| |
| |
| |
Nieuws
Tien jaar Stichting Drukwerk in de Marge
Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de Stichting Drukwerk in de Marge wordt in het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum/Museum van het Boek en de Koninklijke Bibliotheek een dubbeltentoonstelling van marginaal drukwerk gehouden. Deze gezamenlijke tentoonstelling wordt georganiseerd in samenwerking met de Stichting en wil een beeld geven van de activiteiten van mensen die als liefhebberij boeken en boekjes drukken en uitgeven.
De tentoonstellingen zijn opgezet vanuit twee verschillende gezichtspunten. De tentoonstelling in het Museum van het Boek laat zien hoe het eeuwenoude ambacht van het drukken met loden letters heden ten dage door amateurs wordt beoefend. Daarbij blijkt dat een deel van de produktie van hoog typografisch niveau is. Bij de tentoonstelling in de Koninklijke Bibliotheek, die is samengesteld door literair criticus T. van Deel, is uitgegaan van de literaire betekenis van het marginaal drukken en uitgeven. Dit biedt een interessante invalshoek waarbij blijkt dat de drukkers en uitgevers die literaire belangstelling hebben vaak voor de Nederlandse literatuur of literatuurgeschiedenis belangrijke uitgaven in allerlei druktechnieken op de markt hebben gebracht.
Bij de tentoonstellingen verschijnen twee publikaties. Het boek ‘Drukkers in de Marge’ sluit vooral aan bij de tentoonstelling in het Museum van het Boek en geeft een overzicht van de ambachtelijk werkende persen. Professor dr. Ernst Braches schreef een inleiding. Tevens verschijnt een brochure met een toelichting op de beide tentoonstellingen en op het werk van de Stichting Drukwerk in de Marge.
De tentoonstellingen duren van 1 t/m 27 juli 1985. Het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum/Museum van het Boek is gevestigd: Prinsessegracht 30, Den Haag en is geopend van maandag t/m zaterdag van 13.00-17.00 uur. Op de zaterdagmiddagen zullen drukkers aanwezig zijn voor het demonstreren van hun ambacht. De Koninklijke Bibliotheek is gevestigd: Prins Willem Alexanderhof 5, Den Haag en is geopend van maandag t/m vrijdag van 9.00-17.00 uur en op zaterdag van 9.00-12.00 uur.
Voor nadere inlichtingen over de tentoonstellingen kan men zich wenden tot de beide instellingen, en over de Stichting Drukwerk in de Marge tot de secretaris, J. Keijser, Slootweg 4, 2481 KH Woubrugge, tel. 01729-8519.
| |
Officiële opening Letterkundig Museum
Op 20 april j.l. werd de nieuwe behuizing van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum en de permanente tentoonstelling van de Nederlandse literatuur van na 1750 in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag officieel door minister Brinkman geopend. Bij deze opening werd een welkomstwoord uitgesproken door mr. W.R.H. Koops, voorzitter van de Stichting Nederlands Letterkundig Museum, en een feestrede gehouden door W.F. Hermans die onder de titel Relikwieën en documenten inmiddels bij De Bezige Bij in een uitgebreide versie in druk verscheen. Onder de titel Van klein tot erger sprak Anton Korteweg, hoofdconservator van het Letterkundig Museum, over de opzet van de tentoonstelling en over het feit dat pas in de nieuwe behuizing echt sprake is van een museum. Prof. dr. A.L. Sötemann bood als voorzitter van de Stichting Vrienden van het Letterkundig Museum bij deze gelegenheid een geschenk aan, dat door de subsidiekortingen waaronder het museum gebukt gaat, noodgedwongen bestond uit een bijdrage tot de uitgave van...waar men Muzen spaart.
Na de bezichtiging van de permanente tentoonstelling 't Is vol van schatten hier...volgde een receptie in de door Lucebert met muurschilderingen verfraaide foyer. Deze muurschilderingen zijn inmiddels gereproduceerd en door Willemijn Stokvis en Anton Korteweg bij uitgeverij Impress te Utrecht als vijfde aflevering van de reeks Scaldiamodellen uitgegeven. Het boekje is tegen contante betaling van ƒ 15, - verkrijgbaar bij het Letterkundig Museum. De titel ervan luidt Namiddag van een faun. Luceberts wandschilderingen in het Letterkundig Museum.
foto wolson, den haag
Permanente tentoonstelling Letterkundig Museum, Den Haag
Op vrijdag 10 mei vond vervolgens een feestelijke bijeenkomst plaats van de Vrienden van het Letterkundig Museum en enkele andere genodigden. Hier werd het welkomstwoord gesproken door prof. dr. A.L. Sötemann, die tevens een lezing hield over het wetenschappelijk gebruik van de documentatiecollectie. Ook conservator Harry G.M. Prick van het museum sprak bij die gelegenheid een voordracht uit waarbij hij inging op de anekdotiek rond de verwerving van enkele aanwinsten. Net als bij de officiële opening eindigde deze bijeenkomst met een bezoek aan de permanente tentoonstelling en een receptie in de foyer.
Ter gelegenheid van deze feestelijke opening verscheen op 20 april 1985 een publikatie over het Letterkundig Museum onder de titel...waar men Muzen spaart. Hierin wordt de geschiedenis van het museum kort beschreven en worden on- | |
| |
derwerpen als doelstelling, organisatie en publikaties van het museum besproken. Voorts wordt informatie gegeven over de Stichting Vrienden van het Letterkundig Museum en over het bij het museum ondergebracht Bureau Basisvoorziening Tekstedities. Deze uitgave is uitsluitend verkrijgbaar bij het museum zelf tegen betaling van ƒ 4, - contant of door overschrijving van ƒ 5, - op postrekening 495619 onder vermelding van...waar men Muzen spaart.
In september 1985 zal als produktie van het Letterkundig Museum en De Bezige Bij te Amsterdam een begeleidend boek bij de permanente tentoonstelling verschijnen. De titel van dit boek is dezelfde als die van de tentoonstelling, 't Is vol van schatten hier, en werd ontleend aan een gedicht uit Gorters De school der poëzie. Het boek is geen catalogus van de tentoonstelling, maar wel komen alle 188 auteurs waarvan materiaal op de expositie te zien is erin aan de orde in afzonderlijke essays, met illustraties en bibliografieën. Het is opgedeeld in perioden die worden ingeleid door een deskundige: P.J. Buijnsters behandelt de periode 1750-1800, G.W. Huygens neemt 1800-1880 voor zijn rekening, Harry G.M. Prick 1880-1900, H.A. Wage 1900-1920, Harry Scholten 1920-1940 en Jacques Kruithof tenslotte de periode na 1940.
De afzonderlijke essays over auteurs binnen deze perioden werden geschreven door schrijvers en critici van naam, zoals Jeroen Brouwers (over Hélène Swarth), Tom van Deel (over Leo Vroman), Jan Fontijn (over Carry van Bruggen), Jaap Goedegebuure (over H. Marsman), Maarten 't Hart (over Simon Vestdijk), Wiel Kusters (over Gerrit Kouwenaar), A.L. Sötemann (over J.H. Leopold) en Ad Zuiderent (over F. Springer) om er maar enkele te noemen.
Elk essay wordt besloten met een bibliografie, waarvoor Ch.C.M. de Cloet en D. Welsink het materiaal verschaften. De uitgave zal in twee delen verschijnen, ongeveer 600 pagina's omvatten en rijk geïllustreerd zijn met foto's, facsimile's, reprodukties etc. in kleur. De prijs van het boek is vastgesteld op ƒ 75, -. Er wordt echter door middel van een folder een mogelijkheid geboden om erop in te tekenen en in dat geval zal de prijs ongeveer ƒ 59,50 zijn. De permanente tentoonstelling zelf is op werkdagen te bezichtigen van 10.00-17.00 u. (behalve op maandagen) en op zondagen en algemeen erkende feestdagen van 13.00-17.00 u.
GvB
| |
Vestdijk en de muziek
Het bestuur van de Vestdijkkring (secretariaat: Utrechtseweg 21, 6866 CH Heelsum) maakte op de jongste jaarvergadering, gehouden op 15 maart j.l. te Utrecht bekend dat dit najaar weer een Symposium gehouden zal worden. Het thema van dit Symposium, te houden op 26 okt. in de Internationale School voor Wijsbegeerte te Amersfoort, zal ditmaal ‘Vestdijk en de muziek’ zijn. 's Ochtends zijn er lezingen van Etty Mulder en Maarten 't Hart, waarna 's middags een forumdiscussie plaatsvindt o.l.v. prof. Bronzwaer. Forumleden zijn o.a. Em. Overbeeke en Rob Schouten.
B. Luger
| |
Nagelaten poëzie van Vestdijk
In het najaar van 1986 zal bij uitgeverij De Bezige Bij een leeseditie verschijnen van de nagelaten poëzie van S. Vestdijk. De redactie die deze uitgave zal bezorgen (T. van Deel, Guus Middag, H.T.M. van Vliet) zou graag in contact komen met een ieder die beschikt over gedichten van Vestdijk, ongeacht status (gepubliceerd, ongepubliceerd; kladhandschrift, nethandschrift, brief) of karakter (dus ook opdrachtgedichten, gelegenheidsgedichten). Ook voor materiaal dat informatie geeft over Vestdijks poëzie (bijv. uitspraken in brieven) of suggesties houdt de redactie zich aanbevolen. Een ieder die op deze wijze mee zou willen werken aan de totstandkoming van een zo volledig mogelijke editie van Vestdijks nagelaten gedichten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met het Bureau Basisvoorziening Tekstedities, t.a.v. Guus Middag, Postbus 90515, 2509 LM 's-Gravenhage, tel 070-855480.
Guus Middag
| |
Kasteelromans?
Wie vindt dat de universiteit niet ver genoeg kan gaan bij het slijten van het literaire erfgoed aan de massa, kan een voorbeeld nemen aan de Presses universitaires de Nancy. Middels een schreeuwende folder (zie afbeelding) probeert men daar het ridderverhaal Hervis de Metz uit de dertiende eeuw aan de man te brengen als waarlijke kasteelroman. Voor de bewerking tekent Philippe Walter, docent in de Franse literatuur van de middeleeuwen aan Sorbonne-iv. Aan de achterzijde belooft de folder ons onder meer liefde, avontuur, toernooien, geweld, passie, terwijl ook tederheid en humor niet zullen ontbreken.
| |
| |
Beschaafder zijn de pogingen om de Spaanse ridderroman Tirant lo Blanc, gedrukt in 1490 te Valencia, opnieuw in roulatie te brengen. Het is niet ondenkbaar dat dit een groot succes gaat worden. Niemand minder dan Cervantes noemde het 't beste boek dat ooit geschreven was. En dit oordeel is, op speelse wijze mag men aannemen, door enkele critici naar aanleiding van de Engelse vertaling (in gebonden editie) onderschreven. Wanneer stoten wij onze Karel ende Elegast op in de vaart der volkeren?
HP
| |
Werkgroep kinder- en jeugdliteratuur
In 1982 werden op initiatief van prof. dr. Ria Bauer van Wechem, hoogleraar kinder- en jeugdliteratuur, stappen ondernomen om te komen tot de oprichting van een interuniversitaire werkgroep ‘kinder- en jeugdliteratuur multidisciplinair’.
Een van de belangrijkste taken van deze werkgroep is het opzetten van een landelijk platvorm. Deze circulaire heeft tot doel te peilen hoe groot de belangstelling is voor de activiteiten die de werkgroep in dit kader wil ondernemen in de toekomst.
Het verschijnsel kinder- en jeugdliteratuur kent vele aspecten, onder meer van pedagogische, psychologische, sociale, en literaire aard. De werkgroep acht het dan ook van groot belang om te komen tot een integratie van verschillende benaderingen. Onderzoekers zouden met elkaar in gesprek gebracht moeten worden, terwijl een intensiever contact tussen onderzoekers en geïnteresseerden uit het veld (mensen uit het onderwijs, bibliotheekmedewerkers, docenten aan PABO's, bibliotheekacademies, mo-opleidingen e.d., leden van landelijke en plaatselijke werkgroepen etc.) voor beiden verhelderend kan werken. Onderzoek met betrekking tot de kinder- en jeugdliteratuur is zowel voor de wetenschap, als voor de praktijk van belang.
De interuniversitaire werkgroep functioneert nu ruim twee jaar. Vanaf 1 januari 1985 is zij werkgroep in oprichting volgens art. 18 van de wub (Wet Universitaire Bestuurshervorming), met ondersteuning van vakgroepen, werkverbanden of afdelingen van de universiteiten van Amsterdam, Leiden, Leuven, Nijmegen en Tilburg.
Op het ogenblik hebben zitting in de werkgroep: prof. dr. Ria Bauer van Wechem (adviserend lid), drs. Tom Baudoin en drs. Harry Bekkering (vakgroep letterkunde van de 20e eeuw, Katholieke universiteit Nijmegen), dr. Rita Bouckaert-Ghesquiere (afd. literatuurwetenschappen, Katholieke universiteit Leuven), Toin Duijx (Rijksuniversiteit Leiden), drs. Wim de Haas (wijsgerige/historische pedagogiek, Vrije Universiteit Amsterdam), drs. Saskia Tellegen van Delft (Baschwitzinstituut, Universiteit van Amsterdam), prof. dr. Hugo Verdaasdonk (werkverband literatuursociologie, Katholieke hogeschool Tilburg), drs. Theo Vesseur (vakdidactiek Nederlands, Universiteit van Amsterdam), drs. Anne de Vries en drs. Herman Verschuuren (afd. Boek en jeugd, nblc 's-Gravenhage).
De werkgroep heeft de volgende taken op zich genomen:
1. Het initiëren van onderzoeksprojecten. Een deelproject, een literatuuronderzoek naar de theorievorming en praktijk met betrekking tot de toepassing van pedagogische en literair-esthetische criteria bij de beoordeling van kinderen jeugdliteratuur, is met subsidie van wvc gestart per 1-1-85. Meerdere projecten zullen in de toekomst aangevraagd worden.
2. Er wordt gewerkt aan een systeem om onderzoeksrapporten, doctoraalscripties en werkstukken of scripties van andere opleidingen te ontsluiten. Het nblc zal als landelijk verzamelpunt functioneren. Regelmatig zal er een overzicht verschijnen.
3. Het coördineren van onderzoek door o.m. het organiseren van studiedagen, workshops, congressen en symposia. Hierbij kan verwezen worden naar de symposia van de Katholieke hogeschool te Tilburg.
4. Het ingaan op verzoeken van overheid en particulier initiatief tot het verrichten van contact-research naar vraagstellingen die liggen op het onderzoeksgebied van de werkgroep.
De werkgroep zal, ondanks haar naam, niet alleen binnen de universitaire muren moeten functioneren, maar zal zich ook richten tot anderen die op het terrein van de kinderen jeugdliteratuur werkzaam zijn, waarbij o.m. gedacht wordt aan collega's binnen de bibliotheek, het onderwijs, de boekhandel, de uitgeverij e.d. Over de vorm (rechtspositie) waarin dit alles gegoten moet worden, is de werkgroep zich aan het oriënteren.
Lid worden van de werkgroep kan iedereen die een bijdrage kan leveren aan de taakstelling van de werkgroep. De contributie ligt nog niet vast, maar zal ongeveer ƒ25, - per jaar bedragen. Voor studenten is er een gereduceerd tarief.
Leden ontvangen het info-bulletin, kunnen tegen gereduceerd tarief deelnemen aan de activiteiten die vanuit de werkgroep worden georganiseerd en hebben stemrecht op de ledenvergadering. Minstens tweemaal per jaar zal er een algemene ledenvergadering worden uitgeschreven, waarbij de verkiezing van het dagelijks bestuur, de verslagen van de onderzoeksgroepen, de evaluatie van de activiteiten en (eventueel) het jaarverslag aan de orde zullen komen.
Met het bovenstaande is getracht informatie te verschaffen over de activiteiten van de interuniversitaire werkgroep i.o. Kinder- en Jeugdliteratuur. Een en ander is alleen mogelijk wanneer er voldoende belangstelling is. U kunt van uw belangstelling doen blijken door u op te geven bij:
Interuniversitaire Werkgroep i.o. Kinder-en Jeugdliteratuur Multidisciplinair, Secr. A.W.M. Duijx , Vakgroep wep, kamer 513, Stationsplein 12, Postbus 9507, 2300 RA Leiden (tel. 071-148333, toestel 5683).
| |
| |
| |
Nederlandse literatuur in Duitsland
Aan vijfentwintig hogescholen en universiteiten in de Bondsrepubliek Duitsland wordt Nederlands gedoceerd. Met name Berlijn, Keulen en Münster zijn centra van neerlandistiek die veel activiteiten ontplooien. De belangstelling voor de Nederlandstalige literatuur beperkt zich echter niet tot de universiteiten. Dat blijkt uit de vele vertalingen van letterkundige werken die vooral in deze eeuw verschenen zijn. Op het ogenblik is een reizende expositie betreffende de Nederlandse in het Duits vertaalde literatuur onderweg door Oostenrijk en de Bondsrepubliek. Deze tentoonstelling wordt begeleid door een boekje van de hand van Murk Salverda, medewerker aan het Letterkundig Museum in Den Haag, getiteld Niederländische Literatur in deutscher Ubersetzung. Na een algemene inleiding over wat onder Nederlandse literatuur moet worden verstaan en na behandeling van een aantal thema's volgen korte biografieën van de in het Duits vertaalde auteurs vanaf Multatuli, Van Eeden en Couperus tot en met Wolkers, Renate Rubinstein en Andreas Burnier. Daarna volgt een bibliografie (abusievelijk ‘Vorläufige Biographie’ geheten) van alle Duitse vertalingen van Nederlandstalig werk sedert 1900.
Felix Timmermans is - zo blijkt uit de bibliografie - de absolute topper. Daarnaast komt men veelvuldig het werk tegen van Jo van Ammers-Küller, Ernest Claes, Antoon Coolen, Jan de Hartog en Stijn Streuvels. Maar ook Multatuli, Couperus, Van Eeden, Verwey en Heijermans zijn veelgelezen auteurs, evenals Theun de Vries. Het Tagebuch van Anne Frank heeft tientallen herdrukken gehad.
De afdeling Internationale Betrekkingen van het ministerie van WVC heeft de expositie gefinancierd; de Nederlandse ambassade in Bonn heeft dit fraaie boekje geredigeerd.
PJV
| |
Eeuwfeest Ernest Claes
Het eeuwfeest van de schrijver Ernest Claes, geboren te Zichem op 24 oktober 1885, wordt in Vlaanderen met veel luister gevierd.
Een enig kunst- en kijkboek, Omkijken naar Ernest Claes 1885-1985, verscheen bij de uitgeverij Lannoo te Tielt. Het bevat een onuitgegeven werk van Claes, Wroetersleven; een tekst van Stefanie Vetter, de echtgenote van Claes; bijdragen van een veertigtal Zuid- en Noordnederlandse schrijvers over Ernest Claes. Het boek omvat 230 pag., met ruim 23 pag. foto's, een houtsnede van Luk Duflou, zwartwittekeningen en acht kleurtekeningen van Leo Fabri. Het werd een mooie uitgave in vollinnen band met stempel op plat en rug en stofwikkel in kleur.
Een bronzen beeld van De Witte, ter verheerlijking van de jonge Ernest Claes, gerealiseerd door beeldhouwer René Rosseel, werd op 15 mei geplaatst in de tuin voor het gebouw van de faculteit voor Wijsbegeerte en Letteren te Leuvan.
Ernest Claes
Deze beeldhouwer heeft reeds eerder een beeld van Erasmus ontworpen, dat in de Mechelsestraat te Leuven staat.
Ook te Berg-Ketsingen bij Tongeren krijgt Ernest Claes een gedenkteken. Dit wordt geplaatst aan de bron van de rivier de Demer, op initiatief van de vereniging Demerbron.
Koning Boudewijn bezoekt op 21 september Zichem. Hij zal dan ook een kijkje nemen op de tentoonstelling ‘Ernest Claes en Zichem’, die tot eind november te bezichtigen is, eerst in de zustersschool, daarna (zodra de restauratiewerken zijn beëindigd) in het Witte Paard op de Zichemse Markt.
De Vlaamse Toeristenbond is uitgever van een reeks boekjes onder de titel ‘Vlaamse Toeristische Bibliotheek’. Deze serie werd helemaal vernieuwd en als eerste deel verscheen Doorheen het land van Ernest Claes, geschreven door Georges Gielen. Het bevat een tiental bijdragen over de streek waar de Witte ravotte.
Ter gelegenheid van het Ernest Claes-jaar worden ook gouden, zilveren en bronzen herdenkingspenningen geslagen. Ze werden aangemunt door de Koninklijke Munt van België in een beperkte oplage (500 stuks voor de gouden en 2000 stuks voor de zilveren). Op de penning staat Ernest Claes geportretteerd. De keerzijde toont het bekendste geesteskind van de auteur, ‘De Witte’.
De gouden penningen hebben een diameter van 21 mm. en wegen 6,5 gr. De zilveren, met een diameter van 30 mm. hebben een gewicht van 14,5 gram. Deze twee uitvoeringen zijn uitsluitend te verkrijgen in de agentschappen van de a.s.l.k. De bronzen penning is in Zichem op diverse plaatsen verkrijgbaar.
Ook verscheen een langspeelplaat met ‘Wannes Raps’, voorgelezen door Jo Van Eetvelde.
Regisseur Pierre Platteau, die reeds eerder Daar is een mens verdronken op het kleine scherm bracht, heeft nu Charelke Dop en Gerechtelijke Dwaling bewerkt voor de Vlaamse televisie.
Te Zichem wordt een hele serie initiatieven genomen. Tijdens de zomermaanden zal in de afspanning ‘Het Witte Paard’ een tentoonstelling worden gehouden met als thema ‘Ernest Claes in de Vlaamse Letteren’.
In juni zet de culturele kring ‘Ernest Claes’ van Zichem een verbroedering met het Streuvelsdorp Ingooigem en met Lier (Felix Timmermans) op het getouw. De drie schrijvers waren immers nauwe vrienden.
| |
| |
Het hoogtepunt van de viering moet het ‘wandelfeest’ worden, dat op 14 en 15 september onder de noemer ‘Dagdroom in het Land van Ernest Claes’ plaatsheeft. Bij deze gelegenheid zal het ‘Witte comité’ her en der in het dorp taferelen uitbeelden. De bezoekers kunnen van het ene tafereel naar het andere wandelen en bij deze gelegenheid de typische sfeer van Zichem proeven.
In oktober moet de film Nest van Trees van Merten uitkomen. De film wordt gedraaid door de Zichemse cineast Rob van Eyck naar een scenario van Hugo Noë. Het gaat om een documentaire van 40 minuten.
Sedert 1 maart kan men in Zichem ook het ‘Jack-Op’ bier drinken, door Claes veelvuldig bezongen. Alleen heet het nu ‘Ernest Claes-bier’. De verdwenen Jack-Op wordt nu voor de gelegenheid door een brouwer uit Anderlecht bij Brussel op de markt gebracht.
Door de Belgische Posterijen wordt op 7 oktober een postzegel van 8 fr. uitgegeven. Het ontwerp is van de hand van Leo Fabri.
Door het Archief en Museum van het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen en de Provincie Brabant wordt een rondreizende tentoonstelling Ernest Claes ingericht.
Tenslotte wordt Het Twistgesprek tussen Demer en Schelde, dat Ernest Claes en Filip de Pillecijn samen hebben geschreven, herdrukt. Er wordt ook nog een tweede gedenkboek uitgegeven, Twee handen op één buik.
In het stadhuis van Brussel wordt door het Ernest Claes-Genootschap van 28 november tot 15 december een Claes-tentoonstelling georganiseerd.
Begin december wordt in Zichem het Studie- en Documentatiecentrum Ernest Claes geopend.
Het Claes-jaar wordt op 28 december afgesloten met een Kerstevocatie Ik geloof in de goedheid van de Mens in de Kerk St Jan de Doven te Averbode.
Willem M. Roggeman
| |
Bibliografie Vlaamse tijdschriften
In Literatuur 1 (1984), 4, p. 225-226, is aandacht besteed aan het verschijnen van een nieuwe serie bibliografieën van tijdschriften, de ‘Bibliografie van de Vlaamse tijdschriften in de 19e eeuw’, een uitgave van het Cultureel Documentatiecentrum 't Pand van de Rijksuniversiteit Gent. Deze reeks wordt met voortvarendheid voortgezet, en terecht, want juist in de tijdschriften ligt een massa informatie opgeslagen die erg moeilijk toegankelijk is. Het ligt in de bedoeling van prof. Ada Deprez, de initiatiefneemster van de reeks, om de vele indices op de vaak kleine tijdschriften aan het eind van de serie te cumuleren.
Tot nu toe zijn de volgende delen veschenen:
1 | Ada Deprez en Mario Baeck, Nederduitsch letterkundig jaarboekje 1834-1875. Gent 1983. BFr. 400. |
2 | Ada Deprez en Lut Troch, Studentenalmanak 't Zal Wel Gaan 1854-1899 gevolgd door Noord en Zuid 1856-1858. Gent 1983. BFr. 370. |
3 | Mario Baeck en Wilfried Vandaele, Leesmuseum 1856-1859. Gent 1984. BFr. 185. |
4 | Lode van den Bergh, Ada Deprez en Jozef Smeyers, Nederduitsche Letteroefeningen 1833-1834. Bydragen der Gazette van Gend voor Letteren, Kunsten en Wetenschappen 1836-1839. Kunst- en Letterblad 1840-1845. Gent 1984. BFr. 320. |
5 | Ada Deprez en Hans Vanacker, Het taelverbond 1845-1855. Gent 1985. BFr. 185. (ƒ10,-). |
6 | Ada Deprez en Marc Carlier, Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle 1878-1897. Gent 1985. BFr. 630. (ƒ35,-). |
7 | Ada Deprez en Marc Carlier, De Taalstrijd Hier en Elders 1884-1903. Gent 1985. BFr. 520. (ƒ 29,-). |
Ook in de drie laatstverschenen delen komen weer veel bekende namen voor: Jan van Beers, Conscience, Dautzenberg, Van Duyse, Heremans, De Laet, Snellaert, en Zetternam als medewerkers aan Het Taelverbond; Van Langendonck, Ledeganck, De Mont, Dela Montagne, Van Oye, Betsy Perk, Rodenbach, Max Rooses, Arnold Sauwen, Hélène Swarth, Isidoor Teirlinck en Willem de Vreese als medewerkers aan de Nederlandsche dicht- en kunsthalle; Theophiel Coopman en Victor dela Montagne schrijven het bijblad De taalstrijd hier en elders bij de Nederlandsche dicht- en kunsthalle vol, bijgestaan door A. Siffer wanneer het in 1897 een afzonderlijk tijdschrift wordt.
Bestellingen kan men richten aan het Cultureel Documentatiecentrum Rijksuniversiteit Gent, 't Pand, Onderbergen 1, 9000 Gent. 091-239989.
PJV
| |
Werkgroep Paul Rodenko
In de zomer van 1984 vond de oprichting plaats van de Werkgroep Paul Rodenko. De werkgroep, die bestaat uit Mevr. A.H. Rodenko-Schaper, Mevr. D. Wolthers, prof. dr. G. Borgers, L. van Krevelen en drs. K. Hilberdink, zal trachten te komen tot het opzetten van een of meer samenhangende projecten met betrekking tot het literaire werk van Paul Rodenko.
Het eerste oogmerk is het toegankelijk maken van het essayistisch werk, dat is verschenen in drie bundels (Tussen de regels, De sprong van Münchhausen en Op het twijgje der indigestie) en verspreid in een groot aantal kranten, tijdschriften en boeken. De werkgroep wil zich in eerste instantie richten op het kritische werk, omdat Rodenko beschouwd kan worden als de belangrijkste essayist en theoreticus van de generatie der ‘experimentelen’. Door de uitgave van zijn verzamelde essays, recensies en kronieken kan een belangrijke bijdrage geleverd worden aan het inzicht in de Nederlandse letterkunde van na de Tweede Wereldoorlog.
Met de inventarisatie van het kritische werk is in de maand oktober van 1984 een begin gemaakt. De werkgroep beschikt reeds over teksten die zijn verschenen in Columbus, Podium, Literair Paspoort, Maatstaf, Critisch Bulletin,
| |
| |
Delta, De Gids, nrc en het Haagsch Dagblad. Om te voorkomen dat teksten over het hoofd worden gezien, zou de werkgroep graag in contact willen komen met personen die informatie kunnen verschaffen over andere teksten van Rodenko. De contactpersoon van de werkgroep is: Koen Hilberdink, Zuiderparklaan 454, 2574 GV Den Haag.
K. Hilberdink
| |
Proost Prikkels
De meest bekende reclamepublikatie uit de Nederlandse grafische industrie is de serie Proost Prikkels waarin in vijftig jaar tijd niet minder dan 400 deeltjes verschenen zijn. Ter gelegenheid van dit jubileum van het huisorgaan van Proost en Brandt N.V. is aflevering 400 een heel bijzondere Prikkel, nl. een bibliografie waarin alle 400 nummers staan afgebeeld en beschreven. Aanvankelijk hadden de Prikkels de bedoeling de aandacht te vestigen op het papier van de firma Proost door een maandelijkse agenda van tentoonstellingen, congressen, sportgebeurtenissen e.d. in Nederland.
Vanaf nr. 59 (januari 1940) krijgen de afleveringen een veel gevarieerder inhoud: nr. 66 gaat over boeken maken, nr. 71 is een bibliotheeknummer geschreven door Emma Dronckers, nr. 75 en 77 zijn gewijd aan de ontwikkeling van de boekdrukkunst. De nrs. 89 en 92 bevatten een bijdrage van G.W. Ovink over typografie van de boekband; nr. 117 gaat over papier in poëzie en proza, nr. 155 over almanakken en nr. 156 bevat een verhaal van Cornelis Veth. G.W. Ovink en Yge Foppema maakten het gedenkboeken-nummer 169; Jan Greshoff, J. Tersteeg en Anton van Duinkerken werkten mee aan nr. 179 over de relatie auteur-uitgever. Ook Simon Carmiggelt, Dimitri Frenkel Frank, Joop van den Broek, Bert Schierbeek, Hugo Claus, Ernst van Altena, Clare Lennart, Alfred Kossmann, Simon Vestdijk, J.W. Holsbergen, Marten Toonder, Rinus Ferdinandusse en drs. P. komt men tegen als medewerkers aan Proost Prikkels. In neerlandistisch opzicht interessant zijn eveneens de nrs. 276 over het Woordenboek der Nederlandsche Taal en 298 over Gysbrecht-opvoeringen door de eeuwen heen.
Proost Prikkels 400 is een fraaie bibliografie van een interessante reeks. Misschien kan in een volgend nummer nog eens een index opgenomen worden op auteurs en onderwerpen.
PJV
| |
Nieuwtjes
□ Dimensie, stichting voor letterkundige en wetenschappelijke uitgaven, schrijft voor 1986 een poëzie-prijsvraag uit. Belangstellenden voor deze prijsvraag kunnen het reglement met nadere informatie aanvragen bij: Secretariaat Poëzie Prijsvraag 1986, p.a. Morssingel 91, 2312 ET Leiden. Het project wordt gesteund door de Stichting Comité voor de Zomerpostzegels te Utrecht en het Commissariaat-Generaal voor de Internationale Culturele Samenwerking van de Vlaamse Gemeenschap te Brussel.
□ Het Dichters- en Schrijverscollectief Stichting Groep '82 schreef voor 1985 een prijsvraag uit met de opdracht een of meer gedichten of een prozaverhaal te schrijven over de situatie na een eventuele derde wereldoorlog. Onder de naam George Orwell Globe Literatuurprijs 1985 werd op 8 maart 1985 tijdens het festival ‘Survival Poetry 1985’ in het culturele centrum De Egelantier te Haarlem de prijswinnaar bekend gemaakt. Na beoordeling van zo'n 75 inzendingen werd een gedicht van Marc Vermeulen Windsant als winnende tekst aangewezen. In de jury zaten Bert Schierbeek, Simon Vinkenoog, Leo van der Zalm, Pieter Kuyk, Anneke Lohman en George Moormann (voorzitter van de stichting).
□ Het Commyn-theater De Bron verzorgde tussen 30 april en 25 mei een twaalftal uitvoeringen van de litanie Mijn kleine oorlog, een bewerking van het gelijknamige boek van Boon door Winnie Enghien, Rudy de Sutter en Greta van Langendonck, die ook de regie in handen had. Deze op muziek gezette litanie is op grammofoonplaat vastgelegd en op die manier nog verkrijgbaar via Commyn-theater De Bron, Kerkstraat 10, B 3370 Kerkom-Boutersem België (tel. 016-735131). Ook van Rudy de Sutters moderne cantate naar Louis Paul Boons Jan de Lichte, op de tekst van Hugo Claus, zijn nog langspeelplaten verkrijgbaar door Bfrs.425,- over te maken aan het eerder genoemde theater op de rekening van de Generale Bankmaatschappij, nr. 230-0333206-31, met vermelding van L.P. Jan de Lichte-Rudy de Sutter.
□ Het produktieteam Chris Brouwer en Haig Balian gaat in de loop van 1985 Wolkers roman Terug naar Oegstgeest (1965) verfilmen. Filmmaatschappij Movies Filmproductions start met de opnamen nog in 1985. Regisseur en scenarioschrijver is Theo van Gogh, die eerder ook Een dagje naar het strand van Heere Heeresma verfilmde.
□ 191 Vlaamse auteurs blijken bereid te zijn lezingen te houden voor scholen, bibliotheken en andere groepen belangstellenden voor hun werk. Een lijst van hun namen en adressen en de onderwerpen waarover ze willen en kunnen spreken is verkrijgbaar bij het ministerie van de Vlaamse gemeenschap, administratie voor kunst en toerisme, dienst Letteren en Dramatische Kunst, Koloniënstraat 29/31, 1000 Brussel (tel. 02-5137465).
Suggesties voor deze rubriek aan: Instituut voor Neerlandistiek Spuistraat 134, kamer 456 (afd. DNL), 1012 VB Amsterdam, tel. 020-5254718
|
|