boekbespreking
‘Vaart’, verzen van Gerard den Brabander,
- W.v.d. Voet, Monnikendam...............
In het werk van Gerard den Brabander, zooals het pseudoniem van den dichter luidt, treft allereerst een typisch burgerlijke inslag, een mengeling van sterke revolutionnaire tendenz en godsdienstige invloeden. Revolutionnaire tendenz op godsdienstig terrein, en wel zoodanig, dat ‘De Standaard’, die o zoo'n groote behoefte aan God heeft vanwege de bedreigde olie en de reeds in aantocht zijnde opzegging van gehoorzaamheid aan de eeuwenoude kapitalistenwetten, schrijft: ‘ongetwijfeld dichtkunst, maar de ‘Vaart’ stuwt de stroom anti-God en anti-Godsdienstig.’ En: ‘schamper tegenover het aardsche, uitdagend naar het hemelsche.’
Maar door de verzen, welke overigens getuigen, dat de schrijver niet woordarm, en geen stamelaar is, voelt men het verzet tegen den huidigen godsdienst en tegen den huidigen God, Mammon van het kapitalisme. Al zijn er enkele oeconomische verzen, Gerard den Brabander is geen oeconomisch of politiek revolutionnair. Hij ziet de door en door rotte wereld, de door ontbinding aangegrepen bourgeoisie, hij hekelt pastoors en dominee's, maar een uitweg ziet hij niet. Hem ontbreekt het vertrouwen in de proletarische beweging, hij is verdwaald in zijn ik, waardoor zijn dichtkunst sterk, te sterk persoonlijk is, waardoor zij Kunst is en geen strijdmiddel. Hij stelt zich niet op het standpunt van den klassestrijd.
Ondanks dat Gerard den Brabander zich nog niet los gemaakt heeft van de stuiptrekkende burgerkunst, wier klatergoud en welriekende odeurtjes hem bedwelmen, gelooven we hem spoedig te kunnen rekenen tot een der onzen.
(v.d.W.)