| |
| |
| |
Literatuur nieuws
Leeuwendalers
Nu de series waarin literair-historische teksten werden uitgegeven vrijwel alle ter ziele zijn, verschijnen er tekstedities via andere kanalen. In Literatuur 4 (1987), nr. 6, p. 357, werd de uitgave aangekondigd van Focquenbrochs De min in 't Lazarushuis door International Theatre Bookshop en Haagse Comedie. Nu kan gewezen worden op een eveneens aantrekkelijke editie van Vondels Leeuwendalers door de kro (144 p.; ƒ 19,50 op giro 312703 t.n.v. kro Hilversum onder vermelding van ‘Vondel’).
De tekst is overgenomen uit de door Mieke Smits-Veldt en Marijke Spies herziene Verwey-editie van Vondel. Ter inleiding zijn enkele essays afgedrukt, namelijk van Carel Alphenaar over ‘Pan op klompen’; de door H.J.L. Vonhoff op 17 november 1987 gehouden toespraak bij de Vondelherdenking in de Koninklijke Bibliotheek over ‘Vondel, de beroemde niet-gekende’; van Anton Bossers een aantal gegevens ‘Rondom de Leeuwendalers: Vondel en de vrede van Munster (1648)’ en ‘Couleur locale in het [literaire] landschap van Leeuwendaal’; van Marja Geesink bijzonderheden over de ‘Opvoeringen van de Leeuwendalers’ vanaf de zeventiende eeuw tot 1956; en van Marisa Groen over ‘Vondels Leeuwendalers, vredespel en lantspel’. Het boek wordt uitgeleid met ‘Een leuk stuk over Vondel’ door Arthur Belmon en met ‘De kro in het leeuwendal’ door Camiel Hamans.
PJV
| |
Congressen Werkgroep xviie Eeuw
Op 22 en 23 september 1988 organiseert de Werkgroep xviie Eeuw zijn congres in Leuven rond het thema Kerken en cultuur in de zeventiende eeuw. Sessies zullen gewijd worden aan de kerken en de kunst, het contrafact in de muziek en de letteren, de hervorming (calvinisten, doopsgezinden, de nadere reformatie), de contrareformatie, geloof en wetenschap, het jodendom en de kleinere religieuze stromingen. Voor nadere inlichtingen kan men zich wenden tot de Afdeling Nederlandse Literatuur, Sectie 17e eeuw, k.u. Leuven, Blijde-Inkomststraat 21, b-3000 Leuven.
Het congresthema voor 1989 is inmiddels ook bekend: Cultuur en economie tijdens de zeventiende eeuw in de Nederlanden. Onder deze ruime titel zal plaats gevonden kunnen worden voor bijdragen over bijvoorbeeld vraag en aanbod op de markt voor cultuurprodukten, mecenaat, kunsthandel, boekproduktie en boekverspreiding, de economische positie van auteurs en kunstenaars enz. Dat congres zal waarschijnlijk te Amsterdam worden gehouden in augustus of september 1989. Suggesties gaarne aan E.K. Grootes, Instituut voor Neerlandistiek, Universiteit van Amsterdam, Spuistraat 134, 1012 vb Amsterdam.
| |
Repertorium brieven CD. Busken Huet
Bij de Stichting Neerlandistiek vu verscheen een Repertorium op de brieven van Conrad Busken Huet dat werd samengesteld door Olf Praamstra. In dit repertorium staan 1198 brieven beschreven. Dat zijn alle brieven van Conrad Busken Huet die tot nu toe bekend zijn. Tijdens het onderzoek naar die brieven werd ook een door hem bijgehouden kopieboek van uitgaande brieven gevonden. Hierin staan nog eens 422 uittreksels en kopieën van brieven die, los van de genoemde brieven, in het repertorium zijn verwerkt. De repertoria op de brieven en het kopieboek zijn chronologisch. Door middel van twee registers zijn ze ook alfabetisch op de geadresseerden toegankelijk gemaakt.
Een groot aantal brieven van Busken Huet is eerder gepubliceerd. In sommige gevallen staan ze afgedrukt in weinig bekende periodieken als De Morgenster en de editie voor Nederland van het Nieuw Bataviaasch Handelsblad. In het repertorium is een overzicht opgenomen van de dagbladen, tijdschriften en boeken waarin brieven van Busken Huet zijn gepubliceerd.
Is dit repertorium verplichte lectuur voor wie geïnteresseerd is in het leven en werk van Busken Huet (en de personen met wie hij correspondeerde), de betekenis ervan reikt verder door het verslag van het onderzoek naar de brieven van Busken Huet. Aan het eigenlijke repertorium gaat vooraf het verhaal van de speurtocht naar de brieven van Busken Huet. Dit verslag is van belang voor iedereen die op zoek is naar brieven van een auteur. Wie wil weten hoe men zo'n onderzoek aanpakt, vindt hier een tot in details uitgewerkt voorbeeld.
De auteur van het repertorium, Olf Praamstra, is als universitair docent verbonden aan de Vakgroep Letterkunde van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar het leven en werk van Conrad Busken Huet, over wie hij een dissertatie voorbereidt.
Men kan het Repertorium op de brieven van Conrad Busken Huet bestellen door storting van ƒ 15, - plus ƒ 2,50 portokosten op postgiro 2790626 ten name van Stichting Neerlandistiek vu, Alphen aan den Rijn.
Stichting Neerlandistiek vu
| |
Symposium: Twee culturen
Het Genootschap voor de Geschiedenis van de Geneeskunde, Wiskunde, Natuurwetenschappen en Techniek (GeWiNa) organiseert naar aanleiding van zijn vijfenzeven- | |
| |
tigjarig bestaan een symposium onder de titel: ‘De twee culturen: de eenheid van kennis en haar teloorgang.’
In een zestal voordrachten wordt de splitsing van de wetenschappelijke kennis in een α- en een β-tak geanalyseerd. Naast een aantal historische invalshoeken zal ook de hedendaagse problematiek, die het gevolg van deze splitsing is, aan de orde komen.
Als sprekers zullen optreden: prof. dr. K. van Berkel, prof. dr. H.B.G. Casimir, prof. dr. H.F. Cohen, prof. dr. S. Dresden, prof. dr. W. Frijhoff en prof. dr. J.J.A. Mooy. Het symposium zal plaatsvinden op 4 juni 1988 en zal gehouden worden in de Koningszaal van het gebouw Artis te Amsterdam.
Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij het secretariaat van het Genootschap GeWiNa, Veenendaalkade 463, 2547 al 's-Gravenhage, waarna een aanmeldingsformulier en een programma toegestuurd zullen worden. De kosten bedragen ƒ 30, - (voor leden van GeWiNa ƒ 15, -). De lezingen zullen in de loop van dit jaar uitgegeven worden in de congresbundel, die de deelnemers gratis toegestuurd zal worden.
GeWiNa
| |
P.C. Hooft-prijs
Eind 1987 is door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, de vereniging Centrum voor Nederland van de Internationale p.e.n.-club en de Vereniging van Letterkundigen de Stichting P.C. Hooft-prijs voor Letterkunde opgericht. Het bestuur van de stichting bestaat uit: Rudi van der Paardt (secretaris-penningmeester) en Peter van Zonneveld, voorgedragen door de Maatschappij, Rudolf Geel en Joost de Wit, voorgedragen door de p.e.n., Arie van den Berg en Hugo Verdaasdonk (vice-voorzitter), voorgedragen door de vvl, en Sem Dresden, door de genoemde bestuursleden tot voorzitter gekozen. Het bureau van de stichting wordt verzorgd door het Letterkundig Museum in de persoon van Aad Meinderts. De stichting ontvangt subsidie van wvc.
De Stichting P.C. Hooft-prijs voor Letterkunde beheert de P.C. Hooft-prijs en de Theo Thijssenprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur. Beide prijzen waren voordien staatsprijzen; laatstgenoemde heette Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur. De P.C. Hooft-prijs is een oeuvreprijs die bestemd is voor een Nederlandse auteur die zich met zijn werk grote verdiensten heeft verworven binnen de genres poëzie, verhalend proza of beschouwend proza. De prijs wordt jaarlijks in een van deze categorieën beschikbaar gesteld. Het bestuur bepaalt jaar voor jaar welke categorie aan de orde komt. Er wordt naar gestreefd de bekroningen in de loop van de tijd zoveel mogelijk gelijkelijk over de drie genoemde categorieën te verdelen. Aan de prijs is een geldbedrag van ƒ 25.000, - verbonden. De Theo Thijssen-prijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur wordt eens in de drie jaar beschikbaar gesteld. Aan de prijs is een bedrag van ƒ 12.500, - verbonden. Het bestuur benoemt de jury's voor beide prijzen.
Eind vorig jaar heeft het bestuur besloten de P.C. Hooft-prijs 1987 voor beschouwend proza toe te kennen aan Hugo Brandt Corstius. De P.C. Hooft-prijs voor poëzie 1988 is op advies van een jury, bestaande uit Robert Anker, Harry ter Balkt, Anton Korteweg, Wiel Kusters en Ad Zuiderent, toegedacht aan Rutger Kopland. De Theo Thijssen-prijs gaat naar Willem Wilmink op voorstel van de jury die bestond uit Harry Bekkering, Dick Boukema, Peter van den Hoven, Herman Kakebeeke, Tonny Meelis-Voorma, Ineke Naber en Leendert Witvliet.
PJV
| |
De Boekenweek retrospectief
Hoewel de Boekenweek 1988 alweer geruime tijd achter ons ligt, is een korte terugblik op enkele aspecten daarvan wellicht op zijn plaats, niettegenstaande de juichende geluiden van cpnb-voorzitter Kraima op de persconferentie in februari van dit jaar. Kraima constateerde met genoegen dat in vijf jaar tijd de oplage van het boekenweekgeschenk met niet minder dan honderdduizend is gestegen tot 490.000. De kring van lezers groeit dus!
Dat betekent dat zeer velen hebben kunnen kennismaken met Een overtollig mens en andere verhalen van J.M.A. Biesheuvel, het drieënvijftigste boekenweekgeschenk. Veel minder mensen hebben de speciale boekenweekuitgave van Jeroen Brouwers, Sire, er zijn geen Belgen, in huis want dat was iets minder gratis (nl. ƒ 4,95) en lager opgelegd (nl. slechts 30.000 exemplaren). Nog onbekender bij het grote publiek zal de lesbrief over Nederlands-Vlaamse taal en literatuur Van flapzeilen tot schaatsen zijn, samengesteld door Daniel Billiet en Remco Ekkers.
De hele boekenweek stond trouwens in het kader van de relatie Nederland-Vlaanderen. De aan de Universitaire Instelling Antwerpen verbonden sociolinguïst Kas Deprez legde er op de persconferentie in februari nog eens de nadruk op hoe ingewikkeld die relatie is: Vlaanderen en Nederland behoren niet tot dezelfde cultuur, wel tot hetzelfde taalgebied, maar daarbinnen heeft in de loop van de eeuwen een heel verschillende ontwikkeling plaatsgevonden. Deprez hoopt dat een Belgisch-Nederlandse taalpolitiek uiteindelijk op taalkundig gebied eenheid zal brengen, in welk streven hij een belangrijke rol ziet toebedeeld aan de Nederlandse Taalunie.
Op een wat eenvoudiger niveau heeft Deprez de problematiek aan- | |
| |
gesneden in de lesbrief die aan alle 3600 scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland verzonden kon worden dank zij de steun van de Taalunie. Aan de hand van proza van Walter van den Broeck, Peter van Gestel, Renate Dorrestein, Gie Laenen, Bril en Van Weelden en Monika van Paemel en gedichten van Johanna Kruit, Hans Warren, Tom Lanoye, Luuk Gruwez, Willem Wilmink, Jolanda Boomsma en Hugo Claus worden de Nederlandse scholieren geconfronteerd met de problematiek. De docentuur doet er wellicht verstandig aan om behalve de opdrachten
chris van houts, groningen
Jeroen Brouwers
die in de lesbrief geformuleerd staan, ook een aantal van de Belgenmoppen mee te nemen uit Sire, er zijn geen Belgen.
Jeroen Brouwers geeft daarin naast de onvermijdelijke moppen op de hem eigen wijze een exposé van de historische ontwikkelingen die geleid hebben tot de situatie van wederzijds onbegrip tussen Nederland en Vlaanderen. Hiermee heeft Brouwers voldaan aan de wens van Benno Barnard, geuit in diens dankrede bij de uitreiking van de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs, dat er een boek geschreven zou moeten worden over het onderwerp ‘België voor Hollanders bevattelijk verklaard’. Brouwers ziet - evenals Deprez - een toekomst voor het streven van de Taalunie, een streven dat al geruime tijd - maar dan als particulier initiatief - in de praktijk gebracht wordt door de Stichting Ons Erfdeel.
PJV
| |
Nieuwe tijdschriften
Ton Luiting, Albert Middendorp en Roger Wastijn vormen de redactie van het tijdschrift De Koofschep, vanaf jaargang 1 in 1987 een uitgave van de culturele vereniging De Koofschep, gevestigd in de Stationsstraat 43 te b-3171 Westmeerbeek. Het Nederlandse redactie-adres is Postbus 1313, 1200 bh Hilversum. Voor bfr 250 (rekening 733-3200251-57 of 954-5036421-32), resp. ƒ 18, - (giro 3202740) krijgt men vier maal per jaar een aflevering van De Koofschep met daarin poëzie, proza, artikelen over beeldende kunst en korte recensies van boeken en tijdschriften. De Koofschep is ook betrokken bij het toekennen van de Roger Wastijn Haikoeprijs, de Paul Stavridis poëzieprijs en de Schildersprijs Hulshout. Een prijs voor aforismen staat op stapel.
Frame, tijdschrift voor literatuurwetenschap is het periodiek van de vakgroep Letterkunde van de Rijksuniversiteit Utrecht. Het derde nummer van jaargang 2 (1987) is het afscheidsnummer J.J. Oversteegen. Douwe Fokkema, Hugo Verdaasdonk, Martin Mooij, Wim van den Berg, Thijs Jansen, Klaus Beekman, J.J.A. Mooij, Annelies Eisinga, Kees Fens, Gilles Dorleijn, Gert de Jager en Wiljan van den Akker wuiven de scheidende hoogleraar theoretische literatuurwetenschap uit. Losse nummers kosten ƒ 4, -, een jaargang van drie nummers ƒ 10, -: giro 425267 van r.u.u., onder vermelding van ‘kostenplaats 715.909 Frame’. Het adres is Vakgroep Letterkunde, Muntstraat 4, 3512 ev Utrecht.
Helemaal nieuw is het Tijdschrift voor Slavische Literatuur onder redactie van Hilde Heese, Kees Mercks en Willem G. Weststeijn, een uitgave dus van het Slavisch Seminarium van de Universiteit van Amsterdam, Spuistraat 210, 1012 vt Amsterdam, 020-525.3081 (ƒ 25, -; studenten ƒ 17,50, instellingen ƒ 40, -, losse nummers ƒ 9,50). Het eerste nummer bevat interviews met de winnaar van de Martinus Nijhoffprijs, Kees Mercks, en van de Aleida Schot-prijs, Marja Wiebes. Vanuit neerlandistisch oogpunt is verder interessant een artikel van Otto Boele en Edwin Trommelen over ‘De receptie van het werk van Poesjkin in Nederland’: Dirk Coster, F.V. Toussaint van Boelaere, Constant van Wessem, Karel van het Reve en H.A. Gomperts komen in het stuk voor.
PJV
| |
Vaktaal, nieuw blad voor neerlandici
In januari is het eerste nummer van Vaktaal ten doop gehouden. Vaktaal is een mededelingenblad van de in mei 1987 opgerichte Landelijke Vereniging van Neerlandici. Het blad zal, naar het zich laat aanzien, vier maal per jaar verschijnen.
Omdat voor veel neerlandici de
| |
| |
ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van het hoogste belang zijn, krijgen die in de eerste nummers ruime aandacht. Maar Vaktaal wil meer zijn dan alleen een informatiebulletin over de arbeidsmarkt. Het ligt in de bedoeling dat het blad uitgroeit tot een medium voor de gehele beroepsgroep van neerlandici. Om dat te realiseren is de redactie bezig een netwerk van correspondenten aan de verschillende universiteiten op te zetten.
Het eerste nummer van Vaktaal bevat onder meer interviews met neerlandici die werkzaam zijn in uitgeverij en bibliotheek, besprekingen van scripties en van symposia, korte berichten en vooral een uitvoerig stuk met statistische gegevens over afgestudeerde neerlandici en hun beroepsperspectieven. Het nummer besluit met informatie uit de verschillende letterenfaculteiten en ‘gemengde berichten’ uit het arbeidsveld.
Men kan zich aanmelden als lid van de Landelijke Vereniging van Neerlandici (postbus 50008, 1305 aa Almere) en men krijgt dan het blad Vaktaal gratis toegezonden. Wanneer men geen lid wenst te worden en toch het blad wil ontvangen dan kan men zich voor ƒ 15, - op Vaktaal abonneren. Voor nadere inlichtingen kan men zich wenden tot H. Schaap, redactie-coördinator (tel. 01611-1960).
GvB
| |
Opdrachten en beurzen Fonds voor de Letteren
De Stichting Fonds voor de Letteren maakte enige tijd geleden bekend wie er voor een letterkundige opdracht en wie er voor een debutantenbeurs in aanmerking is gekomen. Eind 1987 besloot het bestuur uit vierendertig voorstellen voor een opdracht er zeven te selecteren die voor honorering in aanmerking zijn gekomen. Het betreft de volgende opdrachten:
Pierre H. Dubois krijgt een opdracht tot het schrijven van vervolgdelen op Memoranda, hermetisch en besterd, een literaire autobiografie tot ongeveer 1980. Het eerste deel van deze herinneringen verscheen in april 1987 bij Nijgh & Van Ditmar.
J.P. Guépin heeft een opdracht gekregen voor het schrijven van een boek De drie dichtende broers: Grudius, Marius, Secundus, uit brieven en gedichten. Drie Neolatijnse dichters, waarvan Janus Secundus (1511-1536) de bekendste is en van wie het werk vertaald werd in het Nederlands, zijn het onderwerp van Guépins boek.
Arie Pos bereidt een overzichts-publikatie voor over de Nederlandse belangstelling in poëzie en proza voor de Chinese poëzie.
Sonja Prins zal schrijven over haar ervaringen met de pers in een zeer persoonlijke ‘cultuurhistorie’. Daarbij zullen bladen als Front, De Nieuwe Stem en Cultuur en Politiek aan de orde komen.
Douwe Tamminga zal een bloemlezing samenstellen uit het dichtwerk van de grote Friese dichter Gysbert Japicx en hij zal vertalingen bezorgen uit het Middelfries in het Nederlands.
Anne Wadman kreeg een opdracht voor het samenstellen van een autobiografisch boek, waarin onder meer zijn herinneringen aan zijn redacteurschap van de tijdschriften Tsjerne en Podium een rol zullen spelen.
Willem Weststeijn gaat in opdracht een studie schrijven over De niet-officiële Russische literatuur na Stalin. Daarin komen de auteurs Solzjenitsyn, Sinjavski, Brodski, Vojnovitsj, Zinovjev en andere in Nederland vertaalde auteurs aan de orde.
De debutantenbeurs bedraagt ƒ 9.400, - en is gelijk aan een driemaands-werkbeurs. Hij is bedoeld als stimulans voor een beginnend auteur en tevens als overgangsbeurs voor de aanvraag van een werkbeurs. Uit de totaal negenentwintig aanvragen koos de stichting de volgende vier debuterende auteurs:
Nelleke Noordervliet kreeg een debutantenbeurs voor haar roman Tine of De dalen waar het leven woont, uitgegeven door Meulenhoff.
Rein van der Wiel voor zijn verhalenbundel Gezicht op Haarlem, een uitgave van Querido.
Elly de Vries-Bovée voor haar vertaling van La placa del Diamant van Merce Rodoreda, een Catalaans schrijver, verschenen onder de titel Colometa bij De Bezige Bij.
Arie van der Wal kreeg zijn debutantenbeurs voor de vertaling van de Spaanse roman El amor es un jeugo solitario van Esther Tusquets, verschenen onder de titel De liefde is een eenzaam spel bij Meulenhoff.
GvB
| |
Repertorium Belgische antiquariaten
In 1987 verscheen de ook in dit tijdschrift aangekondigde Namengids boekenbranche, een uitgave van bis/Nederhof, met adressen en bijzonderheden van Nederlandse uitgevers, boekhandels, antiquariaten enz. Voor België blijkt reeds in 1986 een Repertorium van Belgische antiquariaten en tweedehandsboekhandels uitgegeven te zijn door de Brusselse boekhandel Emile Van Balberghe, 4 Rue Vautier, 1040 Bruxelles (prijs: ƒ 25, -). Bij alle 277 antiquariaten worden het adres, de openingstijden en de specialismen vermeld. Het repertorium is voorzien van een namenindex.
Dit repertorium is echter niet zomaar een adresboek, dat straks bij een nieuwe druk weggegooid kan worden; het is waard bewaard te worden omdat er een aantal bijdragen in staat van blijvende waarde. Naast Franstalig proza en poëzie uit uitgaven van Van Balberghe, zijn er ook artikelen opgenomen van o.a. de biblioloog Jean-François Gilmont (‘La bibliologie, pourquoi?’), Jean-Marie Horemans over ‘Le Musée de l'im- | |
| |
primerie’ in de Koninklijke Bibliotheek Albert I te Brussel, Jan Roegiers over ‘De Brabantse omwenteling en het begin van de persvrijheid in België’, Francis Sartorius over ‘Les métiers du livre à Bruxelles durant les années 1860-1880, une voie inexplorée’, Ludo Simons over ‘Een pionier van het Vlaamse boek: Leo J. Kryn (1878-1940)’, Martine Smekens over ‘Le noir belge blanchi à l'étranger’ en van uitgever Emile van Balberghe zelf betreffende ‘Un catalogue d'un cabinet de lecture anversois du début du xixe siècle’.
PJV
| |
Grensoverschrijdend letterenverkeer
Met ingang van 1988 heeft de Nederlandse Taalunie een regeling getroffen die het mogelijk maakt literaire lezingen te subsidiëren van Nederlandse schrijvers in Vlaanderen en van Vlaamse auteurs in Nederland. Het honorarium van ƒ 350, - plus reiskosten wordt verstrekt via de Stichting Schrijvers School Samenleving, Huddestraat 7, 1018 hb Amsterdam.
Ook is voor een experimentele periode van drie jaar een subsidieregeling ingevoerd die additionele honoraria voor tijdschriftenauteurs betreft. In zowel België als Nederland bestaat al een regeling voor zo'n additioneel honorarium, maar de Nederlandse regeling voorziet in een toelage voor slechts Nederlandse auteurs, terwijl de Belgische regeling geldt voor Vlaamse én Nederlandse schrijvers. Getracht zal worden deze ongelijke overheidsregelingen op elkaar af te stemmen.
De Taalunie werkt aan de totstandkoming van nog twee regelingen. De ene is een subsidieregeling die moet bevorderen dat meer literair werk van of over schrijvers uit Nederland in Vlaamse tijdschriften wordt opgenomen en omgekeerd. De andere moet de ook in dit geval niet parallel lopende subsidiëring van literaire boekuitgaven recht trekken. In Nederland is het immers de gewoonte om vanuit literair oogpunt belangrijke boekuitgaven te steunen die zonder subsidie niet tot stand zouden komen; in Vlaanderen worden door middel van aankopen uitgaven gesubsidieerd, ook als ze zonder tussenkomst commercieel rendabel zouden zijn.
Nederlandse Taalunie
| |
Roland Holst Penning voor Eva Gerlach
Op 8 juni 1988 zal in de Ruïnekerk in Bergen de A. Roland Holst-penning en het daaraan verbonden stipendium worden uitgereikt aan Eva Gerlach. Bij deze uitreiking zullen koningin Beatrix en minister Brinkman aanwezig zijn.
De Stichting A. Roland Holst Fonds is in 1958 opgericht met het doel kunstenaars uit Bergen en omgeving financiële steun te verlenen. Toen A. Roland Holst was overleden werd diens nalatenschap ondergebracht in het Roland Holst Fonds. Pas in 1986 werd voor het eerst besloten een penning toe te kennen, die dan dit jaar aan Eva Gerlach zal toevallen. De prijs is een oeuvreprijs die bij voorkeur wordt gegeven aan iemand die niet eerder werd bekroond.
De jury voor 1988 bestond uit vier personen: WAM de Moor (voorzitter), Wiljan van den Akker, Ad Zuiderent en Anton Korteweg. Eva Gerlach is een dichteres met een grote bewondering voor het werk van Ida Gerhardt, een bewondering die ze in haar pseudoniem tot uiting heeft willen brengen. Als dichteres debuteerde ze in het tijdschrift Hollands Maandblad in 1977. Haar poëzie bundelde ze onder meer in Verder geen leed en de veel bekender geworden bundel Dochter. Voor de eerste bundel kreeg ze in 1979 de Van der Hoogtprijs.
GvB
| |
Namengids Boekenbranche 1988
Al weer enige maanden geleden verscheen de Namengids Boekenbranche 1988. Deze tweetalige uitgave (Nederlands-Engels) is een uiterst nuttig naslagwerkje, waarin zeer veel gegevens over het boekenvak op een eenvoudige en overzichtelijke manier zijn opgeslagen.
Het boekje opent met een lijst van uitgevers, waarin behalve namen, adressen en telefoonnummers, ook tal van andere informatieve gegevens zijn opgenomen. Zo kan men de grootte van het bedrijf aflezen uit het aantal werknemers en de titelproduktie. Bovendien worden er gegevens vermeld over de aard van die titel-produktie. Daarna volgt een lijst van boekhandelaren waarin soortgelijke informatie te vinden is. Ook daarin is het mogelijk de specialiteit van de desbetreffende boekhandelaren te achterhalen.
Na de boekhandelaren volgen de dienstverlenende instellingen. Daaronder worden allerlei instanties verstaan die te maken hebben met het maken, propageren en verspreiden van boeken, zoals het cpnb, de Frederik Muller Akademie, het Centraal Boekhuis, Redactie Bureaus, tekstverwerkende bureaus, vertaalbureaus, et cetera.
De Namengids besluit met een aantal voor het boekenvak interessante lijstjes, zoals een ‘imprint- en reekslijst’, een lijst van radio- en tvprogramma's op het gebied van boeken, een woordenlijst van in het vak geldende termen in het Nederlands en het Engels en een bedrijvenregister op de gehele uitgave.
Voor wie zijn weg zoekt in boekenland is deze gids een onmisbare wegwijzer. Het boekje is te bestellen bij bis Book Industry Services, Antwoordnummer 19154, 1000 wc Amsterdam. De prijs is ƒ 49,50, exclusief ƒ 4,50 verzendkosten.
GvB
| |
| |
| |
Nieuwtjes
□ De jury van de ako-literatuurprijs heeft - na het overlijden van J.M. den Uyl - een nieuwe voorzitter gekregen: Hedy d'Ancona, ex-staats-secretaris van Sociale Zaken, lid van de socialistische fractie van het Europees Parlement, voorzitter van de Europese parlementaire commissie voor de rechten van de vrouw en freelance journaliste. Samen met de andere juryleden - J. Bernlef, J.J. Oversteegen, Doeschka Meijsing en F.F.L. Boenders - is er een nominatierapport opgesteld en uit de genomineerden is of wordt in de maand mei de winnaar bekendgemaakt.
□ Carlos Alleene heeft een aantal interviews uit Spectator en Het Volk gebundeld tot Schrijvers zijn ook maar mensen (Antwerpen enz., Manteau, 1987; 240 p.; ƒ 29,50). Het daarbij gehanteerde selectiecriterium wordt uiteengezet op p. 8: niet in aanmerking kwamen de ‘boeiende ontmoetingen’ met Marnix Gijsen, Paul Snoek, Gerard Walschap e.a.; ook de ‘prominente Nederlandse auteurs’ Krol, Wolkers, Hermans, Biesheuvel, Hotz en Mulisch heeft hij in zijn map laten zitten. Wie er dan wel in staan? Walter van den Broeck, Paul de Wispelaere, Paul Koeck, Piet van Aken, Willy Spillebeen, Jos Vandeloo, Claude van de Berge, Hugo Claus, Herman de Coninck, Ward Ruyslinck, Monika van Paemel, Herman Portocarero, Johnny Van Tegenbos, Greta Seghers, Jef Geeraerts en Ivo Michiels.
□ Het opnieuw instellen van de bekroning van de Best Verzorgde Boeken door de cpnb in 1986 is met zodanige instemming begroet, dat een jury ook uit de produktie van 1987 een keuze zal maken. Ditmaal zullen Hugues Boekraad, Jan Bons, Niek Smaal, Frans Spruijt en Gerard Unger vijftig uitgaven bekronen (of: hebben inmiddels bekroond, want het juryrapport wordt in mei verwacht) die opvallen door de vormgeving, typografie en kwaliteit van het grafisch werk. Ook dit jaar zullen de bekroonde werken geëxposeerd worden in binnen- en buitenland. Een jonge vormgever - hopelijk een andere dan die van vorig jaar: zie Literatuur 5 (1988), nr. 1, p. 51-52 - zal zich kunnen uitleven op de catalogus.
□ Aan de Rijksuniversiteit Limburg te Maastricht zal op niet al te lange termijn een literaire faculteit toegevoegd worden. Met het oog daarop komen er alvast twee nieuwe leerstoelen: een voor Nederlandse en algemene letterkunde en een voor taalwetenschap.
□ De zetel van de Short Title Catalogue Netherlands (stcn) heeft zich onlangs verplaatst van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag naar de Universiteitsbibliotheek Amsterdam om daar de beschrijving voort te zetten van materiaal uit de periode 1540-1800 dat niet op de kb is.
□ M. van Hattum gaf als eerste deel van een gestencilde reeks Amstelveense Cahiers Helmers en France uit. Het betreft een editie van het dagboek dat J.F. Helmers bijhield tijdens zijn reis naar en verblijf in Parijs in 1802. De editie bevat behalve het dagboek met commentaar, de brieven die Helmers schreef aan zijn echtgenote en aan Pieter van Winter. Het boekje, dat 108 pagina's telt, heeft tevens een persoons- en geografisch register. Men kan Helmers en France bestellen bij M. van Hattum, Fokkerlaan 36, 1185 jc Amstelveen of door overmaking van ƒ 12,50 op postrekening 3084288 van Van Hattum.
□ Stichting Dimensie schrijft voor 1988 opnieuw een Opstellen Prijsvraag uit betreffende het klassiek erfgoed in de Nederlandse letteren. Belangstellenden kunnen een reglement met een nadere thema-omschrijving aanvragen op het volgende adres: Secretariaat Dimensie Opstellen-Prijsvraag 1988, Postbus 11227, 2301 ee Leiden. Inzendingen voor deze prijsvraag moeten voor 30 juni 1988 bij Dimensie binnen zijn.
□ Zojuist is weer verschenen de index van de Vrij Nederland Boekenbijlage 1987, samengesteld door Cees Snijder. Via deze index zijn alle artikelen, recensies, interviews en reportages inzake literaire onderwerpen terug te vinden, die zijn gepubliceerd in de Boekenbijlage, de Vrij Nederland-krant, de Blauw Geruite Kiel en het Kleurkatern. Bestellen door overmaking van ƒ 4,95 op gironummer 2128616 t.n.v. lezersservice Vrij Nederland, Amsterdam, met vermelding van index 87.
Suggesties voor deze rubriek aan: Instituut voor Neerlandistiek, Spuistraat 134, kamer 456 (afd. DNL), 1012 VB Amsterdam, tel. 020-5254717
|
|