Literatuur. Jaargang 4
(1987)– [tijdschrift] Literatuur– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |||||||||||
Uit het Letterkundig MuseumMet ingang van deze nieuwe jaargang willen wij in elk nummer van Literatuur aandacht besteden aan het Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag. Medewerkers van het museum werden uitgenodigd om telkens een bijdrage te leveren over een onderwerp dat naar hun mening bijzondere belangstelling verdient. Het gaat daarbij niet om informatie met een specifieke actualiteitswaarde; die kan de lezer terugvinden in de rubriek Nieuws (vergelijk bijvoorbeeld de tentoonstellingsagenda elders in dit nummer). Deze eerste keer schreef Aad Meinderts een algemene bijdrage over uitgaven en aanwinsten van het museum. Hij besluit zijn stuk met informatie over het samenwerkingsverband leesbevordering. (red.)
Uitgaven. In november verscheen het door Olf Praamstra in samenwerking met Bernt Luger en Harry G.M. Prick samengestelde Schrijvers prentenboek deel 25, over Conrad Busken Huet (1826-1886), waarin, dank zij jarenlang onderzoek in openbare en familiearchieven, een schat aan onbekende foto's gepubliceerd kon worden. Het betreft foto's van zijn vrouw, Anne, en van zijn zoon, Gideon - waaronder de tot dusver alleen in een reproduktie van matige kwaliteit bekende foto van Gideon op zijn paardje in Nederlandsch-Indië en waarvan men het origineel verloren waande - naast foto's van Huets moeder, van zijn broers en zusters, van zijn vrienden en kennissen, waaronder een werkelijk unieke foto van Sophie Potgieter, de veelbesproken maar nooit eerder afgebeelde zuster van de beroemde schrijver, tot en met een prachtige aquarel (geschilderd door Johannes Bosboom) van Huets trouwe hond, De newfoundlander Veldheer (f 12,50). Aan het eind van 1986 verschenen nieuwe afleveringen van de zogenaamde Facsimile-reeks en de Prentbriefkaarten met schrijversportretten. In de derde Facsimile-reeks (verzorgd door S.A.J. van Faassen), waarin handschriften van ‘klassieke’ gedichten uit de eigen collectie worden gepubliceerd, zijn de volgende teksten opgenomen:
De vijfde reeks Prentbriefkaarten (verzorgd door M. Salverda en G.J. Slijkhuis), waarin schrijversportretten uit de iconografische verzameling van het museum worden gepubliceerd, biedt portretten van J.J.L. ten Kate, Multatuli, Piet Paaltjens, E.J. Potgieter, Jacob van Lennep, Herman Heijermans, F. Bordewijk, Albert Kuyle, Theun de Vries, Victor E. van Vriesland, Maria Dermoût, J. Bernlef, Gerrit Kouwenaar, Cees Nooteboom, Leo Vroman en Simon Vinkenoog. De Facsimile-reeks is te bestellen door overschrijving van f 25,- op gironummer 495619 van het Letterkundig Museum, onder vermelding van ‘derde reeks facsimile's’. Bij contante betaling f 6,- per stuk. De prentbriefkaarten zijn verkrijgbaar door overschrijving van f 14,75 onder vermelding van ‘vijfde reeks prentbriefkaarten’. Bij contante betaling f 12,50 per reeks en per stuk in het Museum f 1,-. Met de verschijning, in december 1986, van het derde deel van De briefwisseling tussen Lodewijk van Deyssel en Albert Verwey (in de reeks Achter het Boek, jg. 22, afl. 1-3) is de uitgave voltooid van de in april 1884 begonnen en zich tot in de beginjaren van deze eeuw uitstrekkende correspondentie: eerst tussen twee Tachtigers, daarna tussen de beide redacteuren van het Tweemaandelijksch Tijdschrift, dat met ingang van 1902 De XXe Eeuw zou gaan heten. Drie jaar later kwam er een definitief einde aan de vriendschap en ging elk zijn eigen weg: Verwey werd redacteur van het door hem in januari 1905 opgerichte maandschrift De Beweging, terwijl De XXe Eeuw tot januari 1909 werd voortgezet onder de eveneens eenhoofdige redactie van Van Deyssel. Ook dit deel werd, evenals de voorafgaande delen, verzorgd door Harry G.M. Prick. (circa f 50,-) In de reeks Mededelingen van de Documentatiedienst verscheen aan het eind van 1986 een beschrijving van de afzonderlijk verschenen werken van F. Bordewijk (28 kaarten).
Aanwinsten. Jaarlijks verwerft het Letterkundig Museum omstreeks vijfhonderd aanwinsten; dat betekent dat iedere werkdag bijna twee aanwinsten kunnen worden toegevoegd aan de verzameling. Een aanwinst kan een totale nalatenschap betreffen (als de vijfendertig strekkende meters documenten van Gerard Knuvelder) of een enkele briefkaart. Wie op de hoogte wil blijven van de belangrijkste nieuwe aanwinsten van het Museum kan zich het beste abonneren op het huisorgaan Juffrouw Ida, dat drie maal per jaar verschijnt. In elke aflevering van dit blad, dat le- | |||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||
zenswaardige bijdragen bevat en informatie geeft over de werkzaamheden van het Letterkundig Museum, is een overzicht van de belangrijkste aanwinsten opgenomen. Men ontvangt dit rijk geïllustreerde tijdschrift door zich als Vriend aan te melden bij de Stichting Vrienden van het Letterkundig Museum (Postbus 90515, 2509 LM Den Haag); de contributie bedraagt f 30,-. In de iconografische collectie van het Museum werd onlangs het beroemde door Lizzy Ansingh (1875-1959) geschilderde portret van Frederik van Eeden uit 1919 opgenomen (zie nevenstaande reproduktie). Op donderdag 3 juli van dat jaar noteerde Van Eeden in zijn dagboek: ‘Ik poseerde twee uur 's morgens voor Lizzy Ansingh. Zij is een geestige en oprechte vrouw en die uuren dat ik daar zit te soezen zijn niet onaangenaam.’Lizzy Ansinghs portret van Van Eeden
letterkundig museum. den haag Toen het portret voltooid was vertrouwde hij zijn dagboek toe: ‘Lizzy voltooide mijn portret en ik zag de demonische expressie in een oog. Ik zei “dat rechter oog is zacht, maar dat linker ziet er gevaarlijk uit”. Toen zei Lizzy: “'t is ook gevaarlijk!” En toen had ik bij 't weggaan het gevoel van een moordenaar die zooeeven met volle recht ter dood veroordeeld is. Dat gevoel van een demon in je, dat is als een adder die woont in je ingewand. Ik wilde die sfeer ontvluchten, maar wat baat het, de demon gaat mee.’ (woensdag 13 juli) Een andere recente aanwinst is het archief dat Herman Besselaar en zijn vrouw hebben aangelegd toen eerstgenoemde in het Algemeen Handelsblad in de jaren zestig de jeugdpagina ‘Eigen wijs’ redigeerde. Op 11 april 1959 verscheen de eerste ‘Dichtershoek’ een rubriek die de Eigenwijs-pagina de grootste populariteit heeft bezorgd. Het archief van Besselaar bestaat, behalve uit een complete verzameling knipsels van alle jeugdpagina's, uit een grote hoeveelheid brieven van ‘Dichtershoekers’ als Frank Martinus Arion, Lodewijk en Emmy Brunt, Erika Dedinsky, Jaco Groot, Ger Kleis, Rob Leopold, Gerrit Komrij, Ischa Meijer, J.F.W. Ober, Carel Peeters en Dick Zaal. Systematisch is in een cartotheek - die ook tot het archief behoort - bijgehouden wie wanneer wat heeft ingezonden. Een van de bekendste die uit de ‘Dichtershoek’ naar voren is gekomen, is Neeltje Maria Min, die op 27 juli 1963 onder het pseudoniem Sophie Perk in de rubriek debuteerde en in 1966 met de bundel Voor wie ik lief heb wil ik heten grote bekendheid kreeg.
Samenwerkingsverband leesbevordering. Op 7 februari 1985 ondertekenden de bij het Samenwerkingsverband Leesbevordering betrokken instellingen een gezamenlijke intentieverklaring. Behalve het Letterkundig Museum maken van dit samenwerkingsverband deel uit: Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (cpnb), Stichting Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum (nblc), Stichting Bzztôh, Stichting Schrijvers in Beeld (sib) en Stichting Schrijvers School Samenleving (sss). Het samenwerkingsverband heeft tot doel in onderling overleg en in voorkomende gevallen de leescultuur te bevorderen. Je verpest je ogen nog, een gratis te verkrijgen brochure over de genoemde zes instellingen, is het eerste concrete resultaat van gezamenlijke inspanning. Voor 1987 is een publikatie - afgestemd op een breed lezerspubliek - over de technische kant van het boekenmaken gepland. Aad Meinderts | |||||||||||
Bredero op de plaatHet Utrechts muziekgezelschap Camerata Trajectina heeft zich sinds de oprichting in 1974 uiterst verdienstelijk gemaakt voor de muziek en het lied uit de zeventiende eeuw. Het bijzonder enthousiaste en deskundige gezelschap bestaat uit Matthy Soethoudt (sopraan), Sjabbe van Selfhout (tenor), Saskia Coolen (blokfluit, gamba), Erik Beijer (viola da gamba, trommel) en Louis Peter Grijp (luit, citer). Uit de verschillende produkties rond thema's als politieke muziek uit de Tachtigjarige Oorlog, muziek bij emblemata, liederen van Hooft, liederen van ketters en papen, geuzenliederen en Bredero, zijn ook drie langspeelplaten voortgekomen: Die tyranny verdrijven (vnm/Eurosound r 79001), Oren aan Hooft (vnm/ Eurosound r 81002) en Geuzenliederen rond Willem van Oranje (nkv/Clavigram 8403). Onlangs verscheen een vierde langspeelplaat van Camerata Trajectina: Bredero Amsteldammer. Liederen uit het Groot Lied-boeck (vnm r 86003). Op de a-kant zijn te beluisteren: ‘Arent Pieter Gysen’, ‘Weet ghy Maachden arm en rijck’, ‘Kon ick eens recht bedwingen’, ‘Bevallijcke schoone maaght’ en ‘O God die de gedachten’; de b-kant van de langspeelplaat bevat: ‘Als Dirckje in syn koortse lagh’, ‘Snachts rusten meest de dieren’, ‘Passamezzo moderno’ (instrumentale zetting naar de variaties van Jacob van Eyck over ‘Boffons’ uit Der fluyten lust-hof van 1646), ‘Fytje Floris myn speulmeysje’, ‘Nu dobbert myn Liefje op de ree’ en | |||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||
‘Haarlemsche drooghe harten nu’. Alle teksten zijn met een korte toelichting afgedrukt op een in de hoes verwerkt dubbelblad. Op de binnenzijde van de hoes deelt Louis Peter Grijp enige bijzonderheden mede over hoe hij met de dialectisch bedoelde liederen van Bredero is omgesprongen: hij is te rade gegaan bij Volendammers en Spakenburgers. De plaat is te verkrijgen in de betere platenzaken of rechtstreeks te bestellen bij de distributeur, de Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, Liederweg 16, 2065 ah Haarlemmerliede, tel. 023-327787. De prijs is f 28,95. PJV | |||||||||||
Colloquium Werkgroep XVIIe EeuwDe actieve Werkgroep xviie Eeuw, die nog steeds in ledental toeneemt, heeft op 19 september 1986 in Antwerpen haar tweede congres gehouden. In november 1985 had men zich in Den Haag beziggehouden met het probleem van specialisatie en/of integratie van diverse disciplines; nu bleek dat men zich inderdaad vanuit verschillende invalshoeken kon buigen over het ‘Theater in de zeventiende eeuw’ zoals het thema van het zeer goed bezochte colloquium luidde. Na een korte jaarvergadering stonden zes lezingen op het programma. Dr. M. Smits-Veldt behandelde uiteraard een onderwerp dat in nauwe relatie stond tot haar pas verschenen dissertatie: ‘Exempla en didactische patronen in de tragedies van Samuel Coster’. Drs. H. Meeus gaf een uiteenzetting van de stand van zaken met betrekking tot het onderzoek van het Centrum voor de Studie van het Renaissancedrama: ‘Genres in het ernstige Nederlandse renaissancetoneel 1626-1650’. De ochtendzitting werd besloten met een voordracht van dr. A. Eyffinger over ‘De sociaal-politieke component van het humanistendrama’. 's Middags was het woord aan twee kunsthistorici en een musicoloog. Drs. I. Wouters behandelde de ‘Gelegenheidsversieringen als decors voor het politiek schouwspel te Antwerpen in de zeventiende eeuw’ en dr. P. Vandenbroeck zag ‘“De Leimstängler” in het Duitse toneel en de beeldvoorstelling ca. 1600’ als een raakpunt tussen folklore en standenhekeling. De laatste lezing, ‘Op zoek naar de melodieën van de reien van Geeraerdt van Velsen’, werd door drs. L. Grijp doorspekt met muziek en zang. Het colloquium vond een hoogtepunt in de presentatie van het aan de in 1983 overleden directeur van het Centrum voor de Studie van het Renaissancedrama, Lieven Rens, gewijde huldeboek. Mevrouw Rens-Troch ontving het eerste exemplaar van 't Ondersoeck leert. Studies over middeleeuwse en 17de-eeuwse literatuur ter nagedachtenis van prof. dr. L. Rens, waarin door de redacteuren G. van Eemeren en F. Willaert achtentwintig bijdragen van vakgenoten verzameld zijn (358 p.; Leuven/Amersfoort, Acco, 1986; isbn 90-334-1383-3). De door dr. G. van Eemeren gehouden toespraak bij de aanbieding van het huldeboek-Rens is inmiddels gepubliceerd in een documentatiemapje waarin ook een overzicht is opgenomen van de activiteiten van het in 1971 opgerichte Centrum aan de Antwerpse ufsia (Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius Antwerpen, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen). Het volgende congres van de Werkgroep xviie Eeuw zal gewijd zijn aan Constantijn Huygens. Het zal gehouden worden in Den Haag van 26 tot en met 28 maart 1987. Men kan zich als lid van de Werkgroep aanmelden bij de secretaris: Instituut De Vooys, Postbus 80.091, 3508 tb Utrecht. Het lidmaatschap staat open voor eenieder die belang stelt in de wetenschappelijke bestudering van de cultuurgeschiedenis van de late zestiende en de zeventiende eeuw. Alle leden ontvangen op gezette tijden een Nieuwsbrief en het tijdschrift De zeventiende eeuw. PJV | |||||||||||
Toneel, tentoonstelling en symposium rond Jacob Campo WeyermanTien jaar geleden werd in Amsterdam de Stichting Jacob Campo Weyerman opgericht. Inmiddels is het onderzoek naar leven en werk van deze satiricus, journalist en schilder (1677-1747) goed op gang gekomen en zijn er diverse tekstedities en studies gepubliceerd. Om het tienjarig bestaan te vieren wordt op 28 februari om 15.00 uur een symposium gehouden in theater De Balie, Kleine-Gartmanplantsoen 10 te Amsterdam. Sprekers zijn Maarten Biesheuvel, Hella Haasse en Bernt Luger, het thema is ‘irritaties’. In de pauze zullen enkele liederen van Weyerman ten gehore worden gebracht. De bijeenkomst vindt plaats onder auspiciën van de slaa (Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam). Op dezelfde dag zal 's avonds Weyermans toneelstuk De Vruchtbaare Juffer worden opgevoerd door het toneelgezelschap ‘Het Delfts Volkstheater’. Plaats en tijd van dit gebeuren zullen nog aangekondigd worden. Weyerman zelf staat centraal in de tentoonstelling die vanaf 15 januari te zien is in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. De tentoonstelling, die tot begin maart duurt, heeft als titel Jacob Campo Weyerman: satiricus. De luis in de pels van de Verlichting. Er is een geïllustreerde catalogus verkrijgbaar. Meer informatie over deze gebeurtenissen is te verkrijgen bij de Stichting Jacob Campo Weyerman, Postbus 16732, 1001 re Amsterdam. M.C. Hoogma | |||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||
Willem de Mérode-herdenking 2 september 1987Op 2 september 1887 werd de dichter Willem de Mérode (Willem Eduard Keuning) geboren in het Noordgroningse dorpje Spijk. De Mérode, die net als Slauerhoff en Roland Holst te boek staat als dichter van het verlangen, schreef vijfentwintig gedichtenbundels, waarvan vooral Het kostbaar bloed (1922), De lichtstreep (1929), twee bundels met Chinese gedichten (1933 en 1937) en Kaleidoscoop (1938) de aandacht trokken. Lang na zijn dood in 1939 verzorgde Hans Werkman de uitgave van de al in 1938 persklaar gemaakte bundel Spiegelbeelden (1979). Hans Werkman schreef ook de biografie De wereld van Willem de Mérode (1983), die bekroond werd met de Henriëtte de Beaufortprijs. Op de dag honderd jaar na zijn geboorte zal het eerste exemplaar van De Mérodes Verzamelde gedichten aangeboden worden. Het zal in totaal 1540 gedichten bevatten, namelijk 1130 die ook al in zijn bundels gepubliceerd werden en 410 niet gebundelde gedichten. Deze laatste zullen in de Verzamelde gedichten chronologisch tussen de bundels geschoven worden, verdeeld over een tiental nalezingen. In 1952 brachten Ad den Besten, Jaap Das en K. Heeroma in hun driedelige Gedichten van De Mérode slechts veertig procent van wat nu in de Verzamelde gedichten zal komen. Toch zal ook nu niet alle poëzie van De Mérode gepubliceerd worden. Enkele honderden gedichten, vooral jeugdgedichten, zullen buiten de Verzamelde gedichten blijven, omdat ze te weinig kwaliteit hebben. De nalezingen kunnen nu veel ruimer zijn dan in de bloemlezing van Ad den Besten c.s., omdat een uitgebreidere keuze gedaan kon worden uit de alleen in tijdschriften afgedrukte gedichten en uit het ongepubliceerde werk, maar vooral omdat omstreeks 1970 een belangrijk deel van een verloren gewaand De Mérode-archief teruggevonden werd op een zolder in Castricum. De Verzamelde gedichten worden geredigeerd door Hans Werkman en zullen verschijnen in twee gebonden delen, met een register op titels en beginregels, terwijl in de inhoudsopgave achter ieder gedicht de datum van ontstaan is vermeld. Op 2 september 1987 zal een herdenkingsbijeenkomst gehouden worden in het Noordgroningse Uithuizermeeden, waar De Mérode de langst aaneengesloten periode van zijn leven (1907-1924) heeft gewoond als onderwijzer. Het gemeentebestuur van Uithuizermeeden heeft in het kader van de bkr een bedrag van f 20.000,- beschikbaar gesteld voor een De Mérode-gedenkteken in het centrum van het dorp. Een houten bord op De Mérodes geboortehuis in Spijk zal in 1987 vervangen worden door een granieten plaat met dezelfde tekst. Het christelijk literair tijdschrift Woordwerk zal eind augustus 1987 uitkomen met een De Mérode-nummer. HW | |||||||||||
Catalogus Charles NypelsTer gelegenheid van de overzichtstentoonstelling van de uitgaven van Charles Nypels in de Jan van Eyck-academie te Maastricht, die daar van 4 november 1986 tot 19 december 1986 te bezichtigen was, verscheen een catalogus van de door deze beroemde Maastrichtse uitgever verzorgde boeken. Charles Nypels behoorde met zijn uitzonderlijk fraai verzorgde uitgaven tot de vooroorlogse generatie boekverzorgers met een internationale faam, waartoe ook A.A.M. Stols, J.F. van Royen, J. van Krimpen, S.H. de Roos en anderen behoorden. De catalogus werd samengesteld door K. van Laar, kleinzoon van Nypels en zelf vormgever. Er werden tal van illustraties in kleur opgenomen die een goed beeld geven van het werk van Nypels. Bovendien werd een aantal bijdragen over Nypels afgedrukt van de hand van Ernst Braches, Dick Dooijes en Albert Helman. De prijs van deze catalogus bedraagt f 29,50. Er is een beperkt aantal exemplaren voor handelsdoeleinden gedrukt. Bestellingen kan men opgeven bij drukkerij Roosbeek, Industriestraat 6, 6361 hd Nuth. GvB | |||||||||||
A.A.M. Stols - Valéry LarbaudHet is nu al weer geruime tijd stil rond de internationaal befaamde drukker en uitgever A.A.M. Stols. Een bibliografie van de door hem uitgegeven werken is al geruime tijd in voorbereiding, maar op de uitgave ervan wordt reeds lang gewacht. Die stilte wordt nu vanuit Frankrijk verbroken met een uitgave die Stols ongetwijfeld waardig is. Stols' internationale contacten, die waar het Frankrijk betrof vooral via Du Perron liepen, en zijn grote zorg voor het uiterlijk en innerlijk van het boek, bezorgden hem buiten Nederland een haast nog grotere faam dan hij in eigen land genoot. Een van de auteurs | |||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||
die veel werk bij Stols gepubliceerd hebben, is Valéry Larbaud geweest. Larbaud had een grote bewondering voor de manier waarop Stols zijn uitgaven verzorgde, voor de esthetiek van zijn mise-en-page, de illustratoren die hij koos en de wijze van binden. Over die uitgaven werd veelvuldig gecorrespondeerd, maar ook over andere zaken. Opvallend is hoezeer Stols erin slaagde om zijn auteurs ook persoonlijk aan zich te binden. Bij Editions des Cendres te Parijs verscheen onlangs dan ook een uitgave van de Correspondance Valéry Larbaud - A.A.M. Stols in twee delen. Het eerste deel bevat de correspondentie zelf, met een voorwoord van Pierre Mahillon. Het tweede deel bevat een commentaar, een chronologische bibliografie en een index en is samengesteld door Christiane en Marc Kopylov. Het correspondentiedeel omvat 320 pagina's, het commentaardeel 112 pagina's. De uitgave is gedrukt in een oplage van 1500 exemplaren, waarvan - zoals het een uitgave over Stols betaamt - 30 exemplaren in een luxe-uitvoering (genummerd i tot en met xxx), en 1470 exemplaren (genummerd 1 tot en met 1470) eveneens fraai uitgegeven. De prijs van deze delen, die niet afzonderlijk verkrijgbaar zijn, bedraagt respectievelijk Frs. 640,- en Frs. 240. Bestellingen kan men opgeven bij Editions des Cendres, 8 Rue des Cendriers, 75020 Paris (tel. 43.49.31.80). GvB | |||||||||||
Documentatiedag 's-GravenhageOnder auspiciën van de Werkgroep voor de Documentatie der Nederlandse Letteren wordt op 17 juni 1987 een documentatiedag georganiseerd, die zal plaatsvinden in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage. De organisatoren B.P.M. Dongelmans (v.u.), D. Welsink (n.l.m.d.) en C.A.J. Thomassen (k.b.) zijn doende een programma samen te stellen rond het thema persoons- en genrebibliografie. Er wordt gestreefd naar een opzet, waarbinnen gastsprekers korte inleidingen zullen houden, die gevolgd zullen worden door een gedachtewisseling over het aangesneden onderwerp. Tevens zal er op deze documentatiedag gelegenheid zijn om een demonstratie bij te wonen van het on-line raadplegen van de bntl en stcn. Nadere mededelingen omtrent het programma zullen in een later stadium bekend worden gemaakt. Berry Dongelmans | |||||||||||
Podium in de LTN-reeksBij uitgeverij De Graaf te Nieuwkoop is een nieuw deel verschenen in de serie Literaire Tijdschriften in Nederland (ltn), de bibliografische beschrijving, analytische inhoudsopgave en index op het tijdschrift Podium. Podium is jarenlang (1944-1969) een heel belangrijk centrum geweest voor het literaire en culturele leven in Nederland en heeft ook nauwe banden onderhouden met Vlaanderen. Na de oprichting groeide het door toedoen van Fokke Sierksma en anderen al spoedig uit tot een vooral in polemisch opzicht markant blad, waarin men de erfenis van Forum op een eigen wijze verwerkte en positie koos in allerlei aangelegenheden. De schakel tussen het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ Podium werd vooral gevormd door Gerrit Borgers. Terwijl de vernieuwing van het proza voortdurend de aandacht bleef krijgen, deden ook de zogenaamde Vijftigers stap voor stap hun intrede. Daarna kwam onder meer nog het nieuw-realisme op de voorgrond, naast andersoortige vernieuwingen. In dit kader kan men in Podium buitengewoon veel belangwekkende Nederlandstalige auteurs uit de naoorlogse periode aantreffen: vanaf Hendrik de Vries, Burssens, Achterberg, Vestdijk en Boon via bijvoorbeeld Charles, Hermans, Van het Reve en Rodenko naar Mulisch, Andreus, Polet, Lucebert, Elburg, Schierbeek, Kouwenaar, Claus, Campert en vele anderen naar bijvoorbeeld Wolkers, Buddingh', Gils, Vaandrager, Bernlef en ook nog Harten, Burnier, Faverey of Ten Berge. Moeilijk toegankelijke buitenlandse literatuur werd dichterbij gebracht in de rubriek ‘Het Wereldpodium’. Verder moeten vooral de bijdragen genoemd worden op het gebied van de beeldende kunst, de film en de politieke actualiteit in binnen- en buitenland. De tijdelijke ondertitel ‘Onafhankelijk tijdschrift voor literaire, culturele en politieke zaken’ heeft Podium in vele periodes waar gemaakt. Dit ltn-deel vormt geen studie over het tijdschrift, maar wil conform de doelstelling van de reeks alleen het materiaal ontsluiten voor allerlei soorten studie en onderzoek. De gebruiker krijgt de beschikking over gedetailleerde bibliografische gegevens, een geannoteerde beschrijving van de inhoud en een omvangrijke index op vele zaaknamen en vrijwel alle persoonsnamen. Vooral de index, die zowel naar de inhoudsbeschrijving als naar het tijdschrift zelf verwijst, verschaft in laatste instantie een schat aan gegevens en maakt veel zoekwerk overbodig. Dit deel 6 uit de ltn-serie is tot stand gekomen onder supervisie van J.M.J. Sicking. Het telt 528 pagina's en kost f 95,- (isbn 90 6004 379 0; De Graaf Publishers, Postbus 6, 2420 aa Nieuwkoop, 01725-1461). Ook de andere delen uit de serie zijn nog leverbaar: dl. 1-2: P.J. Verkruijsse, Critisch Bulletin, 2 dln. f 95,-; dl. 3: J.F. Geerds en J.M.J. Sicking, De Vrije Bladen, f 55,-; dl. 4: S.S. Hoogerhuis, Werk & Criterium, f 70,-; dl. 5: B. Dongelmans, De Stroom & Het Getij, f 70,-. PJV | |||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||
Tentoonstellingsagenda Letterkundig MuseumHet Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te 's-Gravenhage zal tot juni 1987 de volgende tentoonstellingsactiviteiten ontplooien. Tot en met 25 januari 1987 zullen nog te bezichtigen zijn de exposities Hendrik de Vries 90 jaar en Cd. Busken Huet (1826-1886) ‘Een toon van gezag’. Bij de Huet-tentoonstelling werd bij de opening het aan Huet gewijde Schrijversprentenboek gepresenteerd dat werd samengesteld door Olf Praamstra, met medewerking van Bernt Luger en Harry G.M. Prick. Busken Huet
Sonja Moenen vervaardigde een aantal grafische ontwerpen in het kader van haar eindexamenproject 1986 voor de Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag. De ontwerpen betreffen het Letterkundig Museum en zullen worden gepresenteerd in de hal van het museum in de loop van februari 1987. Het jaar 1887 is het sterfjaar van Multatuli en dit feit zal in de periode maart-mei 1987 in het Letterkundig Museum worden herdacht met een aan Douwes Dekker gewijde tentoonstelling, ingericht rond verschillende thema's. In diezelfde maanden wordt voor kinderen van twaalf tot zestien jaar een tentoonstelling ingericht rond Willem Wilmink, die voor zijn schriftelijke cursus dichten Waar het hart vol van is de Gouden Griffel 1986 kreeg. Uiteraard is voorts de permanente expositie 't Is vol van schatten hier... het gehele jaar door te bezichtigen. Het Letterkundig Museum is gratis toegankelijk. Voor groepen kan men een afspraak maken voor een (gratis) toelichting op de tentoonstellingen. Het museum is gevestigd in het Koninklijke Bibliotheek-complex, vlakbij het Centraal Station van Den Haag. Adres: Prinses Irenepad 10, 2595 bg 's-Gravenhage (tel. 070-471114). Openingstijden: dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.00 uur; zondag 13.00-17.00 uur. GvB | |||||||||||
Simeon de Vries-prijsTer gelegenheid van het veertigjarig bestaan van uitgeverij C. de Vries-Brouwers werd de nieuwe Simeon Isidoor de Vries-prijs ingesteld die voor het eerst in 1987 zal worden uitgereikt. De prijs is f 5000,- of Bfrs. 100.000,- groot en is bestemd voor oorspronkelijk Nederlandstalig proza: roman, novelle of verhalenbundel. De inzenders mogen niet ouder zijn dan veertig jaar, tenzij het om een debutant gaat. De uitgeverij houdt zich het recht op uitgave voor tot ruim drie maanden na sluiting van de inzendtermijn, die jaarlijks op 15 december is vastgesteld. Een jury bestaande uit zes personen (drie letterkundigen, twee boekhandelaren en een secretaris) zullen de inzendingen beoordelen en jaarlijks vóór 1 april uitspraak doen. Nederlandse en Vlaamse auteurs kunnen hun werk anoniem inzenden, met in een aparte gesloten enveloppe een korte schets van de maker en zijn werk. Dit laatste om de jury zo min mogelijk bevooroordeeld te doen zijn. Inzenders dienen zich vooraf akkoord te verklaren met het reglement van de Simeon de Vries-prijs, waarvan de precieze tekst verkrijgbaar is bij Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, Haantjeslei 80, b-2018 Antwerpen. GvB | |||||||||||
Literatuur op radio en televisieRadio: De meeste radioprogramma's over boeken die vorig jaar door de zendgemachtigden werden uitgezonden zijn hetzelfde gebleven. Wijzigingen treden alleen op door verschuiving in uitzendtijden of door zenderwisseling. Hieronder volgen zo volledig mogelijk alle literaire programma's. De vpro verzorgt op Radio 1 wekelijks het programma Boeken van Ad Fransen en Paul Aalbers (dinsdag, 19.00-21.00 uur). nos-cultuurbijdrage van Bert van der Zouw wordt op zondag (21.20-22.00 uur) op Radio 5 uitgezonden. Dezelfde programmamaker verzorgt voor de nos wekelijks op Radio 5 het Cultuur Magazine (maandag, 17.25-17.46 uur). Het programma Dichter bij de dichter van de nos is een wekelijks programma op Radio 5 (zondag, 22.00-22.10 uur). In het programma nos-cultuur, dat eens in de vier weken wordt uitgezonden op Radio 4 (vrijdag, 23.00-24.00 uur), wordt eveneens aandacht besteed aan literatuur. Bij de kro bleven de wekelijkse programma's Spektakel van Chris van der Heyden en Lezen voor de lijst van Sylvia Bodnar, respectievelijk op Radio 4 ( zaterdag, 23.00-24.00 uur) en Radio 5 (donderdag, 18.10-18.40 uur). Louis Houët verzorgt voor de kro op maandag (16.50-17.00 uur) Over poëzie op Radio 4. Over kunst en cultuur is een wekelijks kro-radioprogramma van Theo | |||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||
Stokkink op Radio 4 (maandag, 13.50-14.00 uur). De ncrv zette het programma Literama van Myrle Tjoeng voort op Radio 4 (dinsdag, 21.30-22.30 uur). In het verlengde van dit programma liggen Literama-poëzie en Literama: Het kunstbedrijf, respectievelijk op Radio 5 (dinsdag, 18.10 uur) en Radio 4 (dinsdag, 16.00-16.50 uur). De avro verzorgt het programma 't Is een wonder van Jan van Ravensteyn op Radio 4 (woensdag, 17.00-18.00 uur). Nelleke van der Krogt redigeert voor de avro De mooiste kleren van de keizer (Radio 4, woensdag, 22.00-23.00 uur). Voorts zendt de avro wekelijks het programma Zeg luister eens op Radio 4 uit (woensdag, 23.00-24.00 uur). Finale is het enige wekelijkse literaire radioprogramma van de tros. Het is een programma van Joop de Vries dat wordt uitgezonden op Radio 4 (zondag, 23.00-24.00 uur), met eens in de vier weken een literair getint hoorspel. De vara-radio behield het programma Het zout in de pap van Ries Moonen. Het wordt wekelijks uitgezonden op Radio 4 (maandag, 23.00-24.00 uur). De eo bleef het programma Zeggen en schrijven van Bert Koning wekelijks uitzenden op Radio 4 (donderdag, 15.30-16.00 uur). De Vlaamse brt kent een viertal literaire radioprogramma's. Lowie Weijnants verzorgt voor de brt 3 de Tijdschriftenrevue op maandagen en vrijdagen (19.00-19.45 uur). De drie overige programma's worden op brt 1 uitgezonden. Het zijn Tussendoor van Roland van Opbroucke (op werkdagen 13.30-14.00 uur), Klapstoel van Paul Arias (vrijdag, 21.00-23.30 uur) en Parlando van Paul Arias (zaterdag, 22.10-23.30 uur).
Televisie: De brt zendt een tweetal literaire televisieprogramma's uit op zender i. Dirk Christiaens redigeert het programma Wie schrijft die blijft, dat eens in de vier weken op woensdag van 20.45 tot 21.35 uur wordt uitgezonden. Eveneens om de vier weken wordt door de brt het programma Eiland uitgezonden (woensdag, 21.45-22.45 uur). Boudewijn Büch treedt voor de vara voor de camera's met het programma Büch. Het is geen vast wekelijks programma, maar als het wordt uitgezonden is dat steeds op donderdagen op Nederland ii (19.12-19.52 uur). Van belang is voorts het nos-programma Nederland-c van Hans Keller. Het is een wekelijks algemeen-cultureel programma op Nederland ii (23.00-24.00 uur), met incidenteel aandacht voor literatuur. Het is duidelijk dat eo, tros en vara op radio wel bijzonder weinig aandacht besteden aan literatuur. Bij de vara wordt dat nog enigszins goedgemaakt door het programma van Boudewijn Büch op televisie. Kijkt men naar de kwaliteit van de programma's dan springen die van vpro, ncrv, kro en nos er duidelijk uit, zowel wat de aanpak als de diepgang betreft. Kijkt men naar de toegemeten zendtijd, dan is vooral bij tros en vara de aan literatuur bestede aandacht beneden de maat. GvB | |||||||||||
Literatuur, film en televisieOp 5 februari 1987 zal de verfilming van Janwillem van de Weterings politieroman De ratelrat in roulatie gaan. De film werd vervaardigd door Wim Verstappen en Frans Rasker. Wij kondigden deze film reeds aan in Literatuur (85/6, p. 368), evenals de film Buitelkruid, naar een roman van dezelfde auteur, die wat later in het jaar zijn première zal beleven. Dat geldt ook voor de filmbewerking van Havinck van Marja Brouwers, die wij eveneens bij die gelegenheid aankondigden. Nog onbekend zijn de precieze data voor de premières van de films naar Een romance van Dirk Ayelt Kooiman onder regie van Pieter Verhoeff, Het zondagsbed van Theun de Vries en Van geluk gesproken van Marijke Höweler, eveneens onder regie van Pieter Verhoeff. In maart 1987 zal in elk geval de film Het zoeken naar Eileen W. naar de roman van Léon de Winter in roulatie gaan en in april Terug naar Oegstgeest van Jan Wolkers, onder regie van Theo van Gogh, aanvankelijk aangekondigd voor het najaar van 1986. Nog onbekend is de datum waarop de verfilming van Hersenschimmen van J. Bernlef gereed zal zijn. Met de vpro bestaan afspraken over deze film op grond waarvan valt te verwachten dat deze rolprent te eniger tijd bij de vpro-televisie te zien zal zijn. Nicolai van der Heyden zal een tv-bewerking vervaardigen van Landverbeuren van Ton van Reen. Welke zendgemachtigde deze uitzending voor zijn rekening neemt is ons op dit moment onbekend. De ikon zal een serie tv-spelen rond jongeren uitzenden, waarvoor de opdrachten zijn verstrekt aan schrijvers als Hans Hylkema, Thomas Ross, Wim Hofman en Hans Melissen. Van deze laatste auteur, Hans Melissen, brengt de vara vanaf maart 1987 een achtdelige serie onder de titel De nieuwe buren. Wanneer de serie aan de verwachtingen voldoet zal in oktober 1987 de reeks worden voortgezet en dan met twintig afleveringen. De tros verzorgt een serie die gebaseerd is op het boek Wildschut van Felix Thijssen, die zelf ook de scenario's schreef. Joop van den Ende produceert voor de tros Dossier Verhulst, een twaalfdelige tv-serie die gebaseerd werd op het boek van Hans Keuls. In het voorjaar zal de avro Twee vorstinnen en een vorst van R.J. Peskens gaan uitzenden.
GvB | |||||||||||
[pagina 45]
| |||||||||||
Staatsprijs Poëzie voor Roger de NeefDe driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie, voor de periode 1982-1985, werd te Brussel toegekend aan de vijfenveertigjarige Roger M.J. de Neef voor zijn dichtbundel De vertelkunst der bloemen, verschenen bij de uitgeverij Manteau. Deze prijs bedraagt 200.000 fr. of 10.000 gulden. Roger de Neef werd op 24 juni 1941 te Wemmel bij Brussel geboren. Hij is licentiaat in de wijsbegeerte en letteren en studeerde hedendaagse geschiedenis en pers- en communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit van Brussel. Van 1964 tot 1971 was hij toneelrecensent bij verscheidene Vlaamse dag- en weekbladen. Van 1968 tot 1971 was hij kunstrecensent bij brt 1 en 3. Sinds januari is hij redacteur bij het persagentschap Belga. Als dichter debuteerde Roger de Neef in 1967 met de bundel Winterrunen. Daarna volgden nog vijf bundels, namelijk Lichaam, mijn landing (1970), De Grote Wolk (1972), Gestorven Getal (1977), De gedichten van licht en overspel (1983) en de nu bekroonde De vertelkunst der bloemen (1985). De Neef maakt in zijn poëzie gebruik van een beperkt aantal kernwoorden, die telkens weer terugkeren: water, aarde, lucht, licht, vuur, vogel, adem, lichaam, handen. In deze drastische woordbeperking ligt reeds een boodschap besloten: het wantrouwen tegenover het gangbare taalgebruik in de dagelijkse omgang en bij officiële toespraken. De dichter neemt het woord in bescherming tegen zijn misbruikers. Hij is een soort hogepriester, die met een rituele behandeling de taal loutert en zuivert van de bezoedeling. Zo maakt De Neef bewust gebruik van een dichterlijke taal, die als het ware uit het lichaam is gegroeid. Poëzie is in een voorafgaand stadium adem. Spreken is de intensivering van de levensadem. Zo schrijft hij in de bundel Gedichten van licht en overspel: ‘Met de relikwie van de Stem die ik in mij draag / Over de begrenzing van de adem / Die mij grenzeloos maakt als Adem.’ De dichter neigt echter eerder naar de stilte dan naar het spreken. Twee cycli in deze bundel, ‘Het bruidskleed’ en ‘De eetbare wolk’, handelen over zang, muziek, over blueszangers en over de jazzmusicus Charlie Parker. Zij zijn voor hem de echte dichters. Ook in hun zang ligt de hapering tussen adem en stem beklonken. De beelden, die Roger de Neef in zijn poëzie gebruikt, zijn symbolisch, vaak zelfs van een meervoudige symboliek zodat er eigenlijk meer staat dan er staat en de tekst maar het bovendrijvend deel van de ijsberg is. Vaak maakt de dichter ook gebruik van teksten uit de bijbel. Zijn poëzie is echter tegelijk mythisch en aards. Religie en erotiek vallen vaak samen. Daarom streeft de dichter ook naar harmonie met de natuur. In De vertelkunst der bloemen evolueert De Neef verder in zijn metafysisch-mystieke geaardheid. De bundel is verdeeld in vijf cycli, waarin de dichter zich voortdurend vragen stelt over de Vader (die de spiegel is) en het Ik dat ‘als speelgoed’ achterblijft. Roger de Neef schrijft verder in het spoor van de oudere Vlaamse dichter Erik van Ruysbeek, die zelf abstraherende gedichten over mystiek publiceert. De Neef verschilt echter van zijn voorganger waar hij zich overlevert aan een concretisering van de natuurmagie. De sereniteit, waarmee De Neef ‘het handschrift van de dood’ leest en het door de bomen, de bloemen en de wolken laat vertellen, leidt tot een soort poëzie, die in de Nederlandse letteren eerder zeldzaam is. Willem M. Roggeman | |||||||||||
Amsterdam culturele hoofdstad van EuropaIn het kader van de Europese integratie wordt sinds 1985 ook over boterberg en melkplas heen vaart gezet achter de culturele eenwording binnen de Gemeenschap. Ieder jaar wordt een Europese stad aangewezen als culturele hoofdstad van Europa. Na Athene - waar de Europese cultuur ooit begon - en Florence - waar de renaissance zorgde voor de continuïteit van de Europese cultuur - is Amsterdam aangewezen om in 1987 in cultureel opzicht uit te pakken. De organisatoren, het Nederlands Theater Instituut samen met het Holland Festival, achten Amsterdam de logische opvolger van Athene en Florence omdat nergens anders per hoofd van de bevolking zoveel podia, musea en culturele activiteiten zijn. Het voorlopige programma vermeldt dan ook de volgende manifestaties: op het terrein van beeldende en toegepaste kunsten 12 tentoonstellingen, 13 boekuitgaven/catalogi, 1 congres en 2 workshops op in totaal 430 presentatiedagen; op het gebied van de podiumkunsten zijn er niet minder dan 500 voorstellingen en concerten, 3 tentoonstellingen, 3 boekuitgaven, 12 workshops en 7 lezingen en discussies op in totaal 750 uitvoeringen/ presentatiedagen. Aan film en video zijn 350 vertoningen gewijd waaronder 1 expositie en aan radio en televisie 116 presentaties waaronder 104 uitzendingen via het Amsterdamse kabel- | |||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||
net. Aan algemene culturele vraagstukken worden 2 tentoonstellingen besteed, 5 boekuitgaven en 12 lezingen/discussies (in totaal 165 presentatiedagen). De literatuur tenslotte komt er met 90 presentaties wat bekaaid af. Tot die literaire activiteiten worden onder andere gerekend de nationale boekenweek met boekenbal in maart, een congres en boekuitgave over Exil-literatuur in mei, de Amsterdamse boekenmarkt in augustus, de kinderboekenweek in oktober en een congres van de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond in december. In oktober en november zijn er lezingencyclussen over ‘Culturele vraagstukken in Europa’ en ‘Internationale culturele betrekkingen’ en vinden er congressen plaats onder de titel ‘Europees cultuurforum’ en ‘Informal European Theater Meeting’. In de lijst van mede-organisatoren treft men onder andere de volgende instellingen aan: Amsterdamse Boekverkopers Bond, cpnb, de vakgroep Europese Studies van de Faculteit der Letteren van de Universiteit van Amsterdam, de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, de knub, de Nederlandse Boekverkopers Bond, de Stichting de Amsterdamse Boekenmarkt en de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (slaa). PJV | |||||||||||
Nieuwtjes□ Vestdijks roman De ziener is inzet geworden van een kort geding bij de Amsterdamse rechtbank. De filmer Rob du Mée wilde de roman verfilmen, maar stuitte op bezwaren van Vestdijks weduwe, Mieke Vestdijk. Du Mée wil nu via een kort geding alsnog een definitief contract voor de verfilming afdwingen. □ J. Bernlefs succesrijke roman Hersenschimmen, waarvan inmiddels meer dan honderdduizend exemplaren werden verkocht, gaat nu ook buiten onze grenzen een lezersmarkt veroveren. De roman zal vertaald worden in het Frans, Deens, Pools en Hongaars. □ Christopher Davies brengt een bloemlezing van Nederlandse verhalen in Engelse vertaling uit. De bundel is samengesteld door Rein Meyer (P.M. Reinders). De Stichting voor Vertalingen in Amsterdam heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van deze vertaling. □ Op 10 december 1986 zal in zijn geboortestad Leeuwarden een door Jentsje Popma gemaakt borstbeeld van François HaverSchmidt onthuld worden. Ter gelegenheid daarvan zal er vanaf 10 december 1986 tot en met 31 januari 1987 een kleine expositie aan Piet Paaltjens gewijd worden in de Provinciale Bibliotheek van Friesland, Boterhoek 1 Leeuwarden. De tentoonstelling is te bezichtigen gedurende de openingstijden van de bibliotheek: 's maandags tot en met 's vrijdags van 9-17 uur, op maandag, woensdag en vrijdag bovendien van 18.30-21 uur en 's zaterdags van 9-12.30 uur. □ In de ‘Jelle Brouwer-keamer’ van het Frysk Letterkundich Museum en Dokumintaesjesintrum, Grote Kerkstraat 28 te Leeuwarden is nog tot en met 20 februari 1987 de tentoonstelling Rimen en Teltsjes, de bruorren Halbertsma te bezichtigen. De expositie geeft een beeld van de ontwikkelingsgeschiedenis van het Friese negentiende-eeuwse volksboek bij uitstek, de Rimen en Teltsjes, van een anoniem boekje van 36 bladzijden in 1822, tot de honderden pagina's omvattende verzameling poëzie en proza in 1871 en de negende druk uit 1978. Een aantrekkelijk onderdeel van de tentoonstelling vormen de originele tekeningen van Ids Wiersma, in 1918 gemaakt voor de vijfde druk. □ De Lierse uitgeverij Nioba heeft het verschijnen aangekondigd van de dissertatie van Dick Gebuys over De Vlaams-Afrikaanse literatuur als spiegel van het koloniale verleden. In dit proefschrift zullen de koloniale aspecten behandeld worden van het werk van onder anderen Jef Geeraerts, Alfons en Gerard Walschap, Piet van Aken, Hugo Claus, Mireille Cottenjé en Paul Koeck. □ Binnenkort verschijnt bij De Prom in Baarn De doler en het kind van God, waarin Pim de Vroomen brieven en documenten publiceert van dichter Pierre Kemp en componist Hendrik Andriessen. □ In maart zal een Aula-pocket verschijnen over Nederlandse letterkunde; overzicht van de Nederlandse letterkunde van de middeleeuwen tot heden. Dit boek is voortgekomen uit steeds bijgewerkte syllabi van de nlo d'Witte Leli van de docenten H.M. de Blauw en J. Kruithof. Als derde auteur wordt genoemd Paul de Wispelaere. □ In het hoogst representatieve pand van de bank Paribas, het Osterrieth-huis aan de Antwerpse Meir, is op 22 september 1986 een nieuwe pocketserie, de Bergmannetjespockets, ten doop gehouden door de algemeen directeur van uitgeverij b-Promotion, Jan Berghmans. De eerste twee delen uit de serie zijn Valentijn, een toef liefdesgedichten van Hubert van Herreweghen en Een lied der blijdschap en andere refreinen van Bert Decorte. De reeks wordt gesponsord door onder andere een brouwerij, een tandhygiëne-firma, een wijnhandel-vinotheek, een bedrijf gespecialiseerd in lastechnieken, de verzekeringsgigant Mercator, de bank Paribas én door Wolters-Noordhoff. |
|