Zeven dichters en een Hilversumse prijsvraag in 1936
Jan J. van Herpen
Jan J. van Herpen was van 1940 tot 1982 in dienst van de avro, de laatste vijftien jaar als redacteur Kunsten en Wetenschappen.
Het lijkt me, literair-historisch bezien, juist iets vast te leggen dat mogelijk over enige tijd niet meer dan met moeite gevonden kan worden: enkele gedichten in de Nederlandse letterkunde zijn ontstaan door een radioprijsvraag uit 1936.
Op 5 juli 1936 werd de avro-studio in Hilversum feestelijk geopend. De trots was studio I, die behalve als concertzaal ook als schouwburgzaal dienst kon doen. Hij bood plaats aan 500 bezoekers. De ingebruikneming ervan zou in april 1937 plaatsvinden met een toneelspel voorafgegaan door een declamatorium. Voor dat declamatorium schreef de avro in november 1936 een prijsvraag uit. Iedere Nederlandse dichter kon inzenden, maar vijf dichters werden uitgenodigd om mee te doen: dr. P.C. Boutens, Jan Engelman, M. Nijhoff, Henriëtte Roland Holst en J.W.F. Werumeus Buning.
In de Radiobode van 27 november 1936 vraagt de avro onder de kop ‘Een taak voor onze dichters’ de tekst voor een episch, dramatisch of lyrisch declamatorium voor soli, spreekkoren, eventueel zangkoor en orkest, dat een Nederlands onderwerp van onze tijd behandelt. ‘Wij willen de ingebruikneming van studio i als schouwburgje op een enigszins feestelijke wijze vieren. “Die Weihe des Hauses”, nietwaar?’ In de declamatoriumprijsvraag ‘kan iedere Nederlandse dichter meedingen, ook al zijn er enkelen door de avro uitgenodigd mee te doen. Het is met uitnodigingen altijd een delicaat geval. Daarom voegen wij aan de vermelding van de namen der uitgenodigden toe, dat wij hen weliswaar zonder voorbehoud rangschikken onder de prominente levende dichters, maar ook, dat de uitverkiezing van hun namen niet bedoelt aan te geven, dat naar onze mening de adel van de Nederlandse woordkunstenaars tot hen beperkt blijft. Wat het onderwerp betreft, [...] wij hebben geen beperking willen aangeven. Dichters zijn vrijheid-minnende figuren en iedere dwang is hun een belemmering tot ontplooiing van gaven. Wij hebben ons echter veroorloofd een verlangen, een wens tot uitdrukking te brengen. Zo mogelijk moet het onderwerp blij en krachtig zijn. Het moet zo mogelijk een Nederlands onderwerp van onze tijd zijn. Een waarin de beste eigenschappen van het Nederlandse volk tot uitbeelding worden gebracht. Is het te verwonderen, dat wij dachten aan de droogmaking der Zuiderzee? Een kloek werk, waarin al de taaie eigenschappen van ons volk tot haar recht komen. Een werk des vredes, een werk van bouwen en winnen en strijden in een wereld, waarin de machten der vernietiging samenspannen en waarin het oorlogsgerucht gromt’.
Het artikel is niet gesigneerd maar het is zeker van W. Vogt, directeur van de avro. Met de aanleg van de Afsluitdijk was in 1927 begonnen. De dichting van het stroomgat vond in tegenwoordigheid van koningin Wilhelmina plaats op 28 mei 1932.
In dezelfde Radiobode staan enkele zakelijke gegevens. Omdat het declamatorium met muziek hoogstens 40 minuten mag duren is het wenselijk dat de tekst niet meer dan ongeveer 25 minuten in beslag neemt. In overleg met de auteur en de jury zal een Nederlands componist worden uitgenodigd voor de muziek. Het bekroonde declamatorium zal worden gehonoreerd met ƒ 300, -. Inzendingen van de uitgenodigde dichters worden gehonoreerd met ƒ100, -. Het opvoeringsrecht van door de jury verder geschikt bevonden vrije inzendingen zal voor latere uitzendingen kunnen worden verkregen.
De namen van de uitgenodigde auteurs zijn hierboven al genoemd. De jury bestond uit: Anthonie Donker, Anton van Duinkerken, Kommer Kleijn (hoorspelregisseur), Eduard Verkade en Abraham van der Vies (toneelleider). Voorzitter van de jury was dr. P.H. Ritter jr., secretaris: W. Vogt. Inzendingen moesten uiterlijk 10 januari 1937 binnen zijn.
Van Kommer Kleijn heb ik eens de brief mogen inzien die hij, gedateerd 13 januari 1937, van de avro ontving. Men zond hem 20 manuscripten. Achttien ervan zijn van onbekende auteurs. Maar Mart. Beversluis, Holleweg 3, Blaricum, zond ‘Die Noord en Zuid vereent’ in en mevr. H. Roland Holst, Zomerzorglaan 27, Bloemendaal, ‘Gedroomd gebeuren’.
Op 23 januari kwam de jury bijeen in het avro-kantoor in Amsterdam. In de Radiobode van 29 januari geeft Vogt een verslag van de vergadering. Anton van Duinkerken was verhinderd. Er blijken nu 23 inzendingen te zijn. De voorzitter van de avro, G. de Clercq, installeert de jury. In zijn rede zegt hij o.a.: ‘U weet, dat de deelneming vrij was voor iedereen, die zich geroepen gevoelde mee te dingen. Maar u weet ook, dat wij vijf dichters van gevestigde naam uitnodigden mee te doen, opdat onder de resultaten der prijsvraag in ieder geval werk van een erkend niveau zou worden aangetroffen. U beseft echter ook, dat deze maatregel (mag ik haar oneerbiedig vergelijken met het begrip regenverzekering?) de kansen op de lauwerkrans van de onbekende dichter verkleint. Ik betreur het, dat dr. Boutens de enige onder deze uitverkorenen is, die de uitnodiging niet heeft aanvaard.’ Nog niet alle uitgenodigde dichters hebben hun werk ingeleverd. Ritter beantwoordt de installatierede. De opnamen van beide toespraken zijn bewaard in