Literatuur. Jaargang 4
(1987)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 159]
| |
Uit het Letterkundig Museum
| |
[pagina 160]
| |
maanden later terugvinden in De Nieuwe Gids van februari 1924, alwaar op p. 172 ‘Zweedsche les’ werd afgedrukt, met titel, opdracht en motto geheel conform de aanwijzing op de door het Letterkundig Museum verworven drukproef. De rangschikking binnen de cyclus (p. 173-180) vertoont intussen diverse afwijkingen van de handschriftelijke tekst. Het eerste gedicht, dat blijkens het handschrift tot stand kwam (15 mei 1923) ‘op de boot van Trälleborg naar Sassnitz’, is in de gedrukte versie tot stand gekomen ‘op de boot van Trälleborg naar 't eiland Rügen’. Het vierde gedicht, ‘Avond-schemering te Stockholm’ kwam geheel te vervallen om plaats te maken voor ‘Saltsjö-Badhotellet’ en te worden gevolgd door v, ‘Haga’ [het Stockholmse park van die naam - H.P.]. Daarna herdrukte Boeken, onder de titel ‘Het vertrek’, als zesde het gedicht dat in het handschrift aanheft ‘Als doornat vogeltjen bespat met slik’, waarna volgen: vii, ‘Groet naar Stavsnäs’ en viii [foutief gezet als xiii-H.P.], ‘Terugblik’. Evenals ‘Haga’ ontbreekt viii in de handschriftelijke reeks. Dit laatste gedicht kan worden aangetroffen in de hierboven genoemde bundel Proza en poëzie, p. 144-145, alwaar het - minus de laatste strofe - wordt geciteerd in een brief die Hein Boeken op 2 augustus 1923 aan een van zijn vriendinnen vanuit Kortenhoef verzond. Moraal van dit verhaal: ook de nederige drukproef van een gedicht van een uitgesproken minor poet wordt in het Letterkundig Museum bejegend met een aandacht die aan een hartelijk huldebetoon nabijkomt. Harry G.M. Prick | |
Vers voor de persBij de voorjaarsaanbiedingen 1987 van de Nederlandse uitgeverijen zoals die ieder jaar op de informatiemarkt ‘Vers voor de pers’ gepresenteerd worden, zitten ook altijd enige beloftes op langere termijn. Daaruit kunnen de volgende titels op het gebied van de neerlandistiek gebloemleesd worden. Bij de Amsterdamse uitgever aramith wordt voor september een geheel herziene uitgave aangekondigd van het tot nu toe als Prisma verkrijgbare boekje van Ben Engelhart en Frans de Clercq over 50 eeuwen schrift. Als nieuwe auteur is daarvoor aangetrokken de mediaevist Jan Willem Klein. De arbeiderspers hoopt in mei het door Wam de Moor en Henriëtte Bossinade verzamelde nagelaten proza en toneel van J. van Oudshoorn op de markt te brengen onder de titel Marionetten, evenals essays van Huug Kaleis over W.F. Hermans, getiteld De God Denkbaar uit zijn droom ontwaakt. Jaap Goedegebuures Decadentie en literatuur moet dan al in de winkel liggen. Na de complete Vondel van Verwey, heruitgegeven door Marijke Spies en Mieke Smits-Veldt, brengt uitgever becht aan het eind van het voorjaar alle liederen van Vondel waarvan de oorspronkelijke melodie bekend is. Vondel vocaal wordt verzorgd door Marijke Spies en Kees de Bruijn. Bij elsevier verschijnt een nieuwe uitgave van Busken Huets Het land van Rembrand, van een inleiding voorzien door Olf Praamstra. De Briefwisseling van Betje Wolff en Aagje Deken wordt met een inleiding en aantekeningen van P.J. Buijnsters uitgegeven voor hes in Utrecht. Als derde deel in de serie ‘Archief Ritter’ kondigt dezelfde uitgever de briefwisseling aan tussen Ritter en Dirk Coster over de periode 1920-1956, uiteraard weer verzorgd door Jan van Herpen en met als titel De meest Delftse Delftenaar. Ten slotte verschijnt ook bij hes het proefschrift van Bert Pol, Romanbeschouwing in voorredes, een onderzoek naar het denken over de roman in Nederland tussen 1600 en 1755. In september aanstaande zal bij kwadraat de reeds lang aangekondigde biografie van Vestdijk door Hans Visser verschijnen onder de niet bijster originele titel: Simon Vestdijk, een schrijversleven. Kwadraat kondigt verder voor het eind van het jaar een kalender en een agenda aan voor 1988, namelijk een Historische kalender 1988, de Gouden Eeuw en De literaire agenda 1988, Geld en letteren. De kalender wordt het resultaat van een ‘samenwerkingsproject van een grote groep historici, kunsthistorici, musicologen, letterkundigen en vele specialisten meer’ en zal per dag allerlei ‘kleine verhaaltjes [bevatten] die op dezelfde dag in Nederlands’ bloeiperiode gebeurd zijn, met een prent en citaat’, aldus de folder. De agenda wordt samengesteld onder redactie van Martin van Amerongen, Boudewijn Büch en Adriaan van Dis. manteau kondigt een nieuw deeltje aan in de serie ‘Grote ontmoetingen’, namelijk over Paul de Wispelaere door Paul van Aken. Het staat genoteerd voor september 1987. Eveneens in september moet voor de liefhebber de Multatuli encyclopedie van K. ter Laan beschikbaar komen. Dit boek waarover in het Multatuli-genootschap het een en ander te doen geweest is, verschijnt bij nijgh & van ditmar. Uitgeverij Joost nijsen komt met de monografie van Hans Renders over het surrealisme in Nederland: Verijdelde dromen. Een surrealistisch avontuur tussen De Stijl en Cobra. René van Stipriaan is bezig met het samenstellen van een Dagboekkalender 1988, een selectie uit fictieve en authentieke dagboeken van alle tijden. Onder redactie van Ser J.L. Prop, K. Schippers en Erica Stigter verschijnen in september twee delen Brieven van Jan Hanlo. In welke vorm deze boeken zullen verschijnen laat uitgever van oorschot voor | |
[pagina 161]
| |
een deel afhangen van het publiek. Als van te voren vaststaat dat er belangstelling genoeg is (namelijk 500 exemplaren) voor een paperback-uitgave van f 99,-, dan kan de prijs van de gebonden uitgave beperkt blijven tot f 130,-. Is dat niet het geval, dan verschijnt uitsluitend de gebonden uitgave voor f 180,-. Het telefoonnummer van Van Oorschot is 020-231484. Men kan dan tevens het eveneens voor september aangekondigde boek van Rob Nieuwenhuys over De mythe van Lebak bestellen, of De handen van de zeven zusters, een ‘zeer gevarieerde bundel’ van huistypograaf Gerrit Noordzij. querido is de uitgever van de Couperus-biografie van F. Bastet en van weer drie nieuwe deeltjes in de ‘Griffioen-serie’, te weten 't Is al vrouwenwerk, refreinen en andere gedichten van Anna Bijns, samengesteld door Herman Pleij; Constantijn Huygens' Mijn jeugd, vertaald door Chris Heesakkers; en Elisabeth Maria Posts Het land, in brieven, toegelicht door Bert Paasman. Literatuur als leven is de titel van een monografie van Sjoerd van Faassen over Jan Greshoff. Het werk verschijnt in september bij Thomas rap. Bij dezelfde uitgever komt een boek van Gerard Muller, Literair Ibiza, over de Nederlandse kunstenaar op dat mediterrane eiland. Bij wolters-noordhoff/forsten tenslotte verschijnt een overzicht van de geschiedenis van de klassieke retorica van de hand van A.D. Leeman en A.C. Braet: Klassieke retorica; haar inhoud, functie en betekenis. PJV | |
Documentatiedag 's-Gravenhage 17 juniHet programma van de in nummer 1 van deze jaargang (p. 42) kort aangekondigde documentatiedag onder auspiciën van de Werkgroep voor de Documentatie der Nederlandse Letteren is intussen bekend. Op 17 juni aanstaande zal in de aula van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag het bibliografisch onderzoek binnen de neerlandistiek centraal staan. Het is de bedoeling om aan de hand van korte referaten studenten en vakgenoten een beeld te geven van de mogelijkheden en moeilijkheden bij het vervaardigen van bibliografisch apparaat. De ochtendzitting wordt gewijd aan aspecten van de persoonsbibliografie, terwijl de middag meer in het teken van de genrebibliografie zal staan. Het programma ziet er (met het nodige voorbehoud) als volgt uit: 10.00-10.30 uur Ontvangst - koffie 10.30- 10.35 uur Opening 10.35-12.30 uur Vijf sprekers over de persoonsbibliografie, te weten: drs. D. Welsink: Mogelijkheden en onmogelijkheden bij bibliografisch onderzoek; prof. dr. P.J. Buijnsters: Over de Wolff en Deken-bibliografie; dr. P.J. Verkruijsse: Over de Smallegange-, Bredero- en Van der Plassebibliografie; prof. dr. J. Gerritsen: Gedachten over een Vondel-bibliografie; drs. A.M. Böhm: Bibliografische problemen in het werk van Cd. Busken Huet. 12.30- 13.30 uur Lunch 13.30- 15.30 uur Vijf sprekers over de genrebibliografie, te weten: H. Meeus, lic.: Het Repertorium van het ernstige Renaissancedrama in de Nederlanden 1600-1650; drs. P.A.W. van Zonneveld: Inventarisatie van jeugdliteratuur in de 19e eeuw; drs. C.A. Höweler: Naar een bibliografie van Nederlandstalige kunsttheoretische en esthetische geschriften 1670-1820; drs. B. Pol en drs. J. Gielis: Over de Romanbibliografie 1670-1830; drs. P.P. Schmidt: Over de bibliografie van kluchtboeken. 15.30 uur Thee, waarna een demonstratie volgt van het on-line raadplegen van de bestanden van de stcn en de bntl, verzorgd door het pica-bureau. ca. 16.30 uur Einde. Deelnemers aan deze dag wordt verzocht liefst per omgaande, doch uiterlijk vóór 1 juni 1987 een bedrag van f 12,50 (koffie/lunch/thee) over te maken op postgiro 2108539 van de penningmeester van de Werkgroep voor de Documentatie te Hilversum onder vermelding van ‘documentatiedag’. De deelname staat open voor iedere geïnteresseerde. B.P.M. Dongelmans, C.A.J. Thomassen, D. Welsink | |
Angelo en RosannaIn schouwburg Amphion te Doetinchem vond op 17 maart jongstleden de première plaats van het nieuwste stuk van Lodewijk de Boer: Angelo en Rosanna. De opvoering werd verzorgdAngelo en Rosanna
hans gerritsen, nijmegen door Toneelgroep Theater. Na De Pornograaf is dit het eerste nieuwe stuk waarmee De Boer naar buiten treedt. Bij het schrijven van Angelo en Rosanna heeft De Boer zich niet alleen laten inspireren door Shakespeare's Othello, maar vooral door diens inspirator de zestiendeeeuwse Italiaanse auteur Giambattis- | |
[pagina 162]
| |
ta Giraldi Cintio met zijn novelle Un Capitano Moro. Angelo en Rosanna is gesitueerd in het milieu van de Italiaanse maffia, een gesloten gemeenschap beheerst door ongeschreven regels, wetten en strikt hiërarchische machtsverhoudingen. De zwarte Angelo heeft de illusie dat hij door zijn huwelijk met de mooie, onschuldige Rosanna in dit blanke milieu een eigen geslacht kan opbouwen. Een illusie die door Vito - een ander machtig lid van de maffia - wreed kapot wordt gemaakt. De spil van het stuk is deze Vito. Sluw en intelligent hanteert hij de taal als geen ander. Hij is de briljante, duivelse schaakmeester en regisseur die het spel leidt. Ondanks dat brengt hij niets tot stand dan kwaad, vernietiging en afbraak. Angelo en Rosanna is een beeldspraak voor de blanke wereld, die uitsluitend dood en vernieling teweeg kan brengen. Zelfs de creativiteit van de zwarte Angelo is ten dode opgeschreven. De taal van Angelo en Rosanna is bedriegelijk. Ze is gespleten als de tong van een bedrieger. En als de taal de ziel weerspiegelt - zoals de wijsgeer Seneca tweeduizend jaar geleden beweerde - dan kunnen we de twintigste-eeuwse ziel beter op de mestvaalt gooien. Angelo en Rosanna wordt gespeeld door: Glenn Durfort (Angelo), Metta Gramberg (Rosanna), Gees Linnebank (Vito), Jim Berghout, Peter Bolhuis, Edmond Classen, Jan van Eijndthoven, Barbara Gozens en Geert de Jong. De regie is in handen van Theu Boermans, die was verbonden aan het Amsterdams Toneel, het Publiekstheater en Globe. Frank Raven tekent voor decor en kostuums. Angelo en Rosanna is nog te zien op de volgende data en in de daarbij genoemde plaatsen: 7 mei in Amstelveen; 9 mei in Enschede; 12 mei in Meppel; 15 mei in 's-Hertogenbosch; 27 tot en met 30 mei in Arnhem. Toneelgroep Theater | |
Literaire prijzenHet reeds lang aangekondigde boek over de Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 is nog juist in het kalenderjaar 1986 verschenen. Het werd in 1968 begonnen door Hubert Michaël, na zijn dood in 1978 voortgezet door Dorine Raaff en na haar overlijden in 1985 voltooid door Aart Hoekman. Het boekwerk van 368 pagina's staat onder auspiciën van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum en is uitgegeven door de Staatsuitgeverij. Opgesomd worden de laureaten, de titel van het bekroonde werk, het bedrag van de prijs en de samenstelling van de jury van niet minder dan 18 staatsprijzen (waarvan de helft tot stand kwam in de oorlogsjaren!), 15 provinciale, 41 gemeentelijke en 122 particuliere prijzen. Vier registers wijzen de weg in dit literair luilekkerland, te weten een register op prijzen, op prijsuitreikende instanties, op prijswinnaars en op juryleden. Als aanvullingen van na 1985 op dit boek hebben wij de volgende bekroningen bijeen gelezen. Kees Verheul heeft voor zijn prozadebuut Een jongen met vier benen een nieuw ingestelde prijs van f 5000.- gekregen van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. De jury bestond uit Everhard Huizing, Doeschka Meijsing en Rob Schouten. De poëzie-aanmoedigingsprijs ging naar B. Zwaal voor zijn bundel Fiere miniature. De Grote Nederlandse Larousse Prijs voor het populariseren van wetenschap werd op 15 april 1986 uitgereikt aan de werkgroep die het BulkBoek Vensters naar vroeger had samengesteld. De eerste G.W.J. Paagmanprijs, groot f 3000,-, werd toegekend aan Kees van Kooten. De prijs is ingesteld door de Haagse boekhandel Paagman, wordt tweemaal in vijf jaar uitgereikt, eenmaal aan een auteur en eenmaal aan een instelling die zich verdienstelijk heeft gemaakt in of voor Den Haag. Ook nieuw is de A. Roland Holst-penning plus f 5000,- bedoeld voor een niet eerder bekroond auteur die tenminste twee dichtbundels heeft gepubliceerd. Aan deze ingewikkelde voorwaarden voldeed Anton Korteweg die de prijs op 24 mei 1986 kreeg uitgereikt in Bergen. De Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 1986 ging naar August Willemse voor zijn roman Braziliaanse brieven. De Henriëtte de Beaufortprijs voor biografieën van dezelfde Maatschappij der Nederlandse Letterkunde was voor Hans Werkmans De wereld van Willem de Mérode. Een niet-literaire prijs voor een dichter komt ook wel voor. Leo Vroman verwierf de Clemson University Award in Basic Science voor zijn onderzoek naar de aanhechting van bloedplaatjes aan verschillende soorten oppervlakten. De Stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek (cpnb) deelde Gouden Griffels uit aan Willem Wilmink voor diens Waar het hart vol van is en aan Joke van Leeuwen voor haar Deesje. Zilveren griffels waren de beloning voor Klop, klop wie is daar? van Tan Koide, Stormboy van Colin Thiele, Tommie Station van Mensje van Keulen, Doldwazen en druiloren van Ulf Stark, Tirannen van Aidan Chambers, Het eiland in de Vogelstraat van Uri Orlev, Verhalen voor een Afrikaanse koning van Humphrey Harman en Italië van Hans Pieter Thiele en Marcus Wuermli. De driejaarlijkse Prijs der Nederlandse Letteren 1986, een bedrag van f 18.000,-, was voor het gehele oeuvre van Hugo Claus. Het was voor het eerst dat de prijs via de Taalunie werd toegekend. Op 16 mei 1986 werd voor de vierde maal de George Orwell-prijs van het Haarlemse dichters- en schrijverscollectief Stichting Groep | |
[pagina 163]
| |
'82 uitgereikt aan Peter Verhelst uit Brugge (eerste prijs f 200,-) en Frank Starik uit Amsterdam (tweede prijs f 50,-). De driejaarlijkse door een scholierenenquête vastgestelde Diepzeeprijs van Wolters-Noordhoff ging in 1986 voor het eerst naar Harry Mulisch voor zijn boek De aanslag. Een commissie van de Stichting Nipkowschijf bepaalde in augustus dat de zilveren Nipkowschijf terecht diende te komen bij Adriaan van Dis voor zijn vpro-programma ‘Hier is Adriaan van Dis’. De Culturele Prijs 1986 van de provincie Drenthe werd toegekend aan Bart Veenstra (pseudoniem van L.H. Hadderingh) voor zijn gehele oeuvre in zowel het Drents als het Nederlands. De prijs bestaat uit een inscriptie en een bedrag van f 2000,-. De Jan Campertstichting heeft een hele serie prijzen te vergeven. De Constantijn Huygens-prijs 1986, f 10.000,- groot, was voor Gerrit Krols gehele oeuvre. De Jan Campertprijs van f 5000,- werd toegekend aan Herman de Coninck voor de dichtbundel De hectaren van het geheugen. De F. Bordewijkprijs (f 5000,-) ging naar de roman De gevarendriehoek van A.F.Th. van der Heijden; de J. Greshoffprijs van eveneens f 5000,- was voor Nee heb je van Renate Rubinstein en de G.H. 's-Gravesandeprijs van ook f 5000,- ging naar Simon Vinkenoog voor zijn stimulerende activiteiten in verband met de poëzie. A.F.Th. van der Heijdens De gevarendriehoek was een dag later ook goed voor de Multatuliprijs van de Stichting Amsterdams Fonds voor de Kunst. Prof. mr. H. de la Fontaine Verwey kreeg de Laurens Jansz. Costerprijs 1986 (f 5000,-) voor zijn verdiensten op het terrein van het boek in de breedste zin van het woord. De jury bestond uit Bob de Graaf, Theo Laurentius en Johan Polak. De eerste Anna Bijnsprijs van f 10.000,- werd toegekend aan de vierentachtigjarige schrijfster Josepha Mendels. De jury bestond uit Frieda Balk-Smit Duyzentkunst, Liesbeth Brandt Corstius, Angèle Manteau, Anja Meulenbelt, Marga Minco en Rudi Wester. De poëzieprijs van het Amsterdams Fonds voor de Kunst, de f 10.000,- grote Herman Gorterprijs, was voor de bundel Alibi van Hugo Claus. De Stripschapprijs 1986 werd op 20 september uitgereikt aan Dick Matena. De debuutprijs voor romans, de Leo J. Krijnprijs ten bedrage van BFr 65.000 werd in 1986 toegekend aan Dirk van Babylon voor zijn roman Het mirakel. Pierre H. Dubois werd intussen onderscheiden met een eredoctoraat door de Universiteit van Luik en de Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg wist Geert van Oorschot te laten erepromoveren. De vijfde Anton Wachterprijs werd in oktober door mevrouw Vestdijk-Van der Hoeven overhandigd aan Wessel te Gussinklo. Deze gebeurtenis was aanleiding tot verhitte discussies in de pers, gevoed door een rede van Frans Kellendonk. De dichter Ton Luiting werd op 4 oktober 1986 benoemd tot Ridder in de Kroonorde van België voor zijn verdiensten in de culturele uitwisselingen tussen Noord en Zuid. De versierselen werden overhandigd door de heer Carrewijn, cultureel attaché van de Belgische ambassade te Den Haag. De internationale jury voor de Charles Nypels-prijs voor typografie was van mening dat deze prijs van f 25.000,- voor de eerste maal moest gaan naar Dieter Roth. De organisatie van Fabrikanten van Grafische Eindproducten (fge) heeft de Gouden Ezelsoor 1986 (plastiek, oorkonde en f 2500,-) toegekend aan Fleur Bourgonje voor haar goed lopende debuutroman Spoorloos. Fleur Bourgonje
Het in 1986 opgerichte genootschap van Nederlandstalige misdaadauteurs heeft een prijs ingesteld, de Gouden Strop, voor de beste Nederlandstalige misdaadroman. Met de prijs van f 10.001,- ging Jef Geeraerts strijken wegens zijn boek De zaak Alzheimer. Het Prins Bernhard Fonds maakte bekend dat de Martinus Nijhoffprijs 1987 toegekend zou worden aan Kees Mercks voor zijn vertalingen van moderne Tsjechische literatuur. Alweer een nieuwe (driejaarlijkse) prijs, ingesteld door Provinciale Staten van Limburg en groot f 10.000,-, is de Frans Erens-prijs. De eerste jury, bestaande uit Harry Prick, W. Bronzwaer, Nop Maas, Marita Mathijsen en Lou Sprinck, bestemde het genoemde bedrag voor Kees Fens. De opnieuw ingestelde Hendrik de Vries-prijs van de stad Groningen ging in 1986 naar Bert Schierbeek. De Visser-Neerlandia-prijs van het Algemeen-Nederlands Verbond was bestemd voor mr. J.L. Heldring, columnist van de nrc, voor zijn ‘le- | |
[pagina 164]
| |
vendige belangstelling voor de Nederlandse taal en cultuur en de samenwerking van Nederland en Vlaanderen’. De provincie Antwerpen heeft telkenjare een aantal premies voor leterkunde beschikbaar. In 1986 waren dat de volgende: de premie voor een kinderboek was voor Gomaar Timmermans' De stille ark; die voor jeugdboeken ging naar Gerda van Erkels Tussen twee oevers; de premie voor poëzie was voor De hectaren van het geheugen van Herman de Coninck; die voor toneelwerk werd vergeven aan Paul Koeck voor De aardemakers; de premie in het beschouwende genre ging naar Gaston Durnez' boek over De Standaard; de romanpremie was voor Het beleg van Laken van Walter van den Broeck en Bert Decorte viel in de prijzen voor zijn gehele oeuvre. De Pierre Bayleprijs van de Rotterdamse Kunststichting werd in januari 1987 toegekend aan Aad Nuis voor zijn kritische literatuurbeschouwingen in Haagse Post en Volkskrant. De prijs bedraagt f 5000,-. In november 1986 werd de literaire-prijzenwereld opgeschrikt, respectievelijk wakker geschud, met de mededeling dat ako b.v. een nieuwe literaire prijs wilde instellen van niet minder dan f 50.000,-. De plannen werden verder uitgewerkt: in januari werd de samenstelling van de jury bekend: mr. Hans van Mierlo voorzitter, Hella Haasse, Kees Fens, Pierre H. Dubois en Paul de Wispelaere. Op 17 mei moet bekend geworden zijn via het t.v.-programma van Adriaan van Dis wie van de genomineerden die halve ton gekregen heeft. En intussen is al het rumoer om de door Max Pam in Vrij Nederland van maart 1986 gelanceerde aanval op het subsidie- en reisbeurzenbeleid van het Fonds voor de Letteren al lang weer vergeten. Alle schandaaltjes uit de prijzenwereld zijn in uitgekristalliseerde en gesublimeerde vorm opgenomen in het dikke prijzenboek van de Staatsuitgeverij. PJV | |
Pieter G. Buckinx overledenDe belangrijkste katholieke dichter in Vlaanderen, Pieter G. Buckinx, is op vrijdag 23 januari te Brussel overleden. Hij werd 83 jaar. Hij heeft twaalf dichtbundels gepubliceerd, waarin hij evolueerde van de zuivere lyriek naar de belijdenislyriek, waarbij de vernieuwing in 1950 werd ingezet met de bundel De verzoeking der armoede. Pieter Geert Buckinx werd in het Limburgse dorp Kortessem geboren op 6 februari 1903. Hij liep college te Tongeren. Als negentienjarige werd hij ambtenaar te Brussel. Aangespoord door zijn vader, die een verdienstelijk dichter was van volksliedjes, begon hij op zijn jonge leeftijd te schrijven. Hij was zeventien toen zijn eerste toneelstuk Kerels werd opgevoerd. Toneel was zijn grote liefde. Hij is ook jarenlang toneelrecensent geweest. Buckinx behoorde tot de dichtersgeneratie van de jaren dertig, die zich groepeerde rond de tijdschriften Vormen en De Tijdstroom, waartoe ook André Demedts, Jan Vercammen, René Verbeeck en Paul de Vree behoorden. Later was hij nog redacteur van Ruimte en Dietsche Warande en Belfort. In 1925 verscheen zijn eerste dichtbundel, De doortocht, waarmee hij onmiddellijk de aandacht trok. Tot zijn belangrijkste latere bundels behoren Wachtvuren (1928), De dans der kristallen (1936), Droomvuur (1940), De vleugelen van Ikaros (1944), De verzoeking der armoede (1950) en Blijdschap is een boom (1969). In 1969 verscheen in de serie ‘Open Kaart’ bij Desclee De Brouwer zijn autobiografie Het ligt voor de hand en in 1982 verschenen zijn Verzamelde gedichten bij Orion. In zijn gedichten noteerde Buckinx als in een dagboek zijn innerlijke ervaringen. Zijn voorkeur voor het mystieke werd door een toenemende belangstelling voor het werk van Ruusbroec nog meer aangewakkerd. Zijn verzen bevatten een bezinning over het menselijk tekort, over de oorsprong en de uiteindelijke bestemming van de mens. Zijn poëzie schommelde dan ook tussen twee polen: de verbondenheid met de aarde, het reële leven, en anderzijds het streven naar vergeestelijking en onthechting aan het aardse. P.G. Buckinx was jarenlang voorzitter van de Vlaamse Poëziedagen. Hij werd onderscheiden met diverse prijzen, zoals de prijs van de provincie Brabant in 1938, de Hendrik van Veldekeprijs in 1941, de prijs der Vlaamse provincies in 1946 en de driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie in 1983. De dichter had de wens te kennen gegeven in zijn geboortedorp te worden begraven. Hij kreeg een ereperk op de gemeentelijke begraafplaats. Het plein voor zijn geboortehuis heet nu het P.G. Buckinxplein. Willem M. Roggeman | |
Nieuwe literatuurmethode: ScriptOp 30 januari van dit jaar vond in het Letterkundig Museum te Den Haag de presentatie plaats van een nieuwe literatuurmethode voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Voor deze methode maakte men gebruik van een onderzoek naar de ervaringen met het letterkundeonderwijs van ruim 250 scholen. Analyse van de daar gebruikte methoden en nieuwe ontwikkelingen in de literatuurwetenschap dienden als basis voor het ontwerpen van deze nieuwe aanpak. Onder redactie van Ton Smulders kwam Script. Literatuur in Noord- en Zuid-Nederland tot stand, een uitgave van Malmberg in 's-Hertogenbosch. | |
[pagina 165]
| |
Bij de presentatie in Den Haag werd de methode geïntroduceerd door een drietal inleiders. J.A.M. van Velthoven, directeur uitgaven van Malmberg, sprak over het belang van literatuur in en voor het onderwijs. Marita Mathijsen hield vervolgens een lezing onder de titel ‘Literatuuronderwijs, of moet er van de parels zwijnenvoer gemaakt worden’. Zij ging daarin uitvoeriger in op de toegankelijkheid van oudere teksten voor scholieren, met name waar het ouder taalgebruik betreft. Anton Korteweg besprak de visualisering van literatuur en maakte daarbij uiteraard gebruik van zijn functie bij het Letterkundig Museum om te wijzen op de collectie en de mogelijkheden daarvan. Aan het slot van de bijeenkomst bood Josefien van Galen met een korte toespraak aan de genodigden het lespakket aan. In Script wordt een literatuurgeschiedenis gepresenteerd met tekstfragmenten, illustraties en begeleidende vragen. Het nieuwe van de methode is het eigentijdse kader waarin de literatuur aangeboden wordt. Men hoopt ermee te bereiken dat leerlingen het gelezene beter op hun eigen leef- en denkwereld kunnen laten aansluiten. Elke periode opent met een inleidend artikel over de politieke, sociale en culturele ontwikkelingen van dat tijdvak. De daarop volgende tekstfragmenten zijn zo gekozen dat ze niet alleen illustratief zijn voor het tijdsbeeld, maar ook voor de beoogde doelgroep goed leesbaar en herkenbaar zijn. Een groot aantal illustraties (in kleur en zwart-wit) van zeer verschillende herkomst verlevendigen de tekst. Smulders nodigde een viertal specialisten uit voor de afzonderlijke perioden: Jan van Herwaarden schrijft over de middeleeuwen; Maria A. Schenkeveld-van der Dussen over de renaissance; Marita Mathijsen over de romantiek; Henk van Galen Last over de periode 1880 tot heden. Naast de boekuitgave werd gezorgd voor een docentenhandleiding met antwoorden op de vragen en opdrachten, leessuggesties voor leerlingen per behandelde periode, didactische tips en adviezen voor het gebruik van audiovisuele hulpmiddelen. Van de uitgave van Script bestaan naast elkaar twee vormen: er is een totaaleditie die f 50,- kost en er is een tweedelige uitgave (middeleeuwen tot 1880; 1880 tot heden) die f 32,50 per deel kost. GvB | |
Videocassette van De aanslagFons Rademakers' verfilming van De aanslag van Harry Mulisch is dus inderdaad met de Oscar voor de beste buitenlandse film bekroond. De definitieve toekenningen van Oscars vond plaats op 30 maart, voor ons te laat om er in deze rubriek uitgebreid op in te kunnen gaan. Intussen was ook al bekend geworden dat de Amerikaanse prijs van de Golden Globe, de op de Oscar na belangrijkste prijs voor tv- en filmprodukties, is toegekend door de jury van het 44ste Golden Globe-festival aan Fons Rademakers' film. Het effect van deze internationale erkenning van een Nederlandse film bleef niet uit. Onmiddellijk na het bekend worden van deze bekroning en de Oscar-nominatie (dus nog voor de feitelijke toekenning) werd de film opnieuw in roulatie gebracht in een aantal Nederlandse bioscopen. Bovendien werd er een videocassette van gemaakt die verspreid werd over de Nederlandse videotheken. De videocassette bevat een bijsluiter met de belangrijkste filmkritieken en een verwijzing naar de boekuitgave van de Bezige Bij. GvB Scène uit De aanslag
| |
[pagina 166]
| |
Commentaren en interpretatiesBij de educatieve uitgeverij Spruyt, Van Mantgem & De Does te Leiden verscheen onlangs het eerste deeltje van de reeks Commentaren bij en interpretaties van Nederlandse letterkundige teksten. De reeks is bestemd voor studenten Nederlands aan universiteiten, lerarenopleidingen, leerlingen van het vwo en in literatuur geïnteresseerden. In de afzonderlijke deeltjes wordt telkens een tekst uit de oudere literatuur besproken, mede aan de hand van de bestaande vakliteratuur. Elk afzonderlijk deeltje volgt een vast patroon van onderwerpen en verstrekte informatie. In acht hoofdstukjes wordt achtereenvolgens een korte samenvatting gegeven van de inhoud, een opstel over de vorm, het genre waar de tekst toe behoort, de indeling van de tekst, iets over tijd, plaats en taalgebruik, over de historische context en de gebruikte stof, over de handeling, de betekenis, het thema of de idee, over auteur en publiek, over de receptie van toen en nu. Een literatuuropgave sluit elk deeltje af. De omvang van de uitgaafjes is ongeveer 44 pagina's. Opzet en omvang maakt de reeks vergelijkbaar met de Memo-deeltjes die op de modernere literatuur gericht zijn. Verschenen is inmiddels een deeltje van dr. J. Pop over Mariken van Nieumeghen en C. van Rijsseles De Spiegel der Minnen. Daarna zullen deeltjes volgen over Beatrijs, Elckerlijc, Lanseloet van Denemerken en Van den Vos Reynaerde. De prijs is f 9,90 per deel. GvB | |
TijdschriftenSinds het vorige overzichtje in Literatuur 3 (1986), p. 197-198, zijn er weer enkele nieuwe tijdschriften of bijzondere afleveringen van nietmeer zo nieuwe periodieken verschenen. Gezelliana jaargang 15 (1986) verscheen als speciaal nummer onder de titel Hulde-album voor prof. dr. Jan Persyn. Op 221 pagina's telt het 14 bijdragen van onder anderen R.F. Lissens, A. Keersmaekers, Christine d'Haen en J.J.M. Westenbroek over Guido Gezelle. Persyn, die afscheid genomen heeft van de Universitaire Faculteiten Sint Ignatius Antwerpen, is ook actief geweest aan het Centrum voor Gezellestudie en in het Guido Gezellegenootschap. Het album bevat tevens een inhoudsopgave van Gezelliana 1 (1970)-15 (1986) en de mededeling dat dit tijdschrift zal fuseren met de Gezellekroniek. De administratie berust bij het Uitgeverscentrum, Kapelsestraat 222, b-2080 Kapellen. De Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap zijn levensvatbaar gebleken: deel 2 (1986) bevat onder meer de tekst van een nog niet eerder uitgegeven ‘sentimenteel-naturalistisch drama’ van Buysse in het Frans. Deel 2 kan men bestellen voor BFr 450 bij de redactiesecretaris A.M. Musschoot, Rijksuniversiteit Gent, Blandijnberg 2, b-9000 Gent. Het ‘wereldtijdschrift voor Vlamingen en andere fabelachtige wezens’ Initiatief heeft in samenwerking met uitgeverij Clumzy het dubbelnummer 29/30 van jaargang 5 (december 1986) door Hubert van Eygen laten vullen met een poëziebloemlezing, getiteld De nieuwe tachtigers (ik ben gevangen in de korst van ellende), 25 jonge Vlaamse dichters. Van Eygen heeft bij het ‘naar boven ploegen van de poëtische ondergrond’ in Vlaanderen zo'n vijfentwintig ‘twendichters’ aangetroffen. Hun biografica en gedichten zijn op 88 bladzijden samengebracht en verkrijgbaar voor BFr 200 bij Initiatief, De Keer 6, b-2220 Wommelgem of Uitgeverij Clumzy, Postbus 140, b-2500 Lier. Het tweemaandelijkse literaire tijdschrift Spreek is volgens mij in 1986 aan zijn eerste jaargang begonnen (de afleveringen hebben alleen een nummer, geen jaargangaanduiding of datering). Het tijdschrift is | |
[pagina 167]
| |
opgericht ‘door auteurs die met liefde alle vormen van literatuur willen bedrijven’. Naast proza, poëzie, tekeningen en foto's bevat dit blad ook interviews en essays. Enkele namen van medewerkers: Maarten Bijlenga, Jeannette Cramer, Jaap C. Hoogteijling, Onno Kosters en Timo Meertens. De abonnementsprijs bedraagt f 25,- per jaar op giro 4589138 t.n.v. Spreek, 1e Jacob van Campenstraat 66-3, 1072 bh Amsterdam. Geïnteresseerden in de buitenkant van het boek kunnen terecht in Boek & Band, tijdschrift voor boekencultuur, dat aan zijn derde jaargang (1987) toe is. Het is een uitgave van de Nederlandse Handboekbinders en Boekbandontwerpersgroep (nhb), gesteund door de Fabrikanten van Grafische Eindprodukten (fge). De redactie wordt gevoerd door Atte Jongstra, Peter Schrijen en Ton Ellemers. In nummer 1 van deze jaargang staat een recensie van het boek Mit Büchern wohnen, geïllustreerd met plaatjes van de boekenkasten van onder anderen Bernt Luger en Joost Nijsen. Een abonnement kost f 35,- voor minimaal vier nummers per jaar, te bestellen bij fge (Boek en band), postbus 6178, 1000 ed Amsterdam. Onder hoofdredactie van Jelle Samshuijzen, Rienkje van der Werff en Marguerite Mulder verschijnt vanaf januari 1987 tien maal per jaar Boekenvondst, maandkrant voor buitengewone, gebruikte en antiquarische boeken, een uitgave van Fine & Rare Books, Churchillweg 1, 6707 ja Wageningen. Een abonnement kost f 37,50. Na een wat stuntelig eerste nummer zag het tweede er al wat professioneler uit, maar ik denk dat de overenthousiaste geluiden uit het redactionele voorwoord toch met een korrel zout genomen moeten worden. Dat er echt veel mensen zitten te wachten op de hoofdmoot van deze krant, een catalogus met aanbiedingen van een aantal antiquaren, wil er bij mij niet in. Het tijdschrift voor literatuuronderwijs Diepzee heeft zich in vier jaar een gevestigde positie verworven. Bekendheid alom verwierf dit Wolters-Noordhoff tijdschrift door de toekenning van de eerste driejaarlijkse Diepzee-prijs aan Harry Mulisch. Nummer vijf van jaargang vier biedt onder de titel Zes klimmers de uitkomsten van de door dit tijdschrift georganiseerde enquête naar literatuurlijsten op middelbare scholen. Aan deze enquête had Mulisch’ De aanslag de prijs te danken en op de uitslag ervan wordt commentaar geleverd door onder anderen Tom van Deel, Jaap Goedegebuure, Janet Luis, Anthony Mertens en Beatrijs Ritsema. Een individueel abonnement op Diepzee kost f 29,- voor zes afleveringen: Wolters-Noordhoff, Postbus 58, 9700 mb Groningen. PJV | |
Le néerlandaisDe Stichting Ons Erfdeel, uitgever van de tijdschriften Ons Erfdeel en het Franstalige Septentrion en van het tweetalige jaarboek De Franse Nederlanden/Les Pays-Bas français, verzorgt ook een aantal brochures over het Nederlands als taalkundig en literair begrip. De uitleg die daarin gegeven wordt, is met name voor niet-Nederlanders verhelderend, maar ook de Nederlander die in kort bestek een overzicht wil hebben van de ontwikkeling van de benamingen voor onze vroegere taalfasen en van de taalpolitiek met betrekking tot het Nederlands kan hier terecht. De brochure is verschenen in het Nederlands, Engels, Duits, Spaans, Italiaans en onlangs in een geheel herziene druk in het Frans: O. Vandeputte en J. Fermaut, Le néerlandais; langue de vingt millions de Néerlandais et de Flamands (64 p.; f 18,-). Deze én de anderstalige brochures kan men bestellen bij de Stichting Ons Erfdeel, Murissonstraat 260, b-8530 Rekkem, België. PJV | |
Tentoonstellingen Letterkundig MuseumIn de maanden juni, juli en augustus worden in het Letterkundig Museum in Den Haag twee tentoonstellingen ingericht in het kader van de culturele manifestatie ‘Hongarije in Nederland’. De eerste van de twee betreft de Hongaarse schrijfster Imre Madach, een tentoonstelling onder de titel ‘De tragedie van de mens’, ingericht door het Petöfimuseum uit Boedapest. Imre Madach is de schrijver van De tragedie van de mens (1862), een klassiek Hongaars drama dat in 1887 en in 1922 in het Nederlands is gepubliceerd in de vertaling van A.S.C. Wallis (pseudoniem van Adèle Opzoomer; 1857-1925). Deze tragedie is een drama in de trant van Vondel, waarin de evolutie van de mensheid in de persoon van Adam wordt voorgesteld in het kader van de strijd tussen God en Lucifer. Het doel van Madach is de schijnoverwinningen van Lucifer en de eindoverwinning van God te dramatiseren. Adam ziet zich achtereenvolgens als farao, als de veldheer Miltiades, als een Romeinse patriciër, als kruisridder, als de geleerde Kepler, als de politicus Danton, als een arbeider in de kapitalistische maatschappij en als arbeider in de communistische toekomststaat. Als enige constante factor in de lotgevallen van de mens geldt de liefde: steeds ontmoet Adam zijn Eva. De tragedie van de mens is door veel Hongaarse kunstenaars prachtig geïllustreerd. Dit oorspronkelijke illustratiemateriaal en de handschriften zullen in het Letterkundig Museum worden geëxposeerd. De tweede tentoonstelling betreft een halpresentatie rond het werk van Madelon Székely-Lulofs (1899-1958). Madelon Lulofs werd geboren in Nederlands-Indië en woonde als plantersvrouw jarenlang | |
[pagina 168]
| |
m.h. székely-lulofs
op Deli. Haar tweede huwelijk met de Hongaarse planter en schrijver Laszlo Székely voerde haar in 1930 naar Boedapest, waar ze tot 1938 verbleef. In 1931 debuteerde ze met de geruchtmakende roman Rubber, waarin ze het koloniale milieu van de rubberplanters op Deli op onthullende wijze beschreef. Ze schreef nog een aantal Nederlands-Indische romans en vertaalde vervolgens werk van Nederlandse auteurs in het Hongaars (onder anderen Jan de Hartog en Antoon Coolen). Voorts vertaalde ze niet alleen het werk van haar man in het Nederlands, maar ook romans van Hongaarse schrijvers als Ferenc Körmendi, Jolan Földes, G. Vaszary en Zsolt Harsanyi. Het Letterkundig Museum is geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur en op zondag van 13.00 tot 17.00 uur. Letterkundig Museum | |
Nieuwtjes□ Het tijdschrift Het Oog in 't Zeil dat oorspronkelijk werd uitgegeven door Nijgh & Van Ditmar, wordt voortaan door uitgeverij Bert Bakker verspreid. De redactie van het blad blijft in handen van Thijs Wierema, die het blad ongewijzigd wenst voort te zetten. □ De keuze van de Commissie Boekblad voor uitgever Joost Nijsen als hoofdredacteur van Boekblad impliceert dat Nijsen zijn uitgeversactiviteiten zal moeten beëindigen. Inmiddels is duidelijk geworden dat dit niet betekent dat er nu ook een einde zal komen aan het blad Optima en andere uitgaven van ex-uitgever Nijsen. □ Bij de presentatie van het door de Staatsuitgeverij verzorgde boek Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 maakte de heer W. van Heusden, hoofd directie Kunsten van het ministerie van wvc, van de gelegenheid gebruik om te melden dat wvc bij de toekenning van de P.C. Hooftprijs nieuwe stijl medezeggenschap wil behouden. Indien de prijs zou worden ondergebracht in een onafhankelijke stichting (een opzet waarover gesproken wordt naar aanleiding van de rel rond de toekenning van de prijs aan Hugo Brandt Corstius) dan treedt het ministerie terug en is er geen sprake meer van een staatsprijs, zei de heer Van Heusden. □ De samenstelling van de jury voor de grote ako-prijs is al enige tijd geleden bekend gemaakt. Voorzitter van de jury is H.A.F.M.O. van Mierlo en leden zijn de letterkundigen Pierre H. Dubois, Paul de Wispelaere, Kees Fens en Hella S. Haasse. De eerste prijsuitreiking zal op 17 mei aanstaande plaats vinden in een rechtstreekse tv-uitzending van de vpro die gepresenteerd zal worden door Adriaan van Dis. □ Uitgever Maarten Muntinga is erin geslaagd voor de uitgave van zijn goedkope pockets in de Rainbowreeks een contract af te sluiten voor tien boeken van Van het Reve. Ik had hem lief en een combinatie van De taal der liefde en Lieve jongens verschijnen nog dit najaar. Vervolgens zullen Een circusjongen, Oud en eenzaam, Een eigen huis, Moeder en zoon, De vierde man, Wolf en De stille vriend in de Rainbow-pockets verschijnen in de loop van 1988 en 1989. □ Het Vlaamse tijdschrift Dietsche Warande & Belfort, dat inmiddels een bijna even eerbiedwaardige leeftijd heeft als De Gids, is met z'n 132ste jaargang bij een andere uitgever verschenen. Waarschijnlijk heeft de concurrentie met het nwt (Nieuw Wereld Tijdschrift) de nieuwe Vlaamse uitgever Den Gulden Engel ertoe verleid om de titel te bekorten tot dwb, een modieuze ingreep die de gemelde eerbiedwaardigheid tekort doet. □ Stichting Dimensie in Leiden schrijft voor 1988 een Opstellen Prijsvraag uit betreffende het klassieke erfgoed in de Nederlandse letteren. Belangstellenden kunnen het reglement met een nadere themaomschrijving aanvragen bij het Secretariaat Dimensie-Opstellen-Prijsvraag 1988, postbus 11227, 2301 ee Leiden. □ De Organisatie van Fabrikanten van Grafische Eindprodukten fge heeft haar relaties bij de jongste jaarwisseling verblijd met een origineel nieuwjaarsgeschenk, een in eigen beheer geproduceerde detective, getiteld Moord op het plat van de hand van een achter het pseudoniem P. Lantijn schuilgaande intimus die volgens het colofon Rob van der Wildt heet. Het boekje (72 p.) blijkt een sleutelroman te zijn. □ Tessa de Loo is toegetreden tot de jury die voor boeken- en platenfirma eci uitmaakt welke boeken - vaak van debutanten - uitkomen in de serie ‘Schrijvers na nu’. De andere juryleden zijn Maarten 't Hart, Fernand Auwera, Aad Nuis en Tom van Deel. De commissie heeft als volgende deel in de serie gekozen Het gevorkte beest van Inez van Dullemen. |
|