Literatuur
Als dan blijkt dat drukkers allerlei interpretatiesignalen op de titelpagina zetten, is het ook mogelijk om te kijken welke functie men de literatuur toedenkt. Nu is ‘literatuur’ een begrip dat, ook tegenwoordig, met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gehanteerd moet worden. In de middeleeuwen is er nauwelijks een genreleer bekend. Hoogstens wordt er in Latijnse werken, die de literaire theorie tot onderwerp hebben, gefilosofeerd over het onderscheid tussen epiek, lyriek, tragedie en komedie, maar dat soort onderscheidingen zijn voor de literatuur in de volkstaal nauwelijks relevant.
Jan van Boendale stelt in zijn ‘Hoe dichters dichten zullen ende wat zij hanteren zullen’ (uit de veertiende eeuw) wel onder andere, dat de dichters van ‘hystorien’ niet aan de waarheid mogen tornen (een idee dat overigens stamt uit de diverse welsprekendheidsleren geschreven rond het begin van de jaartelling en dat gedurende de hele middeleeuwen bekend is), maar hij geeft ons geen idee wat ‘literatuur’ is of zou moeten zijn.
Toch wordt er traditioneel binnen de complete Middelnederlandse boekproduktie een groep ‘literatuur’ onderscheiden.
Nieuwstijding met opvallende kopregel en gegevens van de drukker (Nieuwe tijdinghen van Andries Doria. Antwerpen, J. Grapheus. 1532)
Veel houvast biedt zo'n indeling niet. Wie bijvoorbeeld kijkt naar de categorisering die Nijhoff & Kronenberg in hun
Nederlandse Bibliographie van 1500 tot 1540 maken, ziet dat de afdeling Literatuur uit zo ongeveer alles wat rijmend en verhalend is bestaat, terwijl men er ook nog instructiewerken, opgesierd met voorbeeldverhaaltjes (exempelen), kan vinden. Het is nog maar de vraag of een middeleeuwse lezer dezelfde functie zag in uiteenlopende werken als de
Souterliedekens (een bundel religieuze liederen) en
Van Jason ende Hercules (een spannend verhaal vol wonderbaarlijke avonturen). En dan nog blijft de vraag: welke is die functie dan?
Een blik op de titelpagina's van ‘literaire werken’ kan ons meer leren. Een eerste groep die in het oog valt, bestaat uit zeer kleine werkjes, die allemaal duidelijk de titel ‘gedichte’ dragen, zeer vaak in combinatie met de aanprijzing ‘nieuw’. Dat laatste moet ons de ogen openen: ze zijn sterk verwant met de eerder besproken nieuwstijdingen. Beide soorten teksten worden vanaf 1527 en masse geproduceerd. ‘Nieuwe tijdingen’ vertellen in proza en ‘Nieuwe gedichten’ op rijm (waarschijnlijk om ook voorgedragen te worden) over het wereldnieuws.
Daarmee vertonen deze werkjes een heel andere functie dan de bundels, die zowel geestelijke verzen als rederijkersverzen bevatten. In plaats van met ‘gedicht’ wordt de poëzie hier als ‘liedekens’ of ‘refereinen’ aangeduid. De meeste bundels, waaronder de eerder genoemde Souterliedekens, herbergen religieus getinte liederen die voor de samenzang bestemd waren.
Afgezien van een enkel rederijkersspel - die worden tot 1540 heel weinig gedrukt - bestaat de afdeling Literatuur verder alleen nog uit een grote restcategorie, zeer divers van samenstelling, die gemakkelijkheidshalve als ‘Prozaromans & Volksboeken’ wordt aangeduid. Maar binnen deze categorie vallen, op zijn minst, twee groepen te signaleren met een te onderscheiden geïntendeerde (dat wil zeggen: door de drukker / uitgever / vertaler / schrijver bedoelde) functie, respectievelijk een moraliserende en een verhalende functie.
Aan de hand van termen, die bekend zijn uit de religieuze werken, zoals ‘tractaat’, ‘met exempelen’, ‘zalig’, ‘van trooste’, ‘profijtelijk’, ‘met leringe’ en ‘zuiverlijk’, is een aantal teksten te isoleren. Het betreft hier werken die gemoraliseerde verhaaltjes bevatten (zoals de Gesta Romanorum) of gemoraliseerde fabels (zoals de Esopus), of gemoraliseerde drama's zijn (zoals Elckerlijc en het bijbels drama De verloren zone), dan wel zedekundige traktaten zijn gelardeerd met verhalen (zoals de Mellibeus en de Spiegel der deucht). Deze, en andere, teksten wijken weliswaar af van de puur religieuze instructiewerken, omdat ze veel meer verhalende elementen bevatten of zelfs geheel verhalend zijn, maar voor de middeleeuwse lezer is het toch heel duidelijk, dat deze teksten expliciet geformuleerde levenslessen bevatten.