Signalement
In dienst van de tekst
Het aantal soorten tekstinterpretatie is even groot als het aantal interpretatoren. Dat blijkt weer eens, overigens op bijzonder aangename wijze, uit de zeventien interpretaties van poëzie die verzameld zijn in In dienst van de tekst, een bundel die verschenen is bij het afscheid van Wouter Voskuilen als medewerker taalkunde aan het Instituut voor Neerlandistiek in Amsterdam (Amsterdam, Huis aan de drie grachten, 1987; 136 p. waarvan 116-136 in een los katern met de behandelde gedichten; f 29,50). De redacteuren Camiel Hamans, Jan Luif en Ina Schermer hebben behalve zichzelf nog veertien mensen bereid gevonden een gedicht naar eigen keuze op taalkundige, filologische, literaire of historische wijze of een combinatie daarvan te interpreteren.
Wat Frida Balk met Dryade van Achterberg doet, is duidelijk anders dan de behandeling die Het daghet inden oosten ten deel valt door Ton Duinhoven. En zo zijn er verder de benaderingswijzen door Els Elffers van Goethe, door Gerard Elshout van Ischa Meijer, door Camiel Hamans van Achterberg, door Jaap Hoogteijling van Jacob Hiegentlich, door Frans van Houten van Wilfred Smit en door Wim Klooster van Leo Vroman.
Jan Kuijper heeft het ook over een gedicht van Wilfred Smit, Arie Lambo interpreteert Rhijnvis Feith, Jan Luif schrijft over Vasalis, Truida Lijphart over Breytenbach, Hans Maureau over Ida Gerhardt, Ina Schermer over Judith Herzberg, Henk Verkuyl over Kopland, George Vis over Nijhoff en Willem Wilmink behandelt Ketelbinkie van Anton Beuving.
Wouter Voskuilen kan tevreden zijn met zowel de inhoud van deze gevarieerde bundel als met de boekverzorging van Jan Willem Stas en het omslag van Oey Tjeng Sit.
PJV