Verrek met je bond! We hebben nou lang genoeg geconfereerd en ons laten pesten.
Een laatste poging van den burgerleider, de opgewonden massa tot rede te brengen:
‘Maar als er bloed zal vloeien?’
‘Dondert niet! We gaan betoogen! De straat op mannen!’
Een lange stoet stelt zich op voor het marinegebouw. De fotograaf, die al te voren gerequireerd is geworden, neemt een foto en de stoet revolteerende militairen stelt zich in beweging. Luid schallen de tonen der ‘Internationale’ uit honderden opstandige harten:
Ontwaakt, verworpenen der aarde......
Politie...... Sommatie...... ‘Doorloopen mannen!’ ‘Loopt ze onder de voet!’
‘Terug mannen. Deze betooging is niet toegestaan!’
De inspecteur van politie trekt zijn revolver en sommeert met lijkbleek gelaat om terug te keeren.
De militairen negeeren de sommatie van den politieman en van hun bondsleider. De leuzen, schreeuwende aanklachten tegen militaire uitbuiting en slavernij worden hoog boven de stoet gedragen:
Op naar het hospitaal!
Wij protesteeren:
tegen het vuil
tegen het voedsel
tegen wandluizen!
Wij eischen:
behoorlijke behandeling.
Beschilderde doeken, waarop een wandluis als een schildpad is geteekend en het vuil der ziekenzalen allegorisch is afgebeeld, worden medegedragen.
De voorsten, die in de loopen der politierevolvers kijken, wijfelen even, doch de anderen dringen op.
Een schot! Nog een, gevolgd door strijdkreten der militairen en meerdere schoten. Vier gewonden worden uit de rijen gedragen....
Veertien dagen daarna getuigt de lieftallige dochter van den gouverneur-generaal, die eens naar dat hospitaal, waarover zoo'n drukte wordt gemaakt, komt kijken, dat het een wit gepleisterd graf gelijkt......
1918.
De telegraaf van de Zeven Provinciën seint de bevelen van den commandant niet meer naar de machinekamer. Er ontbreken sluitstukken aan de kannonen, waarbij gewapende mariniers op post staan. De op de bak verzamelde matrozen zingen het eene strijdlied na het andere. Een officier, die hen beveelt het zingen te staken, wordt uitgelachen en vriendelijk geadviseerd zich naar het halfdek te begeven bij zijn collega's.
Eenige maanden daarna sijpelen berichten door over muiterij aan boord van de ‘Koningin Regentes’, die in de Molukken rondvaart. Latere berichten melden uitvoerig, dat tachtig matrozen en mariniers gevangen zijn genomen en onder strenge bewaking in het fort te Makassar gevangen zijn gezet. De oorzaken waren de onmenschelijke straffen, die volgens het persoonlijk verlangen van de calvinistische Landsvrouwe in Den Haag immer rechtvaardig dienden te worden toegepast!