Literatuur. Jaargang 4
(1987)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 277]
| |
Bijschrift
| |
[pagina 278]
| |
en ideologische evoluties bepaald. De drukkers vroegen voor hun massa-oplagen een uniforme schrijfwijze, het centralistisch gezag eiste een eenheidstaal. Een fonologiserende spelling is uit den boze, omdat elke dialectgebruiker dan zijn eigen variant gebruikt. Zo las ik onlangs in een brief van een Amsterdammer over de ‘sneeuwflokjes’ die hij had gezien. tweede stelling: We hebben één spelling nodig en geen twee. Voor alle informatieverwerking is het veel efficiënter en economischer maar één spelling te hebben. Dat geldt zowel voor de tekstverwerkers, die binnenkort de spelling van al onze drukwerken zullen automatiseren als voor de informatieverwerkers die wij zelf zijn wanneer wij als kleuter of vreemdeling onze taal leren. Dat bijna niemand in ons taalgebied foutloos kan spellen, komt ondermeer doordat wij voortdurend met twee verschillende spellingen worden geconfronteerd. De leerling leest ‘Apoteek’ op straat en moet op school ‘Apotheek’ schrijven. derde stelling: Wij hebben geen ‘nieuwe’ spelling nodig. Een nieuwe spelling maakt in één klap alle bestaande teksten oud. Dit betekent een ontzettende geldverspilling, omdat alles omgespeld en herdrukt moet worden. Zo zijn er bij de vorige spellingshervormingen tienduizenden boeken verbrand. Elke nieuwe spelling plaatst weer een barrière tussen ons en ons literair (en ander historisch) erfgoed. Ze brengt een onherstelbare slag toe aan onze culturele ecologie. vierde stelling: De voorkeurspelling verdient de voorkeur boven de progressieve spelling. De progressieve spelling is zo weinig consequent dat niemand haar foutloos kan schrijven, ook niet Vlaamse kranten zoals De Standaard en De Morgen die haar aankleven. Zij leidt bijna automatisch tot een ‘progressievere’, dus ‘nieuwe’, dús verwerpelijke spelling, met vormen als ‘muzeum’, ‘kafé’ en ‘buro’. De voorkeurspelling is ook niet helemaal consequent (‘fotocopie’ vs. ‘kopie’), maar, zoals ik heb ondervonden, best aanleerbaar. Tot die conclusie zijn blijkbaar de meeste instanties gekomen die zich beroepshalve met spellen bezighouden. De allermeeste uitgeverijen spellen conservatief. Zelfs de sun is sinds kort afgestapt van haar excentriciteiten. Dat deden in Vlaanderen ook De Gazet van Antwerpen en Humo. In Nederland houden alleen De Groene en enkele marginalen het been stijf. De tendens gaat echter duidelijk in de richting van de voorkeurspelling. De keuze ligt dus voor de hand. De minst ingrijpende, meest economische en gebruiksvriendelijke oplossing is de voorkeurspelling verplicht te maken. Het doordrukken van de progressieve spelling, waarvoor in bepaalde kringen wordt gelobbyd, zou pakken geld kosten: alle schoolboeken moeten dan herdrukt worden, alle officiële stukken, én het overgrote deel van onze literatuur. Overschakelen op voorkeurspelling betekent alleen dat een paar kranten en tijdschriften hun k's in c's veranderen. vijfde stelling: Creatieve spelling is vrij. Vastheid van spelling houdt natuurlijk niet in dat literatoren en andere creatieve taalgebruikers niet met de spelling mogen spelen. Christine D'haen mag ‘zomerscher’ schrijven, Lucebert ‘jadaammussehere’ en de Nijmeegse studenten ‘axie’. Spel veronderstelt echter regels. Letterspelingen zijn maar mogelijk als de officiële spelling vastligt. Vrijheid vraagt wet, letterkunde vereist letterkunde. |
|