| |
| |
| |
Genootschapsleven 8
E.B.M.J. Blomme
De kring, de kroniek en de weduwe
Het is een uur of acht 's avonds als zeven leden van de Leeskring Noord-Holland zich in de woonkamer van een Haarlems herenhuis verzameld hebben. In afwachting van nummer acht wordt de koffie vast geserveerd terwijl de foto's van het laatste uitstapje rondgaan: een huis op een heuvel, en zes strakke gezichten aan een graf op een Haagse begraafplaats. Zoals een van de foto's laat zien, is het graf van Simon Vestdijk. Het huis op de heuvel stond model voor een huis in diens roman Een huisbewaarder.
Als het gezelschap compleet is, steekt de neerlandicus Han Veelders van wal. Hij heeft het een en ander nageslagen en houdt nu een inleiding over het boek dat vanavond centraal staat. Het is Heden ik, morgen gij, een coproduktie van Simon Vestdijk en Hendrik Marsman. Aan de hand van secundaire literatuur, en met name het artikel van mevrouw Rienstra in de Vestdijkkroniek over de brievenromans van Vestdijk, wordt uit de doeken gedaan welke tijdgenoten van Vestdijk en Marsman model hebben gestaan voor de diverse personages in deze roman. ‘Het is wel leuk dat we afgelopen zomer in Den Haag waren, want Simon woonde nog in Den Haag bij zijn moeder toen hij deze brieven schreef,’ vertelt de inleider. De overige aanwezigen luisteren geboeid.
| |
Weergaloze stijl
De leeskring Noord-Holland is één van de zeven leeskringen die de Vestdijkkring in Nederland rijk is. Naast
foto's: e.b.m.j. blomme, amsterdam
Theo Verstraten (I): ‘Nog nooit heeft een gesprek zich herhaald’
vier neerlandici maken een politicoloog, een psycholoog, een dokters-assistente, een administrateur, een apotheker, een advocaat en een fysicus deel uit van dit gezelschap. Vier van hen geven les aan een Haarlems lyceum. Tien keer per jaar stuurt Theo Verstraten, coördinator van de Noordhollandse leeskring, een ‘convocaat’ aan de twaalf leden. Een ‘harde kern’ van vijf Vestdijkliefhebbers bezoekt de bijeenkomsten trouw.
Nodigt een brievenroman als Heden ik, morgen gij uit tot het naslaan van biografische gegevens, normaliter zijn bij een boekbespreking toch vooral vorm en thematiek aan de orde, zo wordt mij verzekerd. En inmiddels zijn in deze leeskring zo goed als alle romans van Vestdijk de revue gepasseerd. Twee jaar terug las men in één jaar tijd de hele Anton Wachter-serie. Daarnaast maakte men zo nu en dan uitstapjes naar Proust, Joyce en Kafka.
‘We praten nu al tien jaar over zijn boeken en nog nooit heeft een gesprek zich herhaald,’ zegt Theo Verstraten, ‘zo veelzijdig is Vestdijks werk.’
Maar ondanks de bewondering voor zijn veelzijdigheid, kent de waardering voor Vestdijk ook haar grenzen. ‘We zijn geen fanclub,’ zegt een van de leden. ‘Sommige boeken vonden we niet boeiend. Over Rumeiland waren we over het algemeen vrij negatief. En over Een huisbewaarder en Het spook en de schaduw waren we ook niet erg enthousiast.’
‘Maar al is de plot wat minder, dan kun je toch altijd nog van zijn weergaloze stijl genieten,’ vult een ander hem aan. ‘Zelfs bij een rot-roman is er wel iets naar boven te halen.’ Waardering had men vooral voor Terug tot Ina Damman en De koperen tuin.
Als de inleider zijn betoog heeft afgerond, wisselt men leeservaringen uit, en tot slot worden er afspraken gemaakt voor de volgende bijeenkomst. Een gastheer werpt zich al gauw op. Het boek dat zal worden besproken is De overnachting. ‘Wie wil dat voorbereiden?’ vraagt de coördinator. Na een korte stilte neemt hij zelf de taak op zich.
| |
Rare Vestdijkiaan
‘Nooit, ik heb er nog nooit een bezocht,’ zegt Jean Brüll, bestuurslid en documentalist van de Vestdijkkring, over de leeskringen. ‘Ik ben een rare Vestdijkiaan. Ik denk dat ik na 1971 of zo niets meer van Vestdijk gelezen heb. Op een gegeven moment zit je als een postzegelverzamelaar de boel bij elkaar te graaien, en als een boekhouder dat te ordenen.’
In 1972 begon de spoorwegambtenaar Brüll alles wat
| |
| |
Jean Brüll: ‘Ik ben een rare Vestdijkiaan’
er van en over Vestdijk in Forum was verschenen te inventariseren. Daarna ging hij verder met andere tijdschriften: Het woord, Libertinage, Critisch Bulletin, totdat hij uiteindelijk alle letterkundige, taalkundige en algemeen culturele tijdschriften in Nederland had nageplozen. Het resultaat was een publikatie in zes delen bij hes Publishers.
Momenteel wordt zijn bureau gesierd door een lijvige ordner met de uitnodigende titel De receptie van Vestdijk, waarin alle Vestdijkiana tot 1983 staan vermeld. Vanaf januari 1983 wordt alles wat hij van en over Vestdijk tegenkomt, opgenomen in de rubriek ‘Vestdijkiana Extrachronica’ van de Vestdijkkroniek.
In 1985 werd Brüll voor zijn uitzonderlijke bibliografische inspanningen beloond met het lidmaatschap van de Nederlandse Maatschappij voor Letterkunde. ‘Maar’, zegt hij, ‘de verzamelwoede hangt me nu toch wel aardig de keel uit.’
| |
Eb en vloed
De Vestdijkkring bestaat ruim vijftien jaar. Brüll was al vroeg lid en heeft in het ledenbestand dan ook een ‘heel laag nummer’. Eerste voorzitter was professor Albeda, de latere minister, ‘ook een heel laag nummer’ zegt Brüll.
Het begon met een berichtje in het Blad voor de Rotterdamse Academische Gemeenschap van 10 december 1971 onder de kop: ‘Vestdijk fanclub opgericht’. Het was ondertekend door Ria Albers, de toenmalige secretaresse van Albeda. ‘Deze benaming zal uiteraard nog worden herzien,’ schreef ze.
Bij de eerste bijeenkomst telde men vijftig leden, een aantal dat snel toenam naarmate de pers meer aandacht aan het genootschap wijdde. Binnen anderhalf jaar had men om en nabij de vijfhonderd leden, en dat is sindsdien vrij constant gebleven, ook al is men de zeshonderd wel eens gepasseerd. Brüll: ‘Het is een vrij rustige stroom van eb en vloed, maar je houdt dezelfde hoeveelheid water in de kolk.’
| |
Niets literairs
‘De Vestdijkkring is er in de eerste plaats voor de lezers, het is een lezersvereniging,’ schreef Ria den Hartog bij het tienjarig bestaan in Bzzlletin (februari 1982). Het bestuur bestaat uit zeven personen, die Brüll omschrijft als ‘een voorzitter, een secretaris, een penningmeester, een geluidsjager, een krantenknipper, een leeskringenman en een algemeen lid’ Sinds 1973 beschikt de Vestdijkkring over de Vestdijkkroniek, een autonoom opererend blad met zes redacteuren. Daarnaast verschijnt een maal per jaar het Mededelingenblad waarmee berichten van huishoudelijke aard onder de leden worden verspreid.
Opmerkelijk is, dat de activiteiten die de Vestdijkkring ontplooit vaak coprodukties zijn. Ria Albers in Bzzlletin: ‘Aan samenwerkingsverbanden hecht de Vestdijkkring veel belang omdat zij graag een groter publiek wil bereiken dan alleen de geïnteresseerden die zij tot haar leden telt.’ Zo wordt eens in de twee jaar een symposium georganiseerd in samenwerking met de Internationale School voor Wijsbegeerte in Leusden. In oktober vorig jaar was het onderwerp ‘Vestdijk als vertaler’, waar ruim vijftig geïnteresseerden op afkwamen. Een eerder symposium over ‘De toekomst der religie’ organiseerde men vanwege de overweldigende belangstelling nog een tweede keer. Andere symposia-onderwerpen waren: Vestdijk in de muziek, en de historische romans van Vestdijk.
Bovendien kent men een samenwerkingsverband met het Centraal Comité 1945 te Harlingen. Het is dit Comité dat eens in de twee jaar de Anton Wachterprijs uitreikt als aanmoedigingsprijs voor een jonge debuterende schrijver In het programma rondom deze prijsuitreiking participeert de Vestdijkkring door een voordracht te verzorgen.
En dan is er nog de jaarvergadering. Die vindt
| |
| |
De ontwikkeling van de Vestdijkkroniek vanaf het eerste nummer uit 1973
meestal aan het begin van het jaar plaats, en ook daar wordt altijd een spreker voor uitgenodigd. Bij de laatste jaarvergadering, onlangs in februari, sprak bestuurslid Max Nord, die met Vestdijk samenwerkte bij Het Parool, over Pastorale 43 en Bevrijdingsfeest.
Maar vindt die jaarvergadering dan niet plaats op de verjaardag van Vestdijk?
Brüll: ‘Wanneer is-ie jarig...17 oktober. Nee, daar wordt helemaal geen rekening mee gehouden. In het begin van de samenwerking met het Centraal Comité 1945 viel zo'n dag in Harlingen op 17 oktober, en toen heeft mevrouw Vestdijk te kennen gegeven dat ze dat niet zo aardig vond. Maar eigenlijk interesseert het geen hond wanneer zo'n man nou jarig was. Dat heeft ook niets literairs. Dat is nou echt fanclub werk.’
| |
Neutraal
‘Ik weet niet of de familie Vestdijk ook lid is. Mieke Vestdijk is erevoorzitster, maar of je als erevoorzitster ook betalend lid moet zijn? (Brüll rommelt wat in een computeruitdraai). Ja hoor, hier zie ik mevrouw Vestdijk, op nummer duizend. Dat zal wel een computer-indicatie zijn. Samenwerkingscontact tussen het bestuur en de weduwe van Vestdijk is er eigenlijk niet. Nee, wij opereren onafhankelijk van de erven Vestdijk. Vroeger zagen we mevrouw Vestdijk vaak op de jaarvergadering gewoon tussen het publiek zitten, maar de laatste jaren is ze niet meer geweest.’
Maar wie herinnert zich niet de commotie die in 1984 ontstond nadat Mieke Vestdijk in de Vestdijkkroniek een proefhoofdstuk van de Vestdijk-biografie met de grond gelijk had gemaakt. Het bestuur reageerde verontwaardigd op de werkwijze van de redactie, maar beide stonden op het standpunt dat de redactie autonoom was. Sindsdien houdt de Vestdijkkring zich angstvallig op de achtergrond als het om de Vestdijk-biografie gaat. Een plan om door middel van inlegkaartjes in de biografie te proberen wat leden te werven, werd niet uitgevoerd, ‘omdat dat toch een vorm van illoyaliteit is tegenover mevrouw Vestdijk,’ aldus Brüll. ‘We weten allemaal hoe fel ze tegen die biografie was. Ze is erevoorzitster van de Vestdijkkring, en dus willen wij neutraal blijven in dat conflict. Je houdt op neutraal te zijn als je die biografie dan toch gebruikt om leden te werven.’
‘Ik weet van een heleboel mensen dat ze blij zijn dat die biografie er is. Twee bestuursleden, Max Nord en ik, hebben op persoonlijke titel een aantal dingen gedaan, maar als Vestdijkkring besteden we er geen extra aandacht aan. En dat is een heel bewuste keuze. In feite hebben we er ook niks mee te maken. Er verschijnen zoveel boeken over Vestdijk. Aan de andere kant denk ik dat de redactie best bereid is om een bespreking op te nemen in die Kroniek.’
| |
Gemakkelijke prooi
Rudi van der Paardt is classicus en doceert aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Toen hij in 1971 promoveerde, poneerde hij in zijn laatste stelling dat de uitspraak van de ‘practical joker’ Marja, dat het wel aardig zou zijn als er een echte Vestdijkkring met een echte Vestdijkkroniek zou bestaan, een uitspraak was die in weerwil van Marja's reputatie geheel serieus genomen moest
| |
| |
worden. Dat hij vijftien jaar later eindredacteur zou worden van de kroniek die hij daar verdedigde, wist Van der Paardt toen nog niet.
Desgevraagd laat de eindredacteur weten dat de redactie inderdaad plannen heeft om enige aandacht aan de biografie te besteden. Van der Paardt: ‘Daar kun je uiteraard niet omheen. Ook wij kenden de vrees dat Vissers biografie niet zo verschrikkelijk goed zou worden. Maar als je ziet wat er voor kritiek op losgekomen is! Die vind ik echt treurig, of lachwekkend, wat je wilt. Die kritiek is zó eenzijdig negatief, terwijl Visser toch heel veel nieuws boven tafel heeft gebracht. Maar niemand die daar iets over zegt! Men valt alleen over de presentatie. En dat wisten we natuurlijk van tevoren. Visser is geen vakman. Een neerlandicus zou het heel anders hebben gedaan. Het is een klunzig boek, ongetwijfeld, maar dit is een te gemakkelijke prooi.’
Van de Vestdijkkroniek zijn inmiddels veertien jaargangen verschenen. Het vroegere ‘clubblad’, met verslagen uit leeskringen en nieuws dat de huidige eindredacteur nu als ‘prietpraat’ en ‘apekool’ betitelt, groeide uit tot een gedegen kwartaaluitgave in een oplage van 800 exemplaren. Het wordt uiteraard onder de leden verspreid, maar daarnaast is het ook in de losse verkoop. Het nummer met het geruchtmakende artikel van de weduwe Vestdijk was binnen twee dagen uitverkocht, vertelt Van der Paardt.
Om kopij zit men zeker niet verlegen. Literatuurwetenschappers voeren nu de boventoon en een aantal vakkundige Vestdijk-publicisten levert regelmatig bijdragen aan het blad. De redactie bestaat momenteel uit mensen die ‘toch meer in de constanten in het werk van Vestdijk geïnteresseerd zijn, dan in het leven van de schrijver’, aldus Van der Paardt. ‘En dat heeft zijn weerslag op het soort nummers dat we maken. Het worden steeds meer themanummers.’
| |
Bepaalde leden
Van der Paardt spreekt van ‘een blad voor liefhebbers met de pretenties van een wetenschappelijk tijdschrift. En het is als zodanig, dunkt me, ook geslaagd. De redactie vindt niet dat zij op haar hurken moet gaan zitten. Bepaalde leden van de Vestdijkkring vinden het wel te academisch en te moeilijk. De auteurs doen natuurlijk ook een beroep op een behoorlijke kennis, maar Vestdijk is een zeer moeilijke auteur, en wie iets van Vestdijk begrijpt, kan ook die artikelen lezen. Begrijp je die niet, dan hoor je hier ook eigenlijk niet thuis. Vestdijk
Rudi van der Paardt: ‘Vestdijk selecteert zijn lezers’
selecteert zijn eigen lezers.’
De kwaliteit van het blad is bovendien een voorwaarde voor de subsidie die de Vestdijkkroniek sinds 1981 van wvc ontvangt. Loopt men niet het gevaar dat het bezuinigingsmes ook de Vestdijkkroniek treft?
‘Ik weet dat er bij wvc, met name door Peter Berger, een rationaliseringsproces gestimuleerd wordt. Voor zover ik kan nagaan heeft hij in zijn hoofd geprent: Er zijn veel te veel gesubsidieerde literaire tijdschriften - daar moeten we de helft van opheffen, en daar moeten enkele leuke nieuwe bladen voor in de plaats komen. En ik merk wel dat hij niet zo veel voelt voor tijdschriften als Over Multatuli, Achterbergkroniek, Vestdijkkroniek en dergelijke. Maar zolang er nog geen nieuwe oekaze is, voldoen wij aan de voorwaarden die aan de subsidie verbonden zijn, en ik verwacht dus niet dat die subsidie stopgezet zal worden.’
‘Je moet eerlijk zijn, zoiets houdt natuurlijk een keer op. Er is een Vondelkroniek geweest, die heeft het geloof ik elf jaar volgehouden. Wij zijn nu ook al ruim elf jaar bezig, en je kunt je voorstellen dat de belangstelling voor Vestdijk op een gegeven moment zal afnemen. Maar doordat er steeds weer iets gebeurt, net als zo'n biografie, zal die belangstelling voorlopig nog wel blijven bestaan.’
Men kan zich als lid-abonnee van de Vestdijkkring opgeven bij drs. N. Salet, 2e De Carpentierstraat 157, 2595 hj Den Haag. Het lidmaatschapsgeld bedraagt ƒ 45, - per jaar, te voldoen op postgiro 26.52.301, t.n.v. de penningmeester van de Vestdijkkring te Prinsenbeek. |
|