bosch te Utrecht.
□ De A. Roland Holstpenning is op 8 juni 1988 uitgereikt aan Eva Gerlach voor haar gehele oeuvre dat tot nu toe vier poëziebundels omvat. De inmiddels al geruime tijd niet meer pseudonieme dichteres (M. Dijkstra) kwam nu zelfs met foto en al in de pers.
□ De ‘Buddingh’-prijs voor de Nieuwe Nederlandse poëzie is tijdens Poetry International op 18 juni uitgereikt aan Elma van Haren. Deze prijs van ƒ 2.500,-, die dit jaar voor het eerst werd toegekend, is bestemd voor een debuutbundel, verschenen in het jaar vóór de prijsuitreiking.
□ Aan Mia I. Gerhardt is de erepenning van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen toegekend voor het vele werk dat zij verricht heeft in haar functie van voorzitter en eindredacteur van de Commissie van Redactie van het Archief en de Werken van het Genootschap.
□ Chris Rutenfrans heeft van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst opdracht gekregen een essay te schrijven over Bordewijks roman Bint.
□ Op 23 juni 1988 overleed op 73-jarige leeftijd te Amsterdam de journalist en publicist Evert Werkman. Hij was een van de medewerkers aan het illegale Parool, schreef hekeldichten à la Vondel onder het pseudoniem Joost en publiceerde in 1939 samen met M.Sybr. Koops een filmscenario voor Hildebrands verhaal ‘De familie Stastok’.
□ Dr. L. de Jong heeft op 27 juni 1988 in het Concertgebouw te Amsterdam de D.A. Thieme-prijs van de Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels ontvangen. De gouden legpenning en de oorkonde werden hem overhandigd naar aanleiding van de voltooiing van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog (26 banden).
□ Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag heeft Bert Schierbeek op 28 juni in De Brakke Grond te Amsterdam de zilveren medaille van die stad ontvangen.
□ Op 7 juli 1988 overleed op 84-jarige leeftijd de oud-hoogleraar in de algemene literatuurwetenschap aan de Rijksuniversiteit Leiden, J.G. Bomhoff. Bomhoff promoveerde op een Bijdrage tot de waardering van Vondels drama, later (1950) onder de titel Vondels drama in de handel gebracht. Zijn publikaties omvatten een breed scala aan onderwerpen uit alle literaire perioden.
□ In nrc Handelsblad is na de toekenning op 19 mei van de ako-prijs van ƒ 50.000,- aan Geerten Meijsings roman Veranderlijk en wisselvallig een briefwisseling losgebarsten naar aanleiding van de open brief van W.F. Hermans (nrc Hb. 10 juni) aan jurylid Frans Boenders. Diens eerdere niet-open brief aan Hermans werd
| |
| |
alsnog gepubliceerd in nrc Hb. van 24 juni. Door M. Brouwer werd Hermans inmiddels van geschiedvervalsing beschuldigd (nrc Hb. 17 juni) en door F.J. Meijsing uit Zoetermeer ‘zielig’ genoemd (nrc Hb. 24 juni). De brief van Boenders viel bij medejurylid J. Bernlef zodanig verkeerd dat de laatste eveneens publiekelijk reageerde (nrc Hb. 1 juli).
□ ‘Het verhaal dat zichzelf schreef’ is dit jaar het thema voor de Priemprijs voor debuterende auteurs van korte verhalen. Uitgeverij Priem beloont het beste verhaal met een bedrag van ƒ 500,- en met publikatie ervan.
□ De Verenigde Naties hebben aan de unesco opdracht gegeven om van het jaar 1990 het ‘Jaar van het Lezen’ te maken. Met het oog op het grote analfabetisme onder de wereldbevolking (bijna 28% is analfabeet) zal men in dat jaar campagne voeren voor het lezen.
□ De bekende Nederlandse boekenbon krijgt een nieuwe verpakking. Een jury van de nbb kon kiezen uit een totaal van 64 inzendingen op een prijsvraag voor het ontwerpen van een omslag voor de boekenbon. De inzending van Beitske Sikkema, studente aan de Groningse Kunstacademie Minerva, werd bekroond en haar ontwerp gaat nu dus in produktie.
□ Albert Helman en Jos de Roo hebben onder de titel Groot geld tegen klein geld de wordingsgeschiedenis beschreven van de oude Stichting voor Culturele Samenwerking tussen Nederland, Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen (Sticusa). Albert Helman heeft zich daartoe eerst als Lou Lichtveld door De Roo laten interviewen.
□ Mevrouw E.J. van den Broecke-De Man uit Vlissingen heeft de Zilveren Anjer van het Prins Bernhardfonds gekregen voor haar verdiensten voor de Zeeuwse cultuur, vooral voor haar inzet voor het behoud en de beschrijving van de Zeeuwse dialecten. Als voorzitster van de Zeeuwse Vereniging voor Dialectonderzoek heeft zij samen met deskundigen uit de desbetreffende regio's in de jaren 1978 tot 1987 een reeks van zeven thematisch geordende boeken tot stand gebracht over de Zeeuwsvlaamse, Noordbevelandse, Zuidbevelandse, Thoolse en Fliplandse en Walcherse dialecten.
□ Op 11 oktober wordt de Gouden Griffel 1988 voor het best geschreven kinderboek uitgereikt aan Toon Tellegen voor Toen niemand iets te doen had. Het Gouden Penseel voor de beste kinderboekillustraties gaat naar Margriet Heymans. Zilveren griffels gaan naar onder anderen Guus Kuijer, Paul Biegel en Els Pelgrom. De Boekensleutel-prijs is toegekend aan De puike postbode van Janet en Allen Ahlberg voor de bijzondere kwaliteiten op grafisch gebied.
□ De Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde is toegekend aan Jan Brokken voor zijn verhalenbundel De zee van vroeger.
□ Het Rotterdamse verschijnsel Jules Deelder krijgt de Anna Blamanprijs 1988 voor zijn gehele oeuvre. Het aan de prijs verbonden bedrag van ƒ 10.000,- wordt hem in november uitgereikt.
□ Uit een voordracht van de uitgeverijen en mede op basis van verkoop- en uitleencijfers heeft een onafhankelijk nominatiecomité negen auteurs in het genre ‘gedichten en verzen’ genomineerd voor de Publieksprijs van het Nederlandse Boek 1988 van de cpnb. Het betreft Nel Benschop, J.A. Deelder, Toon Hermans, Judith Herzberg, Rutger Kopland, Lucebert, Huub Oosterhuis, Annie M.G. Schmidt en Willem Wilmink. De Nederlandse lezers, die tussen 22 september en 2 november hun voorkeur kenbaar mogen maken, kunnen de ƒ 15.000,- en het beeldje van Jeroen Henneman echter ook toekennen aan een niet-genomineerde.
□ De Anne Vondelingprijs voor artikelen die op heldere wijze politieke problemen verduidelijken is voor 1987 toegekend aan Huub Smeets, redacteur van nrc Handelsblad. De prijs van ƒ 2.500 en een beeldje zijn hem overhandigd door mr. E.H. Toxopeus.
□ Anton Beeke heeft de Laurens Jansz Coster Prijs 1988 gekregen voor zijn grafisch werk, waaronder affiches en boekomslagen voor onder andere Bert Bakker, De Bezige Bij en de Arbeiderspers. Beeke was indertijd medeoprichter van Hitweek en Suck.
□ De Stichting Poëzieplakkaat///-1988 kent ter gelegenheid van het besluiten van het Poëzieplakkaat/// Project een poëzieprijs toe. Deelname staat open voor iedere Nederlandstalige dichter. Er is geen bepaald thema. De inzending dient te bestaan uit vijf gedichten in viervoud, vóór 15 oktober 1988. In december zal de prijs van bfr 10.000 worden uitgereikt in samenwerking met de v.z.w. Crop & Sla, Alliantie voor teksten. Het reglement kan men verkrijgen door een postzegel van bfr 9 op te sturen samen met naam en adres aan Poëzieplakkaat///, Balsemboomstraat 130, b-8000 Brugge.
□ Het Amsterdamse Fonds voor de Kunst heeft drie toneelschrijvers opdrachten verleend: Frouke Fokkema zal een stuk Het vensterraam van Belle van Zuylen schrijven; Wim de Knegt zal zijn Hamlet & Electra tot een avondvullend stuk uitbreiden; en Wanda Reisel zal haar stuk De vliegenier verder uitwerken.
Suggesties voor deze rubriek aan: Instituut voor Neerlandistiek, Spuistraat 134, kamer 456 (afd. DNL), 1012 VB Amsterdam, tel. 020-5254717
|
|