Het Liegend Konijn. Jaargang 10(2012)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] En telkens en telkens als ze een grapje maakt wil ik haar lach vangen en er af en toe voorzichtig naar kijken. overal staat ze bij het stoplicht te wachten, staat ze in een etalage te kijken, staat ze droevig achter me in een rij, wacht ze net als ik op een teken, maar van wie dan? van wat? weet iemand wanneer ik zal beginnen als ze in haar nachthemd slaapt en ik op de rand van haar bed wacht op het moment waarop ik haar neus in mijn mond neem. ik zal naar haar kijken als ze wakker wordt, ik zal haar spiegelbeeld zijn en als ze me vraagt of mijn ogen blauw zijn zal ik haar in mijn ogen laten kijken. ze legt haar vingertoppen aan de spiegel, ja: blauw, dat vind ik mooi. dan buigt ze zich achter het glas naar voren. ze bukt zich alsof ze een kat aait. ze zegt iets, ik lees: ‘we vloeien van het ene lichaam in het andere, de moedervlek in mijn hals is de moedervlek in je hals.’ Vorige Volgende