| |
| |
| |
Literatuur nieuws
De Brune-herdenking
In tegenstelling tot eerdere andersluidende berichten zal de herdenking van de vierhonderdste geboortedag van Johan de Brune de Oude (1588-1658) plaatsvinden op zaterdag 26 november 1988 in het Centraal Museum, Agnietenstraat 1 te Utrecht. Aan deze Zeeuwse auteur van onder andere een schitterende bundel Emblemata en een heel bijzonder prozawerk, het Banket-werk van goede gedachten, is in de literatuurgeschiedenis relatief weinig aandacht besteed. Op het symposium in Utrecht - waarover later nadere mededelingen volgen - zal aan een aantal aspecten van deze vriend van Cats en Huygens aandacht besteed worden. Ter gelegenheid van de De Brune-herdenking zal ook een bibliografie verschijnen van het werk van en de literatuur over hem.
Wie zich van persoonlijke informatie wil verzekeren, kan zich alvast opgeven bij drs. W.A. Hendriks, Pieter de Hooghlaan 67, 1213 bs Hilversum.
PVJ
| |
Costerprijs
De voordrachten die gehouden zijn op 7 november 1986 bij de toekenning van de Laurens Jansz. Costerprijs aan prof. mr. H. de la Fontaine Verwey zijn in een - hoe kan het anders! - fraaie typografie gebundeld in een boekje: Laurens Jansz. Costerprijs 1986 verleend aan prof. mr. H. de la Fontaine Verwey (Stichting Haarlem Boekenstad 1987; 70 p.). Ernst Braches geeft een overzicht van tien jaar Coster-prijzen, Johan Polak spreekt de laudatio uit en De la Fontaine Verwey een dankwoord.
Tevens bevat de bundel de toespraken, gehouden in het kader van de Vijfde Nederlandse Antiquarenbeurs, door Henk van Ulsen, A.G. van der Steur, Boudewijn Büch en Frans A. Janssen.
Behalve aan leden van de stichtingen Haarlem Boekenstad en Laurens Jansz. Costerprijs is het boekje ook verstrekt aan leden van de stichting Drukwerk in de Marge.
PJV
| |
Themanummer bibliografie
Bij de administratie van het tijdschrift Dokumentaal is nog een aantal nummers voorradig waarin de lezingen zijn opgenomen van de Bibliografische landdag van 17 juni 1987 in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. In dit nummer 3 van jaargang 16 staan de bijdragen over de persoonsbibliografie door Welsink, Buijnsters, Verkruijsse, Gerritsen en Böhm en over de genre- en onderwerpsbibliografie door Meeus, Pol/Gieles, De Man en Schmidt.
Men kan in het bezit komen van dit nummer door storting van ƒ 7,50 op giro 2612579 van Dokumentaal te Hilversum of bfr 130 op postrekening 000-0425695-59 van W.A. Hendriks te Hilversum onder vermelding van ‘Themanummer bibliografie’.
W.A. Hendriks
| |
Schatten uit de Nederlandse Literatuur
In het kader van het leesbevorderingsproject Schatten heeft de landelijke Bibliotheek Centrale - in samenwerking met het Letterkundig Museum en het Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum - een tentoonstelling gemaakt: Schatten uit de Nederlandse Literatuur. Het ministerie van wvc heeft voor dit project een extra subsidie gegeven.
De tentoonstelling is een greep uit de schatten van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum in Den Haag. Ze bestaat uit twee vitrines en twaalf panelen. Tweeëntwintig Nederlandse auteurs van Beets tot Maarten 't Hart worden in de mooi verzorgde tentoonstelling gepresenteerd. In de vitrines ziet men een keuze uit hun persoonlijke ‘schatten’ en een aantal bijzondere boekuitgaven. Op de panelen zijn treffende foto's en beknopte informatie over het leven en werk van de schrijvers bijeengebracht.
Siegfried Woldheks karikatuur van Lucebert
Karikaturen van elke schrijver door Siegfried Woldhek - die voor een deel speciaal voor deze tentoonstelling zijn gemaakt - geven de expositie een luchtig aanzien. Zowel informatieve teksten als de karikaturen zijn afgedrukt in een catalogus.
De tentoonstelling gaat vanzelfsprekend vergezeld van een audiovisueel programma, zodat de literatuur ook te horen en te zien zal zijn. De auteurs die aan de orde komen zijn in chronologische volgorde: Nicolaas Beets, Multatuli, Louis Couperus, Arthur van Schendel, J.C. Bloem, J. Slauerhoff, S. Vestdijk, A. den Doolaard, Gerrit Achterberg, Anna Blaman, Theun de Vries, S. Carmiggelt, Hella S. Haasse, Marga Minco, W.F. Hermans, Gerard Reve, Lucebert, Jan Wolkers, Harry Mulisch, Rutger
| |
| |
Kopland, J.M.A. Biesheuvel en Maarten 't Hart.
De tentoonstelling staat van 22 april tot en met 1 mei 1988 voor een deel op de museummanifestatie van de Federatie van Musea in Zuid-Holland en maakt vervolgens in haar geheel een rondreis langs de volgende openbare bibliotheken: Middelburg (mei 1988), Spijkenisse (juni 1988), Heeze (september 1988), Doetinchem (oktober 1988), 's-Gravezande (november 1988), Nijverdal (december 1988), Zaandam (januari 1989), Veenendaal (februari 1989), Oss (maart 1989) en Vorden (april 1989).
Meer informatie kan men verkrijgen via de tentoonstellingsafdeling van de lbc: Hellen Clemens of Ange Taminiau (tel. 03240-90637/90611). De catalogus Schatten uit de Nederlandse Literatuur is te koop bij: nblc, Dienst distributie, Postbus 93054, 2509 ab 's-Gravenhage (tel. 070-141744).
Nederlands Letterkundig Museum
| |
Waar 't Hart vol van is
Op veler verzoek en wegens groot succes wordt de tentoonstelling Waar 't Hart vol van is...over de schrijver Maarten 't Hart in het Letterkundig Museum in Den Haag verlengd tot en met 28 augustus 1988. Wij schreven over deze tentoonstelling eerder in Literatuur (jrg. 5, nr. 2) onder het hoofd ‘Tentoontellingen Letterkundig Museum’. Zoals voor een letterkundig museum vanzelf spreekt, wordt de kern van de tentoonstelling gevormd door het werk van de schrijver, in dit geval handschriften, boeken en artikelen verschenen in talloze tijdschriften en kranten. De tentoonstelling wordt visueel en emotioneel verlevendigd door tal van foto's, voorwerpen en dieren die in het werk van Maarten 't Hart een rol spelen. De tentoonstelling bestaat uit zeven afdelingen:
i. | De eerste jaren: In deze afdeling wordt aandacht besteed aan de jeugd van Maarten 't Hart in Maassluis, het stadje waar hij opgroeide in een orthodox-gereformeerd arbeidersmilieu. |
ii. | Het vrome volk: Een afdeling met veel aandacht voor zijn vader, die zijn brood verdiende als doodgraver of als grafmaker, zoals hij zelf liever zei. |
iii. | Het gedrag der dieren: Hierin wordt aandacht besteed aan het wetenschappelijk werk van Maarten 't Hart. Van 1970 tot 1987 was hij medewerker aan het Zoölogisch Laboratorium van de Rijksuniversiteit te Leiden. Daarnaast spelen dieren een belangrijke rol in het werk van 't Hart. |
iv. | De vrouw bestaat niet: Een afdeling over de rol van de vrouw in het werk van Maarten 't Hart en de polemieken die gevoerd zijn over 't Harts standpunt ten aanzien van het feminisme. |
v. | Het eeuwige moment: Deze afdeling behandelt 't Harts vervoering door de klassieke muziek, zijn orgelspel en zijn muzikale kritieken. |
vi. | De kritische afstand: Hierin wordt iets getoond van 't Harts verhouding tot de literatuur. |
vii. | 't Hart versus Bakx: Deze afdeling laat iets zien van de feitelijke achtergronden (onder andere processtukken) van de polemische sleutelromans van 't Hart Het uur tussen hond en wold en die van Hans Bakx Midas tranen. Een anekdote. |
De tentoonstelling is een samenwerkingsproject van de lerarenopleiding Zuidwest Nederland te Delft en het Letterkundig Museum. Bij de tentoonstelling is een lessenpakket verkrijgbaar, bestemd voor de hogere klassen van het voortgezet onderwijs à raison van ƒ 6,50 per stuk. De Maassluise gemeenschap en diverse instellingen van de Leidse universiteit hebben royaal aan de tentoonstelling meegewerkt.
Het Letterkundig Museum is geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur en op zondag en algemeen erkende feestdagen van 13.00 tot 17.00 uur. Het museum bevindt zich vlak bij het Centraal Station en achter het winkelcentrum Babylon. Het adres is Prinses Irenepad 10, 2595 bg 's-Gravenhage (tel. 070-471114).
Nederlands Letterkundig Museum
| |
Best verzorgde boeken 1987
In het Stedelijk Museum in Amsterdam zal in september van dit jaar een tentoonstelling worden ingericht waarop de best verzorgde boeken van 1987 te zien zullen zijn. De Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (cpnb) heeft de bekroning van de meest fraai verzorgde uitgaven die in Nederland zijn verschenen georganiseerd. Daartoe werd een jury samengesteld bestaande uit vijf leden afkomstig uit het boekenvak die onder voorzitterschap van typograaf Gerard Unger uit 336 ingezonden boeken totaal 50 titels mocht kiezen die voor bekroning in aanmerking kwamen. Het zijn uiteindelijk 47 titels geworden die door de jury zijn voorgedragen voor een prijs. Het juryrapport zal deel gaan uitmaken van de tentoonstellingscatalogus die de Stichting cpnb in samenwerking met wvc zal uitgeven en die bij de opening van de tentoonstelling verkrijgbaar zal zijn.
Onder de bekroonde uitgaven in de Categorie Literatuur vallen onder meer De brieven van De Schoolmeester i en ii van Marita Mathijsen en grafisch vormgegeven door Harry N. Sierman. Voor Gerard Reves Verzamelde gedichten, vormgegeven door Gerrit Noordzij en Oude gedichten van Jean Pierre Rawie, verzorgd door Jan Willem Stas zal ook een plaatsje op de tentoonstelling worden ingeruimd.
In de Categorie Bibliofiele uitgaven/Kunstenaarsboeken werd grafisch vormgever Bram de Does bekroond voor de vormgeving van
| |
| |
Jessica Voetens Marga Minco & Het bittere kruid, uitgegeven door Bert Bakker. Bram de Does is de ontwerper van de verfijnde en sierlijke Trinité-letter, een van de gaafste letterontwerpen van de laatste jaren. Voorts werd Marie-Cécile Noorzij-Puller in deze categorie bekroond voor de verzorging van Jaap van Jac. van Looy.
We beperken ons hier tot de typisch literaire uitgaven die voor een prijs in aanmerking zijn gekomen, maar er zijn tal van andere categorieën waarin bekroningen zijn toegekend, zoals kinderboeken, foto-uitgaven, kunstcatalogi en wat dies meer zij.
Een volledige lijst van de bekroonde uitgaven is verkrijgbaar bij de Stichting cpnb, Keizersgracht 391, 1016 ej Amsterdam (tel. 020-264971). Na de tentoonstelling in het Stedelijk Museum in september zal de collectie te zien zijn op de tentoonstelling ‘Buchkunst International’ tijdens de Frankfurter Buchmesse van 5 tot 10 oktober 1988.
GvB
| |
Colloquium contactgroep negentiende eeuw
Op woensdag 9 november 1988 organiseert het dr. F.A. Snellaertcomité een colloquium over Pieter Frans van Kerckhoven (1818-1857). Van Kerckhoven was een dichter-medicus, die vooral bekend werd door zijn felle Vlaams-liberalisme en zijn actieve aandeel in de Vlaamse beweging. - Het voorlopige programma voor het colloquium ziet er als volgt uit:
10.15 uur: Ontvangst.
10.30 uur: Verwelkoming door prof. dr. A. Deprez (rug).
10.45 uur: Prof. dr. W. Gobbers (uia) - Pieter Frans van Kerckhoven, een romanticus in Biedermeierland?
11.45 uur: Middagmaal.
13.30 uur: Prof. dr. J. Vlasselaers (kul): Pieter Frans van Kerckhoven als criticus.
14.30 uur: Prof. dr. P. Couttenier (kul/ufsia): De armoede en haar remedies in Van Kerckhovens sociale romans.
15.30 uur: Koffiepauze.
16.00 uur: Dr. P. Pelckmans (ufsia): Fantastiek als mythologisering van het gevoel. Het voorbeeld van ‘Ziel en lichaam’.
17.00 uur: Einde.
Na elke lezing zal er gelegenheid zijn tot discussie.
Het colloquium zal worden gehouden in zaal r007 van het ufsia te Antwerpen. Belangstellenden kunnen zich vóór 15 oktober inschrijven bij de secretaris van de Contactgroep negentiende eeuw, dr. M. de Smedt, Pastoor Dergentstraat 5, 3222 Gelrode, België. De deelname aan het colloquium is gratis.
M. de Smedt
| |
Dutch Arts
In oktober 1987 publiceerde het ministerie van crm een speciaal nummer van Dutch Arts dat gewijd is aan ‘Literature in the Netherlands’. Het nummer werd samengesteld door Herman Pleij, Jaap Goedegebuure en Wam de Moor. Pleij schreef een stuk over de tijd voor Multatuli onder de titel ‘Rise and fall of the bourgeoisie’ en Goedegebuure beschreef de periode na Multatuli onder het hoofd ‘Realism and satire’. Het nummer sluit met een reeks profielen van auteurs, geschreven door de drie samenstellers van dit nummer.
Dutch Arts ziet er schitterend uit en het is rijk en fraai geïllustreerd. Als visitekaartje van de Nederlandstalige literatuur kan het ministerie ermee voor de dag komen. Natuurlijk is de keuze voor auteurs die in de profielen worden behandeld uiterst arbitrair, maar dat zal wel gebeurd zijn op grond van beschikbare vertalingen en geboden ruimte. Uiteraard is gekozen voor de bekende grote namen en veel nieuws zal men dan ook over deze auteurs niet aantreffen, maar dat kon nauwelijks de bedoeling zijn. Hooguit zou men mogen verwachten dat er wat aandacht was besteed aan nog enkele grote Nederlandse dichters als Bloem, Nijhoff en Achterberg, al was het alleen maar om vertalingen van deze dichters te promoten.
GvB
| |
Script+
Script+ is een bureau voor beoordeling van literaire teksten, opgericht door Ron Basart en Anton Oskamp, twee neerlandici die tevens zelf auteur zijn. Aan het bureau is een tiental schrijvers verbonden die medewerking verlenen bij de beoordeling van teksten.
Script+ stelt zich ten doel manuscripten te beoordelen of van adviezen te voorzien om ze op die manier voor publikatie geschikt te maken. Veel teksten worden niet uitgegeven, hoewel met enige inspanning de tekst zodanig te verbeteren zou zijn geweest dat er wel tot uitgave zou zijn overgegaan. Veel beginnende schrijvers slagen er niet in om hun tekst uitgegeven te krijgen omdat de presentatie te kort schiet, bijvoorbeeld in compositie, vormgeving of taalgebruik. Ook ontbreekt het ze vaak aan informatie over de uitgeverswereld. Uitgevers doen een afwijzing van een manuscript veelal vergezeld gaan van een korte, lang niet altijd duidelijke motivatie. Script+ stelt zich voor om in al deze gevallen beginnende auteurs te adviseren bij de bewerking van manuscripten en de benadering van uitgevers of tijdschriftredacties.
Gestreefd wordt naar een eerlijke en deskundige beoordeling van teksten. Daarom zijn deskundigen aangetrokken die in staat zijn om adviezen te geven over teksten die verschillende terreinen betreffen, zoals romans, gedichten, science fiction, thrillers, kinderliteratuur en wat dies meer zij.
Elke tekst wordt van correcties
| |
| |
en kanttekeningen voorzien en aan de auteur teruggezonden met een leesrapport waarin de bevindingen en suggesties tot verbetering zijn verwerkt. Oordelen worden steeds geadstrueerd met voorbeelden ontleend aan de te verbeteren tekst. Wat de auteur met deze aanwijzingen doet, is vervolgens zijn zaak. Als de medewerkers van Script+ van mening zijn dat de tekst niet voor publikatie in aanmerking komt, zal dit zonder omwegen worden duidelijk gemaakt. Ook wanneer medewerkers van Script+ van mening zijn dat de beoordeelde auteur talent heeft, maar zich meer zou dienen te bekwamen in het schrijverschap zal hem dit worden meegedeeld en zal hem tevens worden gewezen op mogelijkheden daartoe. Indien een auteur dat wenst, kan ook mondeling worden toegelicht waarop de adviezen en de beoordeling berust.
Wanneer Script+ van oordeel is dat een manuscript wel degelijk publikabel is, zal de auteur daarvan worden geassisteerd bij de mogelijke uitgave ervan. Script+ streeft ernaar om bij uitgeverijen een zodanige status te verwerven dat adviezen op dit gebied ook serieus genomen zullen worden.
Manuscripten kunnen worden toegestuurd aan Script+, Postbus 15385, 1001 mj Amsterdam. Daarbij dient men een formuliertje in te vullen dat van tevoren bij Script+ moet worden aangevraagd. Dat formulier vraagt naar achtergrondinformatie van de auteur en naar de punten waarop hij wil dat de tekst beoordeeld zou moeten worden. Adviezen zijn vertrouwelijk en de toegezonden teksten worden onder geen beding aan derden ter inzage gegeven.
Het honorarium voor de beoordeling van een tekst bedraagt ƒ 50, - per uur. Deze kosten kunnen in twee termijnen worden voldaan: 50% als aanbetaling en de rest na ontvangst van het leesrapport. Als indicatie voor de totale kosten kan men ervan uitgaan dat gewoonlijk niet minder dan twee en niet meer dan zes uur besteed zal worden aan het lezen en corrigeren van een tekst.
Teksten worden alleen geaccepteerd als ze getypt zijn met een behoorlijke interlinie en aan één zijde van het papier. Men dient steeds een kopie van de tekst in te sturen voor beoordeling om de gevolgen van onverhoopt zoekraken te voorkomen. Na beoordeling wordt het manuscript per aangetekende post geretourneerd.
GvB
| |
Een zwerver verdwaald
In het dagblad Het Vaderland van 2 november 1934 legde Arthur van Schendel zijn opvatting over de betekenis van met name borstbeelden van schrijvers in de mond van een wijze, oudere man die in gesprek met een jongere ik-figuur het volgende opmerkt: ‘Vroeger stonden hier op de kast drie borstbeelden van groote dichters. Een onvoorzichtige hand brak er twee en ik werd al te oud om ze te vervangen. Het eene staat
letterkundig museum, den haag
De onthulling van het borstbeeld van Van Schendel
er nog. Misschien breekt ook dat eens. Daardoor gaat de waarde van zijn werk niet verloren. Maar intusschen zal mijn kleinzoon haar niet kennen, evenals ik van vele boeken, die misschien goed zijn, de waarde nooit gezien heb.’
Van Schendel kon toen hij dit neerschreef niet vermoeden dat hijzelf een halve eeuw later de hoofdrol zou spelen in wat niet anders gezien kan worden dan als een dramatisering van het door hem onder woorden gebrachte inzicht: de waarde van een literair werk valt of staat niet met het wel en wee van borstbeelden, toch bieden zij de mogelijkheid om de belangstelling voor schrijverschap en werk te wekken of te intensiveren.
Op 5 maart 1952 werd aan de waterkant van de Stadhouderskade het in opdracht van de gemeente Amsterdam door de beeldhouwer J.G. Wertheim vervaardigde bronzen borstbeeld van Arthur van Schendel onthuld. In september 1981 bleek het beeld spoorloos te zijn verdwenen, alleen de sokkel resteerde. De Dienst Openbare Werken van Amsterdam deed aangifte en de sokkel werd opgeslagen. De mal van de beeldhouwer
| |
| |
was behouden gebleven dus er kon een nieuw beeld worden gegoten. Een schrale troost.
Op een dag in februari 1986 was de Utrechtse schroothandelaar T. Uittenbogert op zijn terrein waar hij het ijzer opslaat - de edele metalen worden achter slot en grendel bewaard - aan het werk. Met een poliep was hij bezig een partij ijzer op te laden. Tussen de verroeste koelkasten zag Uittenbogert een bronzen beeld liggen. Hij belde onmiddellijk de politie, waarna een bericht over de vondst in het Utrechts Nieuwsblad verscheen. Uit de telefoontjes die Uittenbogert naar aanleiding van het krantebericht kreeg bleek, dat de bronzen onbekende Arthur van Schendel was. Uittenbogert bracht het beeld naar Amsterdam terug. ‘De gemeente heeft mij de vervoerskosten vergoed. Een beloning wilde ik niet hebben,’ aldus Uittenbogert. ‘Het gaat tenslotte om gestolen waar.’
Wie het borstbeeld destijds uit Amsterdam meenam, is niet bekend. Evenmin is duidelijk hoe het beeld bij de oudijzerhandelaar terecht kwam.
Duidelijk is in ieder geval wel dat Wertheims beeld van Arthur van Schendel, dank zij een bruikleen van de Amsterdamse Dienst Gemeentewerken nu - als 9223ste aanwinst - deel uitmaakt van de collectie van het Letterkundig Museum. Na zijn omzwervingen kan de verdwaalde zwerver verliefd zijn taak weer hervatten: de belangstelling voor schrijverschap en literatuur wekken.
A.J.M. Meinderts
| |
Nieuwtjes
□ In samenwerking tussen het Nederlands Genootschap van Leraren en de Vereniging van Vlaamse Leerkrachten wordt gewerkt aan een lestekst over de Nederlands-Vlaamse samenwerking. Het is de bedoeling dat deze lestekst aan alle scholen van het middelbaar of voortgezet onderwijs in Nederland en Vlaanderen ter beschikking wordt gesteld. De definitieve tekst wordt vastgesteld door een commissie waarin onder meer de Taalunie en de Vereniging voor Letterkundigen participeren.
□ De Stichting lift, een landelijke instelling die het schrijven door amateurs bevordert en begeleidt, heeft in 1988 het initiatief genomen om ook te gaan uitgeven. In de reeks Literaire Lift Serie verscheen als eerste deeltje de gedichtenbundel Een schaduw als bewijs van Mariet Lems. De bundel werd gepresenteerd in de Haagse Kunstkring op woensdag 6 april 1988. De uitgave van de serie wordt mogelijk gemaakt door subsidie van het ministerie van wvc.
□ De driejaarlijkse Hugues C. Pernath-prijs voor poëzie ten bedrage van Bfrs. 50.000 wordt dit jaar voor de vierde maal toegekend voor een dichtbundel van een jonge dichter die nog geen uitgever gevonden heeft. Dit jaar zal de uitreiking plaats vinden in november, waarschijnlijk door Rober Rennenberg, voorzitter van het Hugues C. Pernathfonds te Antwerpen.
□ In oktober zal tijdens een literaire manifestatie in Den Haag De Avonden-literatuurprijs 1988, een aanmoedigingsprijs voor jonge literatoren, worden uitgereikt. De jury, bestaande uit Adriaan Boltendal, Pieter Boskma, Jos Knipscheer, Joost Niemöller en Robert-Jan Rueb, kiezen uit de binnengekomen manuscripten (drie gedichten of drie pagina's proza) een tiental genomineerden aan wie verzocht wordt een tekst van ongeveer dertig pagina's te leveren. Uit deze teksten wordt dan in oktober de uiteindelijke prijswinnaar gekozen. Voor nadere informatie kan men bellen onder nummer 070-800080 (b.g.g. 070-639391).
□ Op 6 april 1988 overleed op 87-jarige leeftijd in het Rosa Spier Huis te Laren de weduwe van Rein Blijstra, Maria Blijstra-van der Meulen. Mies Blijstra-van der Meulen was actief als vertaler en werkte incidenteel mee aan het tijdschrift Critisch Bulletin.
□ Annie M.G. Schmidt ontving de Andersenprijs 1988 van de International Board on Books for Young People (ibby), de hoogste internationale kinderboekenprijs voor een geheel oeuvre.
□ Voor zijn boek Het woord van eer; literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400 ontving de Leidse hoogleraar in de Nederlandse letterkunde tot de romantiek, prof. dr. Frits van Oostrom, de Wijnaendts Franckenprijs voor cultuurgeschiedenis van de
chris van houts, groningen
Frits van Oostrom
Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. De prijs is op 4 juni 1988 tijdens een vergadering van de Maatschappij uitgereikt.
□ Het boekenweekgeschenk 1989 zal geschreven worden door Hugo Claus. Hij is na Hubert Lampo en Marnix Gijsen de derde Vlaming die deze opdracht aanvaardt. De boekenweek wordt gehouden van 8 tot 18 maart 1989 en heeft als thema Boek en Film.
□ De kinderboekenweek 1988 wordt gehouden van 12 tot 22 oktober 1988 en zal in het teken staan van Nederland-Museumland. De kinderboekenweekuitgave wordt geschreven
| |
| |
door Joke van Leeuwen, winnares van het Gouden Penseel 1980 en de Gouden Griffel 1986.
□ Uitgeverij Brill heeft het speciale Vondel-nimmer van het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, nummer 4 van jaargang 103 (1987), voorzien van een omslag, een titelpagina en een nieuwe paginering (vi + 96 blz.) apart in de handel gebracht onder de titel Joost van den Vondel 1587-1987.
□ De Geertjan Lubberhuizen-prijs 1987 is toegekend aan Benno Barnard voor zijn prozadebuut Uitgesteld paradijs. De prijs, groot ƒ 10.000,-, wordt beschikbaar gesteld door de Marten Toonder-Stichting.
□ De eerste Libris Woutertje Pieterse-prijs 1988 van ƒ 10,000,- voor het beste literaire oorspronkelijke Nederlandstalige jeugdboek is uitgereikt aan de schrijfster Imme Dros voor haar kinderboek Annetje Li in het holst van de nacht.
□ Hella Haasse werd op 25 maart 1988 eredoctor van de Rijksuniversiteit Utrecht. De erepromotores W.J. van den Akker en J.M. van Winter bekleedden haar met die eer respectievelijk vanuit de neerlandistiek en de geschiedenis vooral vanwege haar historische romans.
□ De Gorinchemse Literaire Salon heeft op 24 april 1988 een steen onthuld ter ere van de 82-jarige dichteres Ida Gerhardt die in 1905 in Gorinchem geboren is. In de steen is haar gedicht ‘Tekst op een rivierbaken’ gebeiteld.
□ De vijfjaarlijkse Charlotte Köhler-prijs is voor de eerste maal op 15 maart 1988 overhandigd aan Judith Herzberg. De prijs van ƒ 25.000,- is bestemd voor de beste Nederlandstalige roman, poëziebundel of dramatekst van de laatste tien jaar.
□ Op 21 februari 1988 overleed de letterkundige Aimé van Santen die ook onder het pseudoniem Jan Molitor schreef. Molitor werkte mee aan Podium, Criterium en Critisch Bulletin en publiceerde een werk over Franz Kafka, Asmodai in Praag.
□ Op 15 april 1988 overleed de dichter, schrijver en journalist Han G. Hoekstra op 81-jarige leeftijd te Amsterdam. Hoekstra was mede-oprichter van het tijdschrift Criterium,
prenten dnl, gu a'dam
Han G. Hoekstra
werkte in en na de oorlog mee aan Het Parool en ontving de Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet (1956), de Constantijn Huygens-prijs (1972) en de Jacobson-prijs (1985).
Suggesties voor deze rubriek aan: Instituut voor Neerlandistiek, Spuistraat 134, kamer 456 (afd. DNL), 1012 VB Amsterdam, tel. 020-5254717
|
|