Het Liegend Konijn. Jaargang 10(2012)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 243] [p. 243] Zwakheden 1 Vlezige lippen en een lijf van donskussens had je dat me zwak maakte we taalden en drukten torso's stalen kussen met monden zo zacht dat er geen einde aan aanraking leek te komen er zat geen harde rand aan er staken geen tanden achter er heerste onschuld van het meest ontwrichtende soort beleefd borstelhoofd complexe formuleerder enge, afstandelijke kantoorganger die ik wel eens tref tussen negen en vijf - ik ontzeg je de toegang toegang tot mijn gedachten - wat deed je in mijn slaap? [pagina 244] [p. 244] 2 Weer werd er gedrukt geduwd alsof ik geplet wilde worden zo groot, een tonvorm had jouw bovenlijf, oud en geil terwijl ik was gekomen om iets te leren zegen we neer op een freudiaanse divan buiten het blikveld van de buren onder het prentenkabinet en toen toch maar weer slepend naar het veel toepasselijker matras op de grond zwaar wilde ik voelen, zwaar en veel en vol maar dat kwam niet goed ik werd wakker. [pagina 245] [p. 245] 3 Soms denk ik wel eens op een onbewaakte middag waar de regen op valt: zou hij nog steeds zo vullen om weer eens lijzig, half te hangen uit een zolderraam in een clandestiene stad zonder iets aan en hij die in het duister van de kamer zijn broek uitschopt maar het blijft een onbesproken middag ik schrijf of bel niet, verneem niet of er parallelle gedachten bestaan zo goed en kwaad blijf ik nu zuiver op de graat. Vorige Volgende